woensdag 25 maart 2009

Een droevige brief en schoenen van haar

Gortdroog is geschiedenis vaak, alsof je een beschuitje met pindakaas hebt opgegeten en vervolgens moet fluiten. Van de feitenbrij van jaartallen, veldslagen, machtswisselingen en dynastieën is nauwelijks muziek te maken, of alleen na lang kauwen. Soms worden er echter ontdekkingen gedaan die een inzage bieden in het leven en het denken van onze voorvaderen en voormoederen en dan klinkt de muziek ineens wel door. Dan wordt een tipje van de sluier opgelicht en wordt ons een blik gegund op een leven zonder tandpasta, pleepapier en Twitter.

Onlangs deden archeologen in Zuid-Korea zo'n ontdekking. In een adellijke tombe in de stad Andong werden de overblijfselen onderzocht van Eung Tae, een Koreaan die in 1586 op 31-jarige leeftijd om het leven kwam. Zijn graf is in bijzonder goede staat teruggevonden, voornamelijk doordat het gebruikte kalksteen in de loop der eeuwen zo hard als beton is geworden.

Wat de vondst zo bijzonder maakt, zijn de zestien brieven die de nabestaanden aan Eung Tae meegaven op zijn tocht naar het Koreaanse hiernamaals. De brieven zijn al die eeuwen niet of nauwelijks verweerd. Het mooiste, of veelzeggendste, epistel was van de hand van zijn weduwe. Ze had hem nog zoveel te zeggen, dat ze het briefpapier helemaal heeft volgeschreven en het papier zelfs een aantal malen gedraaid heeft, om er nog meer woorden op kwijt te kunnen. De vertaling is van de wetenschapsredactie van NRC Handelsblad.
Aan de vader van Won.

Je hebt altijd gezegd dat wij samen zouden blijven leven om op dezelfde dag te sterven. Waarom ben je nu toch alleen naar de hemel gegaan? Waarom ging je alleen en liet je mij en ons kind achter? Als we ’s nachts samen sliepen zei ik altijd tegen jou: liefste, zouden andere stellen van elkaar houden zoals wij? Zouden ze elkaar liefhebben als wij dat doen? Ik kan niet langer zonder jou leven. Ik hoop dat ik bij jou kan zijn. Mijn liefde voor jou, die is onvergetelijk in deze wereld. En mijn verdriet, het is zonder einde. Ik kan niet alleen verder leven met ons kind, terwijl ik vanaf nu jou moet missen. Lees alsjeblieft mijn brief en geef mij antwoord in mijn droom. Omdat ik hoop jouw woorden te horen in mijn droom heb ik deze brief in jouw grafkist gelegd, om met jou mee te sturen. Lees alsjeblieft mijn brief en geef mij antwoord in mijn droom. Je hebt gezegd dat je een boodschap had voor ons ontluikende kind, na zijn geboorte. Hoe kun je alleen weg gaan zonder een woord voor hem. Het kind in mijn zwangere buik, tegen wie moet hij vader zeggen na zijn geboorte? Kan ik al mijn verdriet vertellen in deze brief? Is er iets in de wereld dat treuriger is? Jij leeft nu in de hemel. Maar jij moet niet zo treurig zijn als ik. Ik kan maar een klein gedeelte van mijn liefde voor jou in deze brief beschrijven. Lees alsjeblieft mijn brief, en kom in mijn droom. Laat alsjeblieft je gezicht in mijn droom zien en zeg woorden tegen me. Ik geloof dat jij in mijn droom moet komen. Kom alsjeblieft in mijn droom en laat je gezicht zien, liefste. Ik heb eindeloos veel woorden voor jou, maar deze brief moet nu worden beëindigd. Vanuit huis, 1 juni 1586."
Vijf eeuwen geleden was een te vroege dood van een echtgenoot blijkbaar niet minder hartverscheurend dan tegenwoordig. De weduwe had naar goed Koreaans gebruik schoenen van haar eigen haar gevlochten en deze bijgezet in het graf. De schoenen hadden genezing moeten brengen, maar die kwam voor Eung Tae te laat. Hoe het met de weduwe en Won is afgelopen is onbekend. Ze zal in ieder geval nooit hebben kunnen vermoeden dat de brief die ze schreef aan Eung Tae vijf eeuwen later op zoiets als het internet openbaar gemaakt zou worden.

donderdag 5 maart 2009

De Immigrante

Ze werd al op jonge leeftijd vanuit een Aziatisch land naar Nederland gehaald, omdat ze hier waarde aan een onderneming zou kunnen toevoegen. Tijdens haar lange reis in het ruim van een vrachtschip zag ze het daglicht nooit. Haar werkzaamheden hier waren eigenlijk vrij eenvoudig; ze moest zich simpelweg de hele dag laten begluren. De mensen joelden wel eens, maar meestal zwaaiden ze wat of maakten ze foto's, al kwamen ze nooit te dichtbij. Betaald kreeg de immigrante niet, maar de onderneming voorzag haar in onderdak en voedsel. Ze leed geen honger.

Haar bewegingsvrijheid werd wel drastisch ingeperkt; ze mocht het terrein van de onderneming nooit verlaten. De onderneming was het laatste dat ze ooit van de wereld zou zien. Om het leven van de immigrante wat draaglijker te maken, werden andere Aziatische immigranten naar Nederland gehaald. Zo had ze wat gezelschap. Ze aten en sliepen samen in gevangenschap.

De onderneming stimuleerde de voortplanting binnen de groep. Waarschijnlijk zou natuurlijke aanwas de kosten van het overbrengen uit Azië kunnen verminderen. De immigrante kreeg echter nooit kinderen, maar ze was als een lieve oude oma voor de rest van de groep. Aanpassen aan de Nederlandse cultuur deed de groep nooit. Binnen de onderneming ging men ervan uit dat de immigranten niet intelligent genoeg waren om een taal te leren.

Afgelopen zondag stierf de immigrante door wat eigenlijk een bedrijfsongeval was. De groep verveelde zich, want door het slechte weer kwamen maar weinig bezoekers zich aan de immigranten vergapen. Twee jongens stoeiden wat en botsten tegen de immigrante op. Ze viel, brak een nekwervel, raakte verlamd en stierf een dag later. De hele groep was in rouw.

Het was mooi om te zien hoe het lot van deze immigrante de Partij voor de Vrijheid na aan het hart ging. Dion Graus, de nummer zes op de lijst van Geert Wilders, had het over 'wantoestanden' en 'zo’n tragisch ongeluk als dit weekend had niet mogen gebeuren'. Graus gaat kamervragen aan minister Gerda Verburg stellen over de veiligheid van dit soort immigranten. Het was een onverwachte geste uit de hoek van een partij die zich doorgaans profileert als anti-immigratiepartij. Voor de immigrante maakten ze een hartverwarmende uitzondering.

De immigrante in kwestie is de op vijfenveertig jarige leeftijd om het leven gekomen Aziatische olifant Annabel, de 'lieveling van de verzorgers en bezoekers van Dierenpark Emmen'. Annabel viel door het schrikdraad heen een gracht zonder water in. Door de wervelbreuk en de verlamming kon ze niet meer op eigen benen staan. Een dierenarts gaf haar zondag een spuitje.



Dion Graus wordt op de website van de PVV omschreven als een iemand met 'een hart van goud' en dat hart 'klopt vooral voor dieren'. Graus wil dan ook dierenrechten laten opnemen in de grondwet. Dat is een lovenswaardig initiatief, al wordt er verder op de website niet uitgewijd over welke rechten dat precies zijn. Het recht op een vierkante in plaats van een ronde kom? Het recht om niet opgegeten te worden? Of life, liberty and the pursuit of happiness?

De grootste bedreiging voor de olifantenpopulaties in Afrika en Zuidoost-Azië zijn niet de grachten in dierentuinen, maar de opwarming van de aarde. Over global warming rept de PVV met geen woord op de eigen website. Dat is opmerkelijk, want klimaatverandering vormt niet alleen een bedreiging voor olifanten, maar ook voor Nederland. Een lawine aan wetenschappelijk onderzoek wordt blijkbaar simpelweg genegeerd. Alleen de dieren in Nederland gaan de PVV klaarblijkelijk aan het hart.

Geert Wilders heeft geen wetenschappelijk onderzoek nodig om te roepen dat Nederland overspoeld wordt door een 'tsunami van Moslims'. Er is geen demografische projectie die zijn uitspraken onderbouwt. Wetenschap is blijkbaar irrelevant als je ergens in gelooft. Daarin staat de PVV niet alleen jammergenoeg.

De tsunami die ons bedreigt zal gewoon bestaan uit water. Conservatieve schattingen spreken over een stijging van de zeespiegel met ongeveer een meter deze eeuw. Dat is nog behapbaar. Komen de doemscenario's uit over het wegsmelten van de ijskappen op Antartica en Groenland, dan is er geen redden meer aan.

Voor de olifanten zal slechts een uitputtingsslag om te overleven resteren, zoekend naar sporen van water in een uitdrogende habitat. De hitte en de woestijnvorming maken hun voortbestaan erg onzeker. Annabel heeft het waarschijnlijk nog helemaal niet zo slecht gehad.

Belgisch

Rare jongens die Belgen. Sinds de Romeinen in de vierde eeuw na Christus zo vriendelijk waren een via te bestraten van Beuken (Bavay) in Noord-Frankrijk naar Keulen in Duitsland, is het land hopeloos verdeeld geraakt. Aan de noordkant van de heerweg spreken de Belgen Vlaams, een soort lijzig en lispelend uitgesproken algemeen beschaafd Nederlands, en aan de zuidkant spreken ze Frans, een dronken verbastering van het Latijn. Om de verwarring compleet te maken heeft ook een klein aantal Belgen besloten, om redenen die alleen Belgen begrijpen, Duits als voertaal aan te houden. Ten slotte zijn er in Wallonië naar schatting zeshonderdduizend Walen die Waals praten, dat met het Frans een soort van twee-eiige tweeling vormt.

Deze Babylonische spraakverwarring zorgt bij onze zuiderburen al decennialang voor een heuse taalstrijd, die eigenlijk al tijden geleden verzand is in een wat kinderlijke stammenstrijd. De hakken van de stamoudsten worden stevig in de Belgische blubber gezet op het moment dat er territorium langs taalgrenzen opnieuw ingedeeld moet worden. België zat hierdoor onlangs meer dan een jaar zonder een echte regering. Ook worden er op basis van taalverschillen eigenschappen toegedicht aan de verschillende stammen; volgens de Walen zijn de Vlamingen 'arrogant'', 'racistisch' en 'gierig', terwijl de Vlamingen de Walen maar 'lui', 'dom' en 'corrupt' vinden. Het gemoedelijke is er inmiddels wel een beetje af.

De verwarring en het gebrek aan nationaal zelfbewustzijn wordt door niemand beter belichaamd dan voormalig eerste-minister Yves Leterme. De Vlaming Leterme werd op 21 juli 2007, op de nationale feestdag der Belgen, bij het betreden van de trappen van de Kerk van Sint-Jacob-op-Koudenberg in Brussel kort ondervraagd door de RTBF, de Franstalige staatsomroep (zie video). De journalisten vroegen Leterme wat er nou eigenlijk gevierd werd op de nationale feestdag, maar Leterme kon zelfs met wat hints niet op de eedaflegging van koning Leopold I komen. Bedroevender werd het toen Leterme gevraagd werd het Belgische volkslied te zingen. Wat toondoof kweelde de aanstaande premier 'allons enfants de la patrie, le jour de gloire est arrivé!' Helaas was dit niet de openingsregel van het Belgische volkslied, de Brabançonne, maar van het Franse volkslied, de Marseillaise. Amai en akkerdjie! - het ganse land was in rep en roer.



Vorig jaar juni lag er eindelijk een oplossing dicht voorhanden. De Belgische vakbond VSOA bracht toen het nieuws naar buiten, dat het Belgische leger (zie foto) bijna zonder munitie zat! Slechts een handjevol kogels hadden de strijdkrachten nog om kwaadwillenden buiten de grenzen te houden. België lag open als de schoot van een hoer in het Schipperskwartier van Antwerpen of de gevangenisdeur van Marc Dutroux. Zelden was er zo'n uitgelezen kans om met de minimale inzet van onze Luchtmobiele Brigade een afvallige provincie weer Heim ins Reich te brengen. Wat was er nou een mooier geschenk geweest voor de zeventigste verjaardag van Hare Majesteit Koningin Beatrix dan het herstel van haar koninkrijk, dat die vermaledijde Belgen zo wreed verstoord hadden met hun laffe afsplitsing in 1830? Niets toch?


Helaas ontbrak het weer eens aan assertiviteit bij de Nederlandse regering, waardoor er een andere oplossing voor onze zuiderburen gevonden moet worden. Welnu, die oplossing is eigenlijk vrij simpel. Het probleem van België is niet dat er teveel talen gesproken worden, maar dat het er eigenlijk te weinig zijn. Er zou nog één taal bij moeten; het Belgisch! Dat tribale geneuzel kan verzopen worden in de klodder mayonaise van de Europese geschiedschrijving, als de Belgen eindelijk eens hun eigen taal gaan verzinnen, zoals elk zichzelf respecterend land allang heeft gedaan. Ik stel voor dat een commissie met de knapste koppen van België - waaronder professor Barabas, professor Zonnebloem en het marketinggenie dat van een pissend beeldje in Brussel een internationale topattractie wist te maken - rond de tafel gaan zitten om een nieuwe, waarlijk Belgische taal te verzinnen.

Het Belgisch (werktitel:'Koeterwaals') zal een mengvorm moeten worden van het Frans, Nederlands en het Waals. Uit het Duits wordt alleen het woord Gründlichkeit overgenomen, want dat hebben de Duitsers wel verdiend. Het is aan de commissie de drie talen langs de meetlat te leggen en te beoordelen welk woord uit welke taal het mooist, het makkelijkst of het meest passend is. Geen eenvoudige opgave, maar voor de uitvinders van de friet in de puntzak en de Gironef lijkt het me geen onmogelijke missie.

Doordat het Belgisch een mengvorm van al gesproken talen wordt, zal het makkelijk aan te leren zijn. Vlaamse kinderen hoeven alleen maar onderwezen te worden in het Nederlands en het Belgisch en vice versa krijgen Waalse kinderen alleen nog maar onderricht in het Frans en het Belgisch. Het zal zijn alsof ze anderhalve taal leren in plaats van twee. In de tijd die ze uitsparen, kunnen de kinderen extra lessen krijgen in, om maar eens een dwarsstraat te noemen, zelfverdediging bijvoorbeeld.

Gezamenlijk één taal hebben zal wonderen doen voor het gemeenschapsgevoel, kijk maar hoe Friezen en Limburgers schouder aan schouder en met bossen wortelen samengeknoopt op de rood aangelopen koppen op de tribunes staan als Oranje voetbalt. Het Belgisch zal de taal der verbroedering worden. De nu monddode, pruttelende nationalistische onderbuik zal eindelijk met één mond kunnen spreken! De gespleten tong van het volgens Julius Caesar dapperste volk der Galliërs zal helen en Ambiorix zal brullend herrijzen in al zijn barbaarse oerkracht!

Het Nederlands, Frans, Waals en Duits kan gewoon door de respectievelijke stammen gesproken blijven worden, maar het Belgisch zal de taal van de staat en van de vereniging worden. De tolken, die nu hun brood verdienen met deze deerniswekkende taalverwarring, als wormen in een rottend lichaam, kunnen omgeschoold worden tot metaalbewerkers en kogels gaan gieten voor de Belgische strijdkrachten. Allez voilá, twee vliegen in één klap. Uiteraard zal het Belgisch niet van de één op de andere dag aangeleerd kunnen worden, maar koning Albert II zou per decreet een verplichte taalcursus kunnen afkondigen, alwaar de autochtone en de allochtone Belgen al struikelend over het lesmateriaal elkaar warm in de armen zullen sluiten. Wie neemt er volgende week wat lekkers mee?

Niet de Vlaamse leeuw zal wapperen als Tom Boonen zijn concurrentie weer eens de vernieling inrijdt met een oppermachtige spurt, maar het zwart-goud-rood zal de eer betonen. De Rode Duivels, die al jaren als kippen zonder kop over het veld rennen, waarschijnlijk compleet in de war door de tweetalige aanmoedigingen en instructies, zullen in het Belgisch worden toegezongen als Moussa Dembélé na een weergaloze solo door de Braziliaanse defensie tijdens de finale van de wereldbeker de Belgen naar de overwinning schiet. En mocht het Belgisch met succes België kunnen veroveren, dan ligt Europa aan haar voeten, want ook daar worden stammen al eeuwenlang verdeeld door taal en dialect. Zodra de Europese eenwording een feit is, zullen de Europeanen naar België wijzen en in het Belgisch zeggen: 'Kijk, daar in België begon het, daar is de Europese Droom als eerste uitgekomen.'

Maar misschien draaf ik nu door.

woensdag 4 maart 2009

Hetzelfde liedje

In 1915 schreef Jimmie Morgan de muziek en Thomas Hoier de tekst voor het nummer Don't bite the hands that feed you. Een vertolking van Billy Murray was redelijk populair toen Amerika nog neutraal was tijdens de Eerste Wereldoorlog. In de jaren veertig kreeg het tijdens de volgende grote oorlog in een nieuw jasje opnieuw bekendheid. Op YouTube staat een versie van Walter van Brunt uit 1915 (zie video).

Judy Garland zong het nummer in de film For Me and My Gal uit 1942, maar de scene werd uit de film geknipt. Dat de schaar erin ging, heeft mogelijk te maken met de tekst: die omvat in feite een oproep aan immigranten om zich aan te passen, of weer terug te keren naar het land van herkomst. Het klinkt bekend in de oren.



En de tekst...

Don't Bite the Hand That's Feeding You

Last night, as I lay a sleeping,
A wonderful dream came to me.
I saw Uncle Sammy weeping
For his children from over the sea;
They had come to him, friendless and starving,
When from tyrant's oppression they fled,
But now they abuse and revile him,
Till at last in just anger he said:

If you don't like your Uncle Sammy,
Then go back to your home o'er the sea,
To the land from where you came,
Whatever be its name,
But don't be ungrateful to me!
If you don't like the stars in Old Glory,
If you don't like the Red, White and Blue,
Then don't act like the cur in the story,
Don't bite the hand that's feeding you!

You recall the day you landed,
How I welcomed you to my shore?
When you came here empty handed,
And allegiance forever you swore?
I gathered you close to my bosom,
Of food and of clothes you got both,
So, when in trouble, I need you,
You will have to remember your oath:

If you don't like your Uncle Sammy,
Then go back to your home o'er the sea,
To the land from where you came,
Whatever be its name,
But don't be ungrateful to me!
If you don't like the stars in Old Glory,
If you don't like the Red, White and Blue,
Then don't act like the cur in the story,
Don't bite the hand that's feeding you!
In honderd jaar tijd is er weinig veranderd. De toon van het huidige integratiedebat is bepaald niet milder. De teksten verschillen nauwelijks van elkaar, alsof dezelfde plaat keer op keer opnieuw wordt afgedraaid. Maar er is wel iets veranderd; de immigranten van toen zijn nu volledig veramerikaniseerd. Er is geen Amerikaan die zich nu nog druk maakt over de immigranten die in 1915 of 1940 zijn land binnenkwamen. Ze zijn van Uncle Sammy gaan houden. Integratie is klaarblijkelijk gewoon een kwestie van geduld.

maandag 2 maart 2009

Planetenjacht

Voor iemand die is opgegroeid met films als Close Encounters of the Third Kind (zie video), E.T., Star Wars en zelfs Alien is het wellicht niet raar dat ik een bijzondere fascinatie voor buitenaards leven heb ontwikkeld. Het is me zogezegd met de virtuele paplepel ingegoten. Die fascinatie heeft zich vooralsnog godzijdank niet geuit in het gewapend met Spockoortjes afstruinen van allerlei UFO-conferenties, of het angstig omspitten van de eigen ontlasting op zoek naar anale sondes, maar beperkte zich tot het volgen van nieuwsberichten over de zoektocht naar buitenaards leven en het laten draaien van SETI@home-software op mijn PC en laptop. Het nieuws tot dusver kan als volgt kort worden samengevat: er is (nog) niets gevonden.



Maar misschien gaat daar binnen de komende jaren verandering in komen, want de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA zal aanstaande donderdag met een Delta II raket de ruimtetelescoop Kepler de dampkring uitschieten. Kepler zal zich in een baan rond de zon nestelen en het vizier drieënhalf jaar lang richten op een groep van honderdduizend sterren in één van de grote spiraalarmen van onze Melkweg; de Cygnusarm (zie foto). De missie heeft maar één doel; gewapend met de beste telescoop die we ooit de ruimte instuurden, zal Kepler gaan speuren naar aardachtige exoplaneten. Alhoewel Kepler geen buitenaards leven zal kunnen waarnemen, zullen er mogelijk wel planeten ontdekt worden, die net als de aarde, een thuishaven kunnen bieden voor leven, en, wie weet, zelfs intelligent leven.


(Klik op de foto voor de grote versie.)

Sinds 1992 zijn er al meer dan 340 planeten buiten ons zonnestelsel ontdekt en vrijwel wekelijks komt daar een nieuwe bij. Voor die tijd was het überhaupt de vraag of er wel planeten buiten ons zonnestelsel bestonden, maar die vraag is inmiddels beantwoord. De overgrote meerderheid van deze exoplaneten zijn helaas onwaarschijnlijke kandidaten voor buitenaards leven. De ontdekte planeten zijn veelal gasreuzen als Jupiter, oftewel Joviaanse planeten, waarvan eigenlijk wordt aangenomen dat ze niet de juiste voorwaarden bieden voor het ontstaan van leven. Althans, dat geldt voor de gasreuzen zelf; hun manen zouden hiervoor wellicht beter geschikt zijn. Zo heeft een maan van Jupiter, Europa, een vloeibare oceaan onder zijn kilometers dikke ijskorst, waarin mogelijk dankzij vulkanische schoorstenen primitief leven aan het badderen is.

Doordat deze gasreuzen enorm groot en zwaar zijn, oefent hun zwaartekracht een meetbaar effect uit op de ster waar ze omheen draaien. De ster wiebelt een beetje en deze wobble valt waar te nemen met telescopen (zie animatie). De meerderheid van de exoplaneten is op deze manier ontdekt. Deze methode is echter minder geschikt om kleinere, minder massieve planeten mee te vinden. Kepler zal daarom exoplaneten proberen waar te nemen als ze tijdens een overgang het licht van hun ster een ietsiepietsie dimmen. Als planeten voor een ster langs bewegen schijnt de ster gedurende de transitie een fractie minder fel. De ster knipoogt als het ware even. Missieleider William Borucki legt het begeleid door de toepasselijke muziek van Sigur Ros in de volgende video kort uit.



Hoe miniem dat effect is, wordt duidelijk uit onderstaande video, waarin een overgang van Venus voor de zon uit 2004 te zien is. Venus heeft vrijwel dezelfde omvang als de aarde, maar valt vrijwel volledig in het niet bij de grootte van de zon. Zo zal het ook zijn bij de planeten waar Kepler op gaat jagen. Daarbij moet ook nog worden aangetekend dat de sterren die bestudeerd gaan worden op grote afstand van de aarde staan; tussen de dertig en duizend lichtjaar, waarbij een lichtjaar de afstand is die licht binnen een jaar aflegt; ongeveer tien biljoen (!) kilometer. De queeste van Kepler zal derhalve allerminst eenvoudig worden.



Aan de hand van het verminderde sterrenlicht kan met behulp van de Derde Wet van Johannes Kepler de baan en grootte van de ontdekte planeet worden vastgesteld. Niet elke aardachtige planeet is vervolgens een mogelijke kandidaat voor buitenaards leven. De exoplaneet moet zich ook nog binnen de bewoonbare zone van zijn ster bevinden. De afstand tussen planeet en ster moet zodanig zijn, dat het er niet te heet of te koud is. De planeet moet vloeibaar water kunnen herbergen, want dat is volgens astrobiologen een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van leven. Zo bevindt in ons zonnestelsel alleen de Aarde zich in de bewoonbare zone; van de andere drie aardachtige planeten zijn Mercurius en Venus veel te heet en Mars te koud, alhoewel er voor Mars zeker nog hoop bestaat.

Niet alleen Kepler gaat op planetenjacht. De in 2006 in een baan om de aarde gebrachte Frans/Europese ruimtetelescoop Corot speurt de Melkweg al af op zoek naar exoplaneten. Corot heeft echter niet de verfijnde capaciteiten van Kepler tot zijn beschikking, waardoor de gevonden planeten waarschijnlijk alleen tot de categorie gasreuzen zullen gaan behoren. Toch vond Corot in februari de tot dusver kleinste aardachtige planeet buiten ons zonnestelsel. Slechts twee maal zo groot als de aarde is COROT-Exo-7b, maar helaas draait hij zo dicht rond zijn moederster, dat het op het oppervlak van de planeet een onaangename 1000 graden Celsius is. Dat is zelfs te warm voor extremofiele bacteriën.

In 2007 maakte de ESO bekend dat het een planeet had ontdekt met een grondtelescoop in Chili waar mogelijk wel vloeibaar water op te vinden zou zijn. Gliese 581 c bevindt zich in de bewoonbare zone van zijn moederster en zou zodoende precies de juiste temperatuur kunnen hebben. Alhoewel de exacte massa nog een vraagteken blijft, is Gliese 581 c in ieder geval niet meer dan tien keer zo zwaar als de Aarde.

Het hyvesachtige sociale netwerk Bebo organiseerde vervolgens een actie om een signaal, of eigenlijk een soort welkomstgroet, naar de planeet te sturen (zie video). Dit signaal opgebouwd uit meer dan vijfhonderd boodschappen van Beboleden en enkele beroemdheden werd in augustus 2008 naar Gliese 581 c gestuurd. Daar zal de begroeting ter waarde van $40.000,- in 2029 arriveren. Helaas is inmiddels uit nader onderzoek gebleken dat het er door broeikasgassen waarschijnlijk te warm is voor leven, laat staan intelligent leven. Op een antwoord hoeven we zodoende niet te rekenen.




Hoeveel aardachtige exoplaneten Kepler gaat ontdekken, blijft voorlopig nog de vraag. Volgens Alan Boss, de auteur van The Crowded Universe, wemelt het in ons melkwegstelsel en in het heelal van de terrestrische planeten. Boss deed veel theoretisch onderzoek naar planeetvorming en schat het aantal aardachtige planeten in het heelal in de quadriljoenen. De kans dat er op één van die ontelbare planeten leven of zelfs intelligent leven is, lijkt erg groot. Mocht Kepler één of een aantal aardachtige planeten binnen de bewoonbare zone van een ster vinden, dan zullen toekomstige, nog geavanceerdere ruimtetelescopen die planeten gaan bestuderen. Wie weet staat er ergens op die planeten nu een wezen naar de sterren te turen, dat zich ook afvraagt of er nog ander leven is in het heelal.

zondag 22 februari 2009

TED

In Long Beach te Californië wordt al sinds 1984 elk jaar de conferentie van TED georganiseerd. TED staat voor Technology, Engineering en Design, maar in de loop der jaren heeft de reikwijdte van TED zich verbreed, waardoor nu sprekers uit allerlei disciplines en werelden welkom zijn. Het gaat tijdens de conferentie om het uitwisselen van ideeën en visies - 'ideas worth spreading' is de subtitel van TED - en sprekers krijgen elk achttien minuten de tijd om hun verhaal te doen. Wetenschappers, politici, kunstenaars, uitvinders, futurologen, filosofen, schrijvers en journalisten; iedereen krijgt een veredeld kwartier om over zijn werk en passie te vertellen. De resultaten zijn vaak ronduit verbluffend.

Driehonderdzeventig TED talks zijn online te bekijken op wat misschien wel de beste website van het internet is: www.TED.com. De lezingen werden daar inmiddels meer dan negentig miljoen keer bekeken door vijftien miljoen bezoekers. Onder de sprekers bevinden zich vele bekende namen. Bill Clinton, Al Gore, Bill Gates, Google-oprichters Sergey Brin en Larry Page, Bono, Richard Dawkins en Jane Goodall; het is zo maar een greep uit een lange lijst van prominenten die hun opwachting maakten in Californië. Even langswippen in Long Beach is overigens geen optie; alleen leden van TED zijn welkom en voor een jaar lidmaatschap moest je in 2008 $6.000,- ophoesten. De organisatoren bekijken vervolgens of je wel relevant genoeg bent voor een zitplaats. De TED talks zijn op internet gelukkig gratis te aanschouwen.


Het zijn vaak de lezingen van relatief onbekende wetenschappers en uitvinders die het meest tot de verbeelding spreken. Zij bieden een blik op de nabije en soms ook verre toekomst. Hun visies zijn doorgaans verrassend optimistisch, behalve als onderwerpen als milieu en klimaat ter sprake komen, dan wordt de toon somber en dwingend en soms zelfs wanhopig. Daarentegen bieden de nieuwe technologieën die door wetenschappers en uitvinders gepresenteerd worden weer hoop en vooral verwondering op. Waar gaat het heen met de wereld? TED licht alvast een tipje van de sluier op.

Ik heb me zeker nog niet door alle driehonderdzeventig lezingen heen geworsteld, maar onderstaande selectie moet een aardig beeld geven van de rijkdom aan ideeën en inzichten die TED te bieden heeft. Achtereenvolgens vallen hieronder de TED talks van een futuroloog, een zwamvlokwetenschapper, een oorlogsfotograaf, een Zweedse professor op het gebied van de wereldgezondheid, een legendarische oceanologe en een Venezolaans jeugdorkest te bekijken. Voor iedereen die Engels kan verstaan, is het de moeite van het aanschouwen meer dan waard. Dat beloof ik.

Juan Enriquez: Beyond the crisis, mindboggling science and the arrival of Homo evolutis

Futuroloog Juan Enriquez mocht al meerdere malen zijn toekomstvisies komen weergeven tijdens een TED-conferentie. In deze lezing roept hij op tot een 'reboot' van de Amerikaanse samenleving en eigenlijk ook het opnieuw opstarten van de hele wereld. Hij bespreekt kort de oorzaken van de huidige kredietcrisis, deelt wat sneren uit naar politici en bankiers en bekritiseert het huishoudboekje van de Amerikaanse overheid, maar echt interessant wordt zijn talk pas als hij de duizenlingwekkende technologische ontwikkelingen van de afgelopen jaren in vogelvlucht doorneemt.

Binnenkort kunnen we doven weer laten horen en blinden weer laten zien. We zullen nieuwe organen kunnen kweken voor mensen die organen missen of waarvan de organen niet meer functioneren. Wetenschappers kunnen nu al synthetische cellen maken en beginnen te sleutelen aan het menselijke genoom. De enorme vooruitgang in de robotica stelt ons in staat robots te bouwen die nauwelijks nog te onderscheiden zijn van dieren. Volgens Enriquez staan we als gevolg hiervan op het punt een doorbraak mee te maken die zijn historische gelijke niet kent; de Homo Sapiens zal geleidelijk plaats maken voor de Homo Evolutis; de mens die zijn evolutie niet alleen controleert, maar ook zal sturen. Een nieuwe mens in een nieuwe samenleving is wat Enriquez in achttien fascinerende minuten betoogt.



Paul Stamets: 6 ways mushrooms can save the world

Bij paddenstoelen en schimmels denk je doorgaans aan de natte bosgrond tijdens een herfstwandeling of de dubieuze inhoud van een tupperware-bakje achterin de ijskast van een studentenhuis. Volgens wetenschapper Paul Stamets gaan schimmels echter de wereld redden! Hij laat in zijn TED talk zien hoe mycelium niet alleen een natuurlijke insecticide kan zijn, maar ook een belangrijke bron kan vormen voor antibiotica. En niet alleen bacteriën moeten vrezen voor schimmels, ook griepvirussen, waaronder H5N1 oftewel vogelgriep, zijn hun leven niet zeker.

Daarnaast kunnen schimmels zwaar verontreinigde grond binnen maanden weer omtoveren in een vruchtbare, schone bodem. Beter nog dan bacteriën zijn schimmels in staat chemische verontreiniging aan te pakken en vrij letterlijk op te lossen. Ook voor het energieprobleem heeft Stamets, die duidelijk niet op zijn gemak is voor een volle zaal, een schimmelende oplossing: econol. Uit het mycelium kan Stamets cellulose winnen, wat weer gebruikt kan worden als een basis voor brandstof. We kunnen onze groeiende vuilnisbelten met behulp van zwamvlokken omtoveren in beschimmelde broedplaatsen voor econol. Lang leve de paddenstoel!



James Nachtwey: Share a vital story with the world

Oorlogsfotograaf James Nachtwey ving de afgelopen twee decennia de meest afschuwelijke beelden op met de lens van zijn camera. In zijn lezing voor TED loopt hij alle brandhaarden langs die hij namens Time Magazine en Magnum bezocht en laat hij zijn meest sprekende foto's nog eens de revue passeren. Van Noord-Ierland tot Irak en van Rwanda tot een kindertehuis in Roemenië; Nachtwey maakte de ellende in de wereld zichtbaar voor het grote publiek. Rustig lezend vanachter zijn katheder vertelt hij zijn indrukwekkende verhaal ondersteund met vaak schokkende beelden.




Hans Rosling: Debunking third-world myths with the best stats you've ever seen


De Zweedse professor Hans Rosling laat met een wervelende show van bewegende statistieken en een goed gevoel voor humor zien dat het de goede kant op gaat in de wereld. Gezinnen in de derde wereld worden steeds kleiner en mensen leven overal langere en gezondere levens. Misvattingen over de derde wereld neemt hij met dansende taartdiagrammen in één klap weg. De wereld is drastisch aan het nivelleren geslagen en Rosling roept op tot een veel gedetailleerdere aanpak van het armoedeprobleem. Alleen de grafieken zijn het bekijken al meer dan waard.


Sylvia Earle: Here's how to protect the blue heart of the planet

Meer dan zesduizend uur zwom ze al onderwater; de legendarische oceanologe Sylvia Earle. Vol passie vertelt ze tijdens haar TED talk over de schoonheid en diversiteit van het leven in de oceaan en het belang van de gezondheid van dat leven voor ons eigen welzijn. Met schitterende beelden laat ze een wereld zien vol met bizarre en kleurrijke flora en fauna. Hoe bizar en wonderlijk precies laat ook David Gallo zien in een korte presentatie.

Helaas wordt het leven in onze oceanen ernstig bedreigd door overbevissing, vervuiling en global warming. Zo werd negentig procent van alle grote vissen in de afgelopen halve eeuw over de kling gejaagd. Voor elke kilo vis die gegeten wordt, wordt tien tot honderd kilo gedood. Earle draagt oplossingen aan, maar waarschuwt ook dat de komende tien jaar de belangrijkste van de komende tienduizend jaar zullen worden. Het is kortom nu of nooit. Twaalf procent van de landmassa is al beschermd gebied. Ook in de oceanen moeten we natuurreservaten creëren waar het leven zich in stand kan houden en herstellen. Ik laat de lekkerbekjes en haringen voorlopig even links liggen in ieder geval.



Gustavo Dudamel and the Teresa Carreño Youth Orchestra: A musical sensation from Venezuela

El Sistema is een langlopend project uit Venezuela waarmee de allerarmste kinderen door middel van muziekonderwijs een toekomst wordt geboden buiten de drugs en de misdaad. Het project is een groot succes en wist al meer dan honderdduizend kinderen een alternatief voor pessimisme te bieden. De onlangs als dirigent van het Los Angeles Philharmonic Orchestra aangestelde Gustavo Dudamel is een beroemd voorbeeld van het succes van het programma. Voor TED gaf het Teresa Carreño jeugdorkest een spetterend optreden. Muziek van de Russische componist Dmitri Sjostakovitsj en de Mexicaanse componist Arturo Márquez wordt met veel verve gespeeld. Kippenvel.

woensdag 11 februari 2009

Irakonderzoek II: de stroomversnelling

Bloed en hoop

Ik kan het tweede deel van mijn Irakonderzoek vrijwel op dezelfde manier beginnen als het eerste deel, want afgelopen vrijdag blies een vrouw zich veertig kilometer ten zuiden van Bagdad op te midden van een groep Sjiitische pelgrims. Er vielen veertig doden en meer dan zestig gewonden, wederom voornamelijk vrouwen en kinderen. Een afgerukt been was alles wat er overbleef van de vrouw die de aanslag pleegde. Een veertigjarige inwoner van Bagdad, Sadiya Kadom, beschreef tegenover de Associated Press een afschuwelijk tafereel van 'doden en krijsende gewonden'. De aanslag werd niet opgeëist, maar de autoriteiten wezen al snel met een beschuldigende vinger naar terreurorganisatie al Qaïda. Het was de derde zelfmoordaanslag binnen één week tijd.

Toch lijkt er hoop te gloren in Irak. Op eenendertig januari mochten de Irakezen naar de stembus voor hun versie van provinciale statenverkiezingen. En dat deden ze massaal. Vijfenzestig procent van de kiesgerechtigden bracht een stem uit, terwijl bij verkiezingen in 2005 het opkomstpercentage in sommige provincies nog slechts rond de twee procent had geschommeld. Op een aantal kleine incidenten na verliepen de verkiezingen geweldloos. Meer dan vierhonderd veelal nieuwe politieke partijen deden mee en de Irakezen hadden de keuze uit meer dan veertienduizend (!) kandidaten. Alleen in het semi-autonome Koerdische noorden en de potentiële brandhaard Kirkoek werd niet gestemd.

Wat daarnaast opmerkelijk was, is dat de kiezers massaal stemden voor nationale eenheid en veiligheid en dat de sektarische partijen, zoals die van Muqtada al-Sadr, gemarginaliseerd werden. De Irakezen stemden voor een toekomst als Irakees, niet een toekomst als Sjiiet of Soenniet. In het land van de Eufraat en de Tigris zijn de inwoners het sektarische geweld en de aanslagen klaarblijkelijk meer dan zat. Alle partijen die zich profileerden als Islamitisch of Arabisch kregen gevoelige klappen te verduren. Zou de neo-conservatieve droom van een seculiere democratie in het hart van het Midden-Oosten dan toch nog uitkomen? In december zijn er parlementsverkiezingen; dan weten we meer.



Dat de Irakezen de opgelegde democratie lijken te omarmen, zou eigenlijk niemand mogen verbazen. In maart 2008 publiceerde marktonderzoeksbureau Gallup de resultaten van een grootschalige opiniepeiling onder vijftigduizend Moslims in vijfendertig landen, waaronder Irak. Uit Who Speaks for Islam werd onder meer duidelijk dat de overgrote meerderheid van de Moslims wereldwijd snakt naar democratie en 'Westerse vrijheden', maar ze liever niet van buitenaf opgelegd ziet worden. Of de Islam als religieus dogma een gouden huwelijk kan aangaan met democratie blijft de vraag, maar dat Moslims en democratie samengaan lijkt evident - en dat laatste is wat telt.

Naast het positieve nieuws over de verkiezingen lijkt ook het geweld in Irak af te nemen. Sinds de Amerikaanse troepenuitbreiding - de zogenoemde surge - is het aantal burgerslachtoffers drastisch afgenomen. Volgens het Iraq Body Count project vielen er in 2008 nog 'maar' gemiddeld vijfentwintig burgerslachtoffers per dag. In 2006 waren dat er nog gemiddeld zesenzeventig en in 2007 zevenenzestig. Het blijft de vraag of de rust bewaard kan worden als de Amerikaanse troepen weer huiswaarts keren.

De nieuwbakken president van de Verenigde Staten, Barack Obama, stemde als senator tegen de surge en beloofde de kiezer de Amerikaanse troepen binnen zestien maanden weer naar huis te brengen. Inmiddels zouden zowel de hoogste generaal in de regio, David Petraeus, als de aangebleven minister van defensie, Robert Gates, er bij Obama op hebben aangedrongen zijn plannen te herzien. Het zou volgens Petraeus en Gates erg onverstandig zijn de politieke toekomst van Irak met een te overhaaste terugtrekking op het spel te zetten.

Volgens een gezaghebbende verslaggever van de Washington Post, Thomas Ricks, zou de huidige bevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten in Irak, generaal Raymond T. Odierno, tot 2015 minimaal vijfendertigduizend manschappen in Irak willen houden om de stabiliteit van de olierijke staat te bestendigen. Ricks is een uitgesproken criticaster van de oorlog in Irak en doorgaans zeer goed geïnformeerd. 'De Irakoorlog van Obama zou wel eens langer kunnen duren dan de Irakoorlog van Bush,' zo vertelde Ricks in de Daily Show van tien februari (zie video). Het zal moeilijk worden voor Barack Obama de roep om een langer verblijf in Irak te weerstaan, helemaal als blijkt dat voor de pacificatie van Afghanistan minder troepen nodig zijn, dan tot nu toe gedacht werd.



Half overstag

Niet alleen in Irak gebeurde er een democratisch wonder; ook in Nederland heeft minister-president Jan Peter Balkenende zijn jarenlange verzet tegen een onderzoek naar de Nederlandse besluitvorming omtrent de Irakoorlog moeten staken. Na een reeks van onthullingen van onder andere NRC Handelsblad, RTL Nieuws en de persdienst GDP besloot de eerste minister eigenhandig een commissie in te stellen die het wel en wee van de Nederlandse politieke steun voor de invasie moet gaan blootleggen. Voormalig president van de Hoge Raad Willibrord Davids (zie foto) heeft zich bereid verklaard de commissie te gaan leiden.



Het instellen van een commissie door de regering om het handelen van diezelfde regering te onderzoeken, is een op zijn minst merkwaardige stap. Het controleren van de regering is een taak en zelfs een grondrecht van het parlement en dus niet van de regering zelf. Tijdens de formatiebesprekingen is dit grondrecht wat betreft de Nederlandse rol in de Irakoorlog in het 'Pact van Beetsterzwaag' door de regeringspartijen verkwanseld. De PvdA sprak in 2004 nog bij monde van Bert Koenders over het 'neerlaten van een ijzeren gordijn' met betrekking tot de weigering van Balkenende de besluitvorming rond Irak te laten onderzoeken. Het ijzeren gordijn mocht drie jaar later van diezelfde partij gewoon blijven hangen.

Met de instelling van de Commissie Davids is het alsof de verdachte in het beklaagdenbankje aankondigde zelf het onderzoek naar zijn schuldvraag ter hand te zullen nemen. Toch stemde het parlement, dat in feite buitenspel wordt gezet, enigszins morrend in met de instelling van de commissie. Dat iemand met de statuur van Willibrord Davids zich voor het wiebelende karretje van Balkenende laat spannen, is een weer een ander verhaal.

Waar in Irak de democratie lijkt te floreren, daar krijgen de Nederlanders een regentesk doekje voor het bloeden aangeboden. De Commissie Davids zal namelijk niemand kunnen verplichten aan het onderzoek mee te werken. Zo heeft bijvoorbeeld Hilbrand Nawijn (zie foto), die ten tijde van de besluitvorming nog minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in het demissionaire eerste kabinet Balkenende was, al aangegeven geen medewerking te zullen verlenen aan het onderzoek. Of dat een ramp van epische proporties vormt, valt te bezien, maar Nawijn was wel aanwezig bij de ministerraadsvergaderingen en zou dus een kijkje achter de schermen kunnen bieden.


Ook zal de commissie getuigen niet onder ede kunnen verhoren, wat de betrouwbaarheid van getuigenissen niet ten goede komt. De burger moet er maar op vertrouwen dat de gehoorden de waarheid vertellen en aan dat vertrouwen in de politiek ontbreekt het structureel al jaren. Volgens Allard de Rooi, de oprichter van de burgerbeweging Openheid over Irak, leidde het ontbreken van een opkomstplicht en niet onder ede kunnen verhoren van getuigen al tot het 'falen' van soortgelijke commissies in Groot-Brittannië en het Europees Parlement. Het blijft zodoende de vraag of de Commissie Davids wel de juiste middelen tot haar beschikking heeft om de onderste steen boven te krijgen. De veelgenoemde kloof tussen politiek en burger wordt er in ieder geval niet mee gedicht, eerder verwijdt. Een regent stelt een regent aan om het beleid van een regent te onderzoeken. Tja...

De hele kwestie is inmiddels een schrijnend voorbeeld geworden van het volstrekte gebrek aan dualisme in ons staatsbestel. De fracties van de regeringspartijen in zowel de Eerste als Tweede Kamer stemden braaf volgens de partijlijn. De oppositie deed verwoede beroepen op het eergevoel en het geweten van de individuele volksvertegenwoordigers, maar die pogingen liepen stuk op de opgetrokken muren van betonnen partijdiscipline.

Vooral de rol van de Partij van de Arbeid is hierin bijzonder wrang. De PvdA had haar kiezers tenslotte tijdens de verkiezingscampagne een Irakonderzoek beloofd, maar die belofte werd tijdens de formatiebesprekingen in Beetsterzwaag al geloochend. Ook nu, in de herkansing, werd de kiezer de wacht aangezegd, ook al had Balkenende de Commissie Davids zonder raadpleging van zijn belangrijkste bondgenoot in de coalitie, minister van Financiën Wouter Bos, uit de hoge hoed getoverd. De PvdA werd voor een fait accompli gesteld en slikte het als zoete koek.

Dat Wouter Bos überhaupt een ministerspost bekleedt is al een gotspe, aangezien hij de kiezer beloofd had onder het mom van het herstel van het dualisme de fractie in de kamer te zullen blijven aanvoeren. Ook die belofte verdampte toen de macht daagde. Verstokte sociaal-democraten zullen toch met weemoed terugdenken aan de dagen van Joop den Uyl, toen de partij tenminste nog ergens voor stond en de geharde ruggengraat van een havenarbeider had, in plaats van de huidige wervelkolom van smurfensnot. De huidige fractieleider Mariëtte Hamer beloofde bij haar aantreden in september nog een 'reanimatieprogramma' om kiezers terug te brengen bij de partij. Hartmassage vereist echter wel de aanwezigheid van minimaal een hart, niet slechts een berekenend brein.

Hans van Mierlo (D66) wist de kromheid van de nu ontstane situatie nog het beste onder woorden te brengen tijdens een uitzending van Pauw en Witteman (zie video). Volgens de Minister van Staat had de PvdA 'iets weggegeven, wat niet van hen is'. Ook partijgenoot Alexander Pechthold betichtte de PvdA van 'de uitholling van het parlementaire systeem'. Hans van Baalen (VVD) noemde de commissie een 'jaren vijftig-oplossing' waarmee het kabinet het parlement 'schoffeert'. Harry van Bommel (SP) sprak zelfs over 'Operatie Doofpot'; Balkenende zou gewoonweg het woord 'Irak' een jaar lang niet meer willen horen.



Zelfs de recente, nogal belastende uitspraken van voormalig topambtenaar Hans Siepel in re.Public konden gisteren Willibrord Davids niet meer werkloos maken:
‘Dat was in 2003, aan de vooravond van de Irak-oorlog. Ik was voorzitter van de strategiegroep-Irak en werkte voor het kabinet aan de communicatie rond de naderende strijd. Ik vond dat het kabinet in haar standpuntbepaling rekening moest houden met de weerstand in de samenleving. Maar de regering bewandelde alleen de institutionele kaders. En dat was Amerika steunen. Dat deden we altijd, dus dit keer ook. De vraag was niet óf we de VS in Irak zouden steunen, de vraag was welke argumentatie we daarbij zouden verzinnen.'
In het door Agnes Kant (SP) maar weer eens aangevraagde spoeddebat maakte Balkenende duidelijk wat hij van plan is in de komende maanden. Negen maanden lang zal de Commissie Davids broeden op alle vragen en dan een rapport baren wat aan alle onduidelijkheden een einde moet maken. Tot die bevalling is Irak door de regering verklaard tot een 'no go zone'; de regering zal de kaken stijf op elkaar houden en daarmee het parlementaire grondrecht op informatie simpelweg opschorten. Dat op dezelfde dag het correctief referendum, wat de bevolking de mogelijkheid zou geven een besluit van de overheid tegen te houden of terug te draaien, zoals bijvoorbeeld een steunverlening aan een oorlog, in de Tweede Kamer sneuvelt, door onder andere weerstand van het CDA, is tekenend voor het gebrek aan vertrouwen in democratische waarden binnen de 'normen en waarden'-partij.

Jan Peter Balkenende beloofde klaarheid, maar krijgt vooralsnog voornamelijk tijdswinst. De Commissie Davids zal pas in november van dit jaar de beloofde klaarheid verschaffen en mocht die klaarheid dan toch nog te troebel blijken, dán zal pas een parlementair onderzoek de onderste steen boven mogen gaan halen. Tegen de tijd dat een parlementair onderzoek is afgerond, zitten we waarschijnlijk al ver in het jaar 2010, misschien ontluiken de eerste bloesems van 2011 al.

En in 2011 zijn er weer Tweede Kamerverkiezingen. Gezien de huidige, positieve ontwikkelingen in Irak, die mogelijk en hopelijk doorzetten, kan de premier tegen die tijd met een gerust hart zijn kabinet laten vallen en iets beweren in de trant van: 'Ik heb het misschien niet helemaal zuiver gespeeld, maar kijk toch ook eens naar het resultaat; een dictator verdreven en een bevolking de vrijheid geschonken - is dat niet het allerbelangrijkste?' Van de tienduizenden slachtoffers, miljoenen ontheemden en de onvindbare massavernietigingswapens rest dan slechts een zwarte bladzijde in de recente wereldgeschiedenis.

Wellicht is een herboren, vrij Irak inderdaad het allerbelangrijkste, maar belangrijk is ook hoe het spelletje gespeeld werd. We leven tenslotte niet in een bananenrepubliek. Naar aanleiding van de diverse onthullingen van de afgelopen maand valt eigenlijk al te concluderen dat het spel niet zuiver gespeeld is. In eerste instantie was ik van plan om de volkenrechtelijke basis van de politieke steun aan de invasie onder de loep te nemen, aangezien dat volgens mij de kern van de kwestie omvat, maar gezien de versheid van de onthullingen, zal ik eerste aandacht besteden aan een schijnbare randzaak: waarom werd er eigenlijk wel politieke maar geen militaire steun aan de invasie verleend?

Geen militaire steun?

Het is ten eerste überhaupt nog de vraag of de Nederlandse regering wel alleen politieke steun verleend heeft. Het Nederlands Dagblad publiceerde op 30 januari een interview met de voormalige Amerikaanse onderminister van Defensie Douglas Feith. Feith had op pagina 396 van zijn boek War and Decision geschreven dat Nederland 'combat support' of 'combat service support' heeft geleverd en dat gaat wel wat verder dan alleen politieke steun.

Feith beweerde ook dat veel landen in het geheim hadden meegeholpen aan de invasie van Irak. Toen het Nederlands Dagblad hem telefonisch om een toelichting vroeg, bleek Feith zich ineens niet meer te kunnen herinneren wat Nederland nou precies had bijgedragen: 'Dat is allemaal detaillistische informatie en lang geleden.’ Voor zover nu bekend is, waren de Patriotraketten die in Turkije waren gestationeerd de enige officiële militaire bijdrage van Nederland aan de Irakoorlog.

Vooral het VPRO-radioprogramma Argos wist in de afgelopen jaren veel op te rakelen met betrekking tot vermeende Nederlandse militaire steun aan de invasie. Helaas zijn veel van de openbaringen gebaseerd op anonieme bronnen, vluchtige inzagen in rapporten en inmiddels weer van websites verdwenen informatie, waardoor er moeilijk te spreken valt van harde bewijzen. Toch weet Argos mijns inziens gefundeerde twijfel te zaaien over het officiële standpunt van de Nederlandse regering dat er geen militaire steun is verleend.

De Groene Amsterdammer zette in een artikel van negen januari jongstleden de belangrijkste vindingen nog even op een rij. Zo zouden de Nederlandse strijdkrachten onder andere actief hebben meegeholpen met het inzamelen van inlichtingen ter voorbereiding van de invasie in Irak. Nederlandse F-16's voerden verkenningsvluchten uit boven Irak - één moest er zelfs een noodlanding maken - en Nederlandse en Deense special forces voerden in Irak geheime missies uit om inlichtingen te vergaren, aldus een gelekt Deens rapport.

Nederlandse commandotroepen zouden ook na de invasie actief betrokken zijn geweest bij oorlogshandelingen. In Noord-Irak zouden volgens een bron binnen de Britse special forces Nederlandse commandotroepen de Amerikanen geholpen hebben bij het openen van een tweede front:
‘Daartoe moest bij Harir, in Koerdisch gebied, een landingsbaan op een vervallen vliegveld worden klaargemaakt. Voor deze operatie waren veel special forces nodig en daarbij kregen de Amerikanen hulp van special forces van verschillende bondgenoten, waaronder de Britten, maar ook de Nederlanders’
Onder andere de legendarische BBC-journalist John Simpson zou dit verhaal tegenover Argos hebben bevestigd. Simpson was ten tijde van de invasie zeker in Noord-Irak; hij overleefde er ternauwernood een bombardement van de Amerikaanse luchtmacht.

Ook 'versprak' de toenmalige staatssecretaris van Defensie Cees van der Knaap zich tegenover RTL Nieuws, toen hij een paar maanden voor de invasie meldde dat een Nederlandse onderzeeër betrokken was bij de voorbereidingen voor de oorlogshandelingen:
'De Amerikanen zijn heel druk bezig om te kijken van: hoe is dit gebied. Het ligt vlak bij Irak. Het is de toegangsweg tot Irak, dus het is heel duidelijk dat ze zo goed mogelijk kennis willen nemen van alle activiteiten in dit gebied, dat ze daar een scenario over willen maken, en in dit kader moet u ook deze activiteiten van deze onderzeeboot zien.’
De onderzeeboot in kwestie, de Walrus, werd gefilmd in Dubai, waar hij net was aangemeerd na een geheime missie in de Golfregio. Saillant detail was de aanwezigheid aan boord van vier Amerikaanse 'afluisteraars', die 'elk Arabisch dialect zouden kunnen verstaan'. De Hr.Ms. Walrus (zie foto)is een bijzonder geavanceerde spionageduikboot, waarover de Amerikanen zelf niet beschikken, aldus De Groene Amsterdammer.



De onthullingen van Argos lieten ook de oppositie in de Tweede Kamer niet onberoerd. Op 4 april 2007 werd minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) acht uur lang doorgezaagd over de vindingen van het VPRO-radioprogramma, maar de regering ontkende alle aantijgingen stelselmatig. Het kabinet had alleen politieke steun verleend en meer niet.

Begin vorig jaar lagen Argos en Van Middelkoop opnieuw met elkaar in de clinch; toen betrof het Nederlandse special forces die in 2001 en 2002 buiten hun mandaat om in Afghanistan actief waren geweest. Volgens Argos zouden de commandotroepen onder de naam Task Force Quebar vanuit Kandahar hebben deelgenomen aan gevechtshandelingen tegen de Taliban en al Qaïda, terwijl hun mandaat ophield bij de stadsgrenzen van Kabul. Van Middelkoop bleef stelselmatig de aantijgingen ontkennen. De minister betichtte Argos zelfs van 'UFO-journalistiek' - de Raad voor de Journalistiek besliste echter in het voordeel van de journalisten.

Daarnaast verscheen overste Jan Blom (uiterst rechts op de foto) in gevechtstenue op de eerste persconferentie van generaal Tommy Franks drie dagen na de start van de invasie. Blom was op dat moment werkzaam als verbindingsofficier voor de in Turkije gestationeerde Patriotraketten, maar werd door Franks voorgesteld als vertegenwoordiger van de 'Coalition of the Willing' - de term die de Amerikanen bezigden om de coalitie van landen aan te duiden die de invasie militair steunden.

De aanwezigheid van luitenant-kolonel Blom bij de persconferentie leidde tot consternatie in Nederland, maar het bleek om een 'vergissing' te gaan. Volgens wederom Argos was de aanwezigheid van Blom echter geen vergissing, maar een beloning:
Waarom denkt u dat bij de eerste grote persconferentie door de hoogste Amerikaanse generaal Tommy Franks in Qatar een Nederlandse officier op het podium stond? Dat was echt niet alleen wegens de verbale steun die Nederland heeft gegeven’
Aldus een anonieme inlichtingenofficier ‘uit een Westers land’.



Er bestaat, kortom, toch wel enige aanleiding om te vermoeden dat Nederland actieve militaire steun verleend heeft aan de invasie van Irak, maar helemaal klip en klaar is de situatie allerminst; het zaakje stinkt zogezegd. Er zijn een aantal vragen die de Commissie Davids beantwoord zou moeten krijgen om de stank weer te verdrijven. Waar waren de Nederlandse onderzeeërs - of overige marineschepen - ten tijde van de invasie? Welke vluchten hebben Nederlandse F-16's in die periode uitgevoerd? Waar waren de Nederlandse commandotroepen en special forces voor, tijdens en na de invasie? Heeft de Nederlandse regering kortom geheime steun toegezegd en gegeven aan de invasie? Hoeveel 'Jan Bloms' werkten er op het moment van de invasie samen met de Amerikanen en de Britten? Welke werkzaamheden verrichtten zij precies en zijn ze betrokken geweest bij oorlogshandelingen? Heeft het kabinet overwogen deze manschappen terug te trekken om elke schijn van militaire steun te vermijden? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd?

De kip en het ei

Maar zolang een Nederlandse militaire deelname niet bewezen is, moeten we er van uitgaan dat de regering alleen politieke steun heeft verleend. De Eerste Kamerfracties van de PvdA, SP, D66, Partij voor de Dieren en Groenlinks, die vorig jaar meer dan honderd vragen stelden aan de regering, waren benieuwd waarom het eigenlijk alleen bij politieke steun is gebleven. Indien de casus belli inderdaad zo onomstotelijk vaststond, wat belette de regering onze krijgsmacht in te zetten om de wereld te ontdoen van de 'imminente dreiging' die van Saddam Hoessein uitging? Waarom de Amerikanen en Britten de hete kastanjes uit het vuur laten halen als je zelf ook een militair steentje kunt bijdragen? In de de antwoorden die de regering gaf wordt de volgende verklaring gegeven:
De Verenigde Staten hebben geen formeel verzoek gedaan aan de Nederlandse regering om deel te nemen aan de daadwerkelijke militaire inval in Irak. De VS hebben Nederland gevraagd politieke steun te bieden, mocht het komen tot militair optreden. De Nederlandse regering heeft haar uiteindelijke, eigenstandige (sic) afweging om een inval in Irak niet militair doch wel politiek te steunen gemaakt op 18 maart 2003.
Dit standpunt is door de regering ad nauseum herhaald. De Amerikanen vroegen niet om militaire steun en daarom heeft Nederland deze dan ook niet gegeven. De Volkskrant en RTL Nieuws wisten echter beslag te leggen op vertrouwelijke ambtelijke stukken, waaruit bleek dat de regering Bush wel degelijk Nederland had verzocht een militaire bijdrage te leveren aan de invasie van Irak. In één van de ambtelijke stukken (pdf) die openbaar werden gemaakt door RTL Nieuws wordt overduidelijk gerefereerd aan een Amerikaans verzoek voor een militaire bijdrage:
Het oorspronkelijke verzoek van de VS om militaire bijdragen is gevoegd als bijlage 3
Helaas ontbreekt de betreffende bijlage. Het is aan de Commissie Davids om die bijlage alsnog boven water te krijgen.

Heeft Jan Peter Balkenende gelogen tegen beide kamers van onze volksvertegenwoordiging? Het zou schrijnend zijn voor een politicus die doorgaans de mond vol heeft van normen en waarden als blijkt dat zijn eigen normen en waarden te wensen overlaten. Maar het antwoord is niet eenvoudig te geven. De crux van de hele zaak zit hem in het woord 'formeel'. De regering heeft steeds ontkend dat er een formeel of concreet verzoek is gedaan door Washington. Dat er oriënterende gesprekken zijn geweest met Amerikaanse diplomaten en er diverse scenario's zijn doorgenomen, waaronder die van actieve militaire ondersteuning, wordt niet ontkend.

Maar dat er een enigszins formeel verzoek is gedaan werd op 29 januari in een interview met journalisten van De Stentor bevestigd door Richard L. Armitage (zie foto), die van 2001 tot 2005 de onderminister van Buitenlandse Zaken was onder president Bush:
"We hebben officiële documenten gezonden en diplomaten naar Nederland gestuurd. Ik noem dat een verzoek. Hoe iemand anders dat noemt, moet hij weten." (vertaling NRC Handelsblad)


Een paar dagen later verklaarde Armitage tegenover het NOS-journaal dat zijn woorden verkeerd geïnterpreteerd waren en dat hij zich 'ongelukkig had uitgedrukt'. Het verzoek om steun zou gedaan zijn na de invasie en zou betrekking hebben gehad op de wederopbouw van Irak, niet de invasie. Het oorspronkelijke geluidsfragment, dat pas een dag later opdook, laat er echter geen twijfel over bestaan; Armitage sprak over een steunverzoek voor de invasie en niet de wederopbouw:
"We vertelden onze bondgenoten dat de Iraakse bevolking er positief tegenover zou staan... Dus wat wilden we? We wilden militaire hulp. De onderliggende implicatie was dat de Irakezen het zouden overnemen. Ze hadden olie. Dus ze hebben inkomsten... Dus waarom zouden we om politieke, medische en dat soort steun vragen als we militaire steun nodig hadden om erin en eruit te gaan?... We vroegen nooit om iets anders." (vertaling Parool)
Richard Armitage lijkt aan hetzelfde plotselinge geheugenverlies te leiden als zijn voormalige collega Douglas Feith.

De uitspraken van Armitage en de onthullingen van RTL Nieuws en De Volkskrant kwamen bovenop eerdere onthullingen van KRO Reporter en het VPRO-radioprogramma Argos. KRO Reporter (bekijk hier de uitzending) en Argos wisten in april 2007 al beslag te leggen op een vertrouwelijk memorandum, waaruit zou blijken dat er wel degelijk een Amerikaans verzoek om een Nederlandse militaire bijdrage was gedaan. De Verenigde Staten zouden blijkens dat memorandum Nederland op 21 november 2002 verzocht hebben om de inzet van de Luchtmobiele Brigade, fregatten, mijnenjagers, F-16's, Apache-gevechtshelikopters, precisiewapens en onderzeeërs.

Naar aanleiding van de uitzending van KRO Reporter schreven de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie een brief aan de Tweede Kamer met tekst en uitleg; het zou slechts gegaan zijn om een 'brainstormsessie onder leiding van de minister van Buitenlandse Zaken', waarin mogelijke scenario's werden behandeld. Echter, zowel kamerlid Bert Bakker (D66) als Harry van Bommel (SP) en Hans van Baalen (VVD), destijds beiden lid van de vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken en Defensie, bevestigden dat het een verzoek om militaire steun betrof.

Hans van Baalen (zie foto) deed in zijn commentaar op het document echter een uitspraak die, volgens mij, cruciaal is in de kwestie van de steunverlening. Van Balen zegt ten eerste dat het geen formeel verzoek betrof. Dus hierin lijkt hij het standpunt van de regering te staven. Hij vervolgt echter met te zeggen dat formele verzoeken tussen staten alleen gedaan worden, als men zeker weet dat het verzoek ingewilligd zal worden. Staten willen namelijk onder geen beding 'een blauwtje lopen', want dat zou gezichtsverlies betekenen.



Indien Van Baalen gelijk heeft - en ik heb geen reden aan zijn expertise op het gebied van buitenlandse zaken te twijfelen - dan rest de vraag waarom de Amerikanen geen formeel verzoek ingediend hebben. Is dat omdat ze geen 'blauwtje wilden lopen', aangezien ze al wisten dat Nederland het verzoek niet zou inwilligen? In dat geval is het antwoord van de regering op de vragen van de Eerste Kamerfracties op zijn minst onvolledig. Het besluit om geen militaire steun te verlenen is in dat geval niet gebaseerd geweest op het uitblijven van een formeel verzoek, maar is dan in een eerdere fase van het besluitvormingsproces genomen en op andere gronden. Op welke gronden precies zal de Commissie Davids moeten zien te achterhalen.

Of hebben de Verenigde Staten, zoals Armitage later beweerde, geen verzoek gedaan omdat ze 'zo arrogant' waren, omdat ze dachten de klus zonder Nederlandse steun te kunnen klaren? Maar waar komen de 'informele' steunverzoeken dan vandaan? Bijvoorbeeld de lijst met de straaljagers, de onderzeeboten en de gevechtshelikopters? Het is niet erg aannemelijk dat de Verenigde Staten in eerste instantie dachten Nederlandse militaire steun wél nodig te hebben, om daar een paar maanden later weer op terug te komen.

Het lijkt sterk op de aloude kip en het ei-discussie. Wat was er eerder: de kip? - Oftewel het niet indienen van een formeel steunverzoek door Washington? Of het ei? - De weigering van Nederland om bij voorbaat aan een formeel steunverzoek gehoor te geven?

Dat de Verenigde Staten geen Nederlandse militaire steun nodig hadden voor de invasie in Irak is vanuit puur operationeel oogpunt realistisch. Het is geen arrogantie, maar werkelijkheid; het Amerikaanse leger is veruit het sterkste leger ter wereld en had de steun van onze Jannen en Klazen zeker niet nodig om het Irakese leger op de knieën te dwingen. Een formeel steunverzoek lijkt vanuit die optiek overbodig. Washington had wel een ander probleem. Door het gebrek aan een mandaat van de VN Veiligheidsraad was de regering Bush naarstig op zoek naar legitimatie voor de inval. En die legitimatie zou alleen maar verschaft kunnen worden door een zo groot mogelijke coalitie van staten die de invasie zouden steunen. Washington was, kortom, blij met alle militaire steun die het kon krijgen.

President Bush refereerde in al zijn toespraken over Iraqi Freedom constant aan 'coalition forces' en de 'Coalition of the Willing', schijnbaar om het internationale karakter van de operatie maar te benadrukken. In dat licht moet ook de persconferentie van Tommy Franks worden gezien, waarin hij zich liet flankeren door leden van die coalitie, overste Blom incluis. De invasie moest met het tonen van een schijnbare internationale consensus de ontbeerde legitimiteit verkrijgen. De Amerikaanse diplomaten, waar Armitage over sprak en die volgens de Franse ambassadrice de deur van het Torentje in Den Haag platliepen, waren echt niet alleen naar Nederland gekomen voor het verkrijgen van politieke steun. Op een gegeven moment heeft de regering 'nee' gezegd tegen de Amerikanen, en niet andersom. En in het ergste geval heeft de regering publiekelijk 'nee' gezegd, maar heimelijk 'ja'.

Het formele verzoek is er, kortom, nooit gekomen, omdat ergens in het traject de regering besloten heeft, dat (openlijke) militaire steun geen optie was. Wellicht vond de regering de rechtsbasis te wankel. Misschien was men bang voor aanslagen. Er zijn tal van redenen te verzinnen, maar de door de regering gegeven reden lijkt het in ieder geval niet te zijn.

Het is aan de Commissie Davids om de waarheid boven tafel te krijgen, maar gezien de middelen die de commissie ter beschikking staan, lijkt dat een vrijwel onmogelijke opgave. Getuigen binnen Defensie, diplomaten uit Washington en (top-) ambtenaren in Den Haag zullen alleen uit vrije wil gehoord kunnen worden. Het lijkt me erg onwaarschijnlijk dat de hoofdrolspelers zullen staan te trappelen om tegenover de voormalige president van de Hoge Raad open kaart te spelen. Over negen maanden weten we meer.

In deel drie van mijn Irakonderzoek zal ik ingaan op de volkenrechtelijke basis van de politieke steunverlening van Nederland aan de Irakoorlog. Heeft de Nederlandse regering bijvoorbeeld de eigen grondwet buitenspel gezet om de belangrijkste bondgenoot maar niet te isoleren?

Wordt vervolgd...

maandag 26 januari 2009

Glazen bollologie

De naam Nostradamus zie je tegenwoordig weer vaak opduiken en dat komt niet alleen door de grappige sketch van Hans Teeuwen. Van Michel de Nostredame (zie afbeelding) verscheen in 1555 Les Propheties, een bundel met honderden kwatrijnen waarin hij voorspellingen over de toekomst deed. Nostradamus hield ervan zijn voorspellingen zo vaag mogelijk te houden, want hij noemt geen jaartallen en daarnaast zijn de vierregelige verzen doorspekt met voor meerdere interpretaties vatbare beeldspraak. En juist door die vaagheid blijven lezers er allerlei 'waarheden' in vinden.



Ik heb me wel eens met wat flinke tegenzin op een paar strofen gestort, en het leest eigenlijk nog best lekker weg, maar ik vermoed toch wel dat zijn voorspellingen klinkklare onzin zijn, oftewel la-rie-koek! De al dan niet door hallucinogene middelen opgewekte visioenen rechtvaardigen de eeuwenlange aandacht niet of nauwelijks. Toch begrijp ik de voortdurende fascinatie met waarzeggers als Nostradamus wel. Het is, getuige het succes van het science-fictiongenre in de populaire cultuur, blijkbaar interessant om over de toekomst te fantaseren. Daarnaast geven voorspellingen mensen het idee dat de geschiedenis zich via een vast patroon ontwikkelt; er is geen sprake van chaos, maar van orde. Orde - of eigenlijk determinisme - betekent zekerheid en daar snakken we allemaal wel naar. Toch?

Terwijl er miljoenen historici en archeologen zijn die dagelijks al bladerend door stoffige archieven of al kwastend in een bouwput het verleden in kaart proberen te brengen, zijn er weinig serieuze wetenschappers die zich inlaten met het uitspreken van toekomstverwachtingen voor de al te lange termijn, terwijl de wetenschap in essentie niets anders dan gereedschap om de toekomst mee te kunnen voorspellen is. Wetenschappers zijn zich echter vaak danig bewust van de beperkingen van hun eigen kennis.

Zo kan een geoloog goed beschrijven wat er tijdens een aardbeving gebeurt, maar exact voorspellen wanneer de volgende zal plaatsvinden is vrijwel onmogelijk. Een astronoom weet dat asteroïden regelmatig met vernietigende kracht inslaan op het aardoppervlak, maar wanneer de volgende zal inslaan valt niet te zeggen. Een viroloog weet dat er regelmatig virussen opduiken die de wereldbevolking in een pandemie uitdunnen, maar wanneer de volgende uitbraak zal zijn, blijft giswerk. Een historicus weet dat oorlogen eerder regel dan uitzondering zijn, maar wanneer de volgende zal uitbarsten? Et cetera.

De toekomst is dan ook moeilijk te voorzien en het is daarnaast carrièretechnisch niet handig om je vingers te branden aan al te stellige uitspraken. Zo deed de Club van Rome in een rapport getiteld Grenzen aan de Groei in 1973 een groot aantal voorspellingen over de gevolgen van overbevolking en het uitgeput raken van grondstoffen en die voorspellingen zijn stuk voor stuk niet uitgekomen. Sceptici met betrekking tot de oorzaken en de gevolgen van de opwarming van de aarde wijzen doorgaans graag op dat rapport; we moesten maar niet al te veel waarde hechten aan allerlei doemscenario's, hoe knap de koppen ook zijn die de scenario's schetsen.

Toch zijn er veel wetenschappers die zich wel inlaten met het voorspellen van de toekomst. Zij baseren zich niet op goddelijke inspiratie, de sterren of de geestverruimende werking van paddenstoelen, maar trekken bestaande trends en ontwikkelingen door naar bijvoorbeeld het einde van deze eeuw. Voor de ene wetenschapper levert dit een bijzonder naargeestig toekomstbeeld op; voor de ander juist een toekomst om naar te verlangen. Futurologen worden deze mensen soms ook wel genoemd en een aantal van hen is zeker de moeite van een nadere bestudering waard. Hoe zal deze eeuw er uit komen te zien?

Kille woorden over een warme toekomst

Eerst maar eens die verdraaide klimaatverandering. Vorige week werden de resultaten van een peiling over global warming van de Universiteit van Illinois onder meer dan tienduizend aardwetenschappers gepubliceerd; negentig procent van de respondenten gaf aan dat er sprake is van een opwarming van de aarde. Meer dan tachtig procent erkende dat menselijke activiteit een belangrijke oorzaak van die opwarming is. Opvallend is dat meer dan negenenzeventig procent van de ondervraagde klimatologen - veelal afhankelijk van publieke middelen - aangeeft dat global warming plaatsvindt en dat mensen daarin een rol spelen; vooral petroleumgeologen - veelal betaald door oliemaatschappijen - betwijfelen of de opwarming echt is en slechts zevenenveertig procent erkent de menselijke invloed op dat proces. Hmmm, hoe zou dat nou toch komen? Het onderzoek toont in ieder geval aan dat de overgrote meerderheid van de wetenschap aan de kant van Al Gore en consorten staat.

Wel bestaan er nog grote verschillen van mening over hoe kwalijk dit proces van opwarming nu precies is. Eén van de belangrijkste klimaatwetenschappers is James Hansen. Hij geeft leiding aan het Goddard Institute of Space Studies van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Zijn instituut verricht met wereldwijd duizenden meetpunten onderzoek naar temperatuurverandering in onze atmosfeer. Hansen waarschuwt als sinds het einde van de jaren tachtig voor de gevolgen van klimaatverandering. Afgelopen week kwam hij weer in het nieuws; volgens Hansen heeft president Obama nog maar vier jaar de tijd om de wereld te redden! Het moet absoluut binnen zijn eerste termijn gebeuren, want anders is het te laat.

Volgens Hansen zijn de gevolgen van global warming tot dusver onderschat; het smelten van de poolkappen gaat veel sneller dan vooralsnog werd aangenomen, waardoor de stijging van de zeespiegel aan het einde van de eeuw niet maximaal zestig centimeter zal zijn, zoals het IPCC recentelijk voorspelde, maar zal uitkomen op bijna anderhalve meter. De gevolgen voor dichtbevolkte kustgebieden in Nederland, Bangladesh en China zullen rampzalig zijn, aldus Hansen, die overigens ook aangaf dat het proces niet meer te stoppen valt, hooguit nog af te remmen. De door Obama voorgestelde maatregelen zijn verre van afdoende in ieder geval. De vorige president negeerde de waarschuwingen van Hansen simpelweg de afgelopen acht jaar...

'Het is al te laat!' roept de Britse wetenschapper James Lovelock (zie foto). Lovelock is vooral beroemd geworden door zijn onderzoek naar chloorfluorkoolstofverbindingen (CFK's) en als bedenker van de Gaia Hypothese. Deze CFK's breken onder invloed van de ultraviolette straling van de zon het ozon in de ozonlaag af, waardoor er gaten ontstaan in de natuurlijke beschermlaag tegen zonnestraling. Mede door het onderzoek en het activisme van Lovelock is er een wereldwijd verbod gekomen op het gebruik van CFK's in bijvoorbeeld koelkasten en airconditioners en hoeven we ons tijdens het zonnen minder zorgen te maken over huidkanker.

Of een soortgelijke eensgezindheid met betrekking tot global warming de wereld nog kan redden, geeft hij 'not a hope in hell'. Alleen als boeren massaal hun oogstafval gaan verbranden en als houtskool door hun akkers vermalen, kan de hoeveelheid koolstof die bij de vertering van dat afval door allerlei kleine beestjes als microben wordt vrijgemaakt, worden teruggedrongen. Maar Lovestock ziet het simpelweg niet gebeuren; sinds het Verdrag van Kyoto kibbelen wereldleiders al jaren over een vervolg, maar dat lijkt er voorlopig niet te komen.



Lovelock voorspelt dat er aan het einde van deze eeuw nog maar hooguit een miljard mensen op aarde zullen zijn. De gevolgen van de klimaatverandering zullen de wereldbevolking vrijwel decimeren. Waar James Hansen waarschuwt voor een hogere zeespiegel, daar wijst James Lovelock op de gevolgen voor de landbouw, vooral door woestijnvorming en afnemende bodemvruchtbaarheid. Een groot deel van de wereldbevolking voedt zich met rijst en juist dat gewas is erg gevoelig voor temperatuurstijgingen; een paar graden warmer levert al een fors lagere oogst op. In de gebieden waar nu al sprake is van structurele tekorten, zullen hongersnoden deze eeuw de bevolking uitroeien of op de vlucht jagen. Het resulterende intensievere gebruik van landbouwgronden die nog wel voldoende oogst opleveren, zullen daar de grond snel uitputten.

Lovelock wijst voor zijn voorspelling op de situatie van vijfenvijftig miljoen jaar geleden, toen er door vulkanen net zoveel koolstof de atmosfeer ingepompt werd als nu door mens en natuur samen. Dat leidde destijds tot het temperatuursmaximum tijdens de overgang van het Paleoceen naar het Eoceen. Twintigduizend jaar lang was de temperatuur gemiddeld vijf graden hoger dan normaal, waardoor de poolkappen smolten en de wereld grotendeels veranderde in één grote woestijn. Wat miljoenen jaren geleden gebeurde, zal zich deze eeuw herhalen. 'Het is alsof we met zijn allen in een roeibootje zitten, niet beseffende dat even verderop de Niagarawatervallen liggen,' vertelde Lovelock vorig jaar in de Belgische krant Het Laatste Nieuws. Toch wordt er momenteel nog meer waarde gehecht aan het redden van Fortis, dan het redden van, tja, de planeet.

De hongersnoden, vluchtelingenstromen, epidemieën en massale sterfte zal Lovelock in ieder geval niet meer meemaken. De negentigjarige zal later dit jaar nog wel het voorrecht ten deel vallen een ruimtereis te mogen maken. Richard Branson, de grote man achter alles wat Virgin doet, heeft Lovelock als gast uitgenodigd voor de eerste vlucht van SpaceShipTwo van Virgin Galactic. Daar kan hij nog een laatste blik werpen op de volgens hem overbevolkte en nu nog groene planeet - de woestijnvorming is overigens al in volle gang. Het valt te hopen dat de voorspellingen van zowel Hansen als Lovelock niet uitkomen, maar het is verstandig om er meer waarde aan te hechten dan aan de dichtregels van Nostradamus.

De technologische singulariteit van Kurzweil

Er is er dan geen hoop meer? De jobstijdingen over het klimaat, de proliferatie van massavernietigingswapens, de (aanstaande) beschavingsoorlogen, de nog steeds groeiende milieuvervuiling en de massale uitsterving van soorten doen het ergste vermoeden. Wellicht dat die hoop toch nog valt te putten uit de technologische vooruitgang, zeker als we Ray Kurzweil (zie foto) mogen geloven. Waar James Lovelock zichzelf omschrijft als een optimistiche pessimist, daar valt Kurzweil het beste te omschrijven als een hyperoptimistische optimist. Was de twintigste eeuw al een bijzondere eeuw qua technologische ontwikkelingen, de eenentwintigste eeuw zal volgens Kurzweil een eeuw van extreme en onvoorstelbare vooruitgang worden.



Kurzweil beredeneert in zijn uit 2001 stammende essay The Law of Accelerating Returns dat zowel biologische evolutie als technologische ontwikkeling geen lineaire processen zijn, maar beide een exponentiële groei laten zien. Het leven op aarde begon ongeveer vier miljard jaar geleden, maar bleef drieënhalf miljard jaar erg primitief; veelal eencellig en orgaanloos. Ongeveer een half miljard jaar geleden groeide het aantal soorten en de complexiteit van het leven explosief, tijdens de Cambrische Explosie. Sindsdien is het leven zich exponentieel blijven ontwikkelen - enkele massale uitstervingsgolven daargelaten - tot de enorme diversiteit aan soorten die we vandaag de dag kennen.

Kurzweil beweert dat technologische evolutie een eigenlijk natuurlijke uitbouw en voortzetting is van de biologische evolutie. Naar schatting drie miljoen jaar geleden begonnen de voorouders van de moderne mens gebruik te maken van gereedschappen gemaakt van steen. Het markeerde het begin van de Steentijd. Net als bij de biologische evolutie volgde vervolgens een lange periode van trage ontwikkeling. Pas rond 4.000 voor Christus werd voor het eerst brons gebruikt om gereedschappen mee te vervaardigen, maar vanaf dat moment zet de groei pas goed door. In de laatste twee eeuwen is het hek pas echt van de dam; van stoommachines, elektriciteit, radio, telefonie, verbrandingsmotoren, computers naar het internet - het gebeurde allemaal binnen enkele generaties en een fractie op de tijdschaal van de evolutie.

De technologische ontwikkelingen gaan momenteel zo snel, dat volgens Kurzweil de eenentwintigste eeuw net zo veel vooruitgang zal laten zien als de voorgaande 20.000 jaar samen. Alhoewel hij in zijn essay ingaat op een groot aantal technologische ontwikkelingen, wijst hij specifiek op de ontwikkeling van computers. De rekenkracht van computers is sinds de Tweede Wereldoorlog al tweeëndertig keer verdubbeld. De eerste computer die net zo krachtig is als het menselijke brein verwacht Kurzweil rond 2014. De eerste computer die net zo krachtig zal zijn als alle menselijke breinen samen verwacht Kurzweil ergens in de jaren veertig van deze eeuw. We staan, kortom, op het punt om een kunstmatige intelligentie te produceren die onze biologische intelligentie ver zal overstijgen. De onderstaande grafiek laat zien wanneer Kurzweil inschat dat die kunstmatige intelligentie beschikbaar wordt voor duizend dollar.


En wat zullen de gevolgen zijn van die (zelfs dubbele) exponentiële groei van technologische ontwikkelingen en kunstmatige intelligentie? Die zullen onvoorstelbaar zijn en letterlijk ons denkvermogen te boven gaan. Ten eerste zal die kunstmatige intelligentie in staat zijn om haar eigen intelligentie te vergroten, eerst met kleine stapjes, maar vervolgens weer exponentieel. In 2099 zal kunstmatige intelligentie als gevolg daarvan biljoenen keer biljoenen keer groter zijn dan de huidige biologische en kunstmatige intelligentie samen. Deze superintelligentie zal ten tweede technologieën kunnen ontwikkelen die met onze menselijke breinen simpelweg niet te bevatten zullen zijn en ook niet te voorspellen. We kunnen niet voorbij de horizon van die gebeurtenis kijken, net zoals natuurkundigen niet voorbij de waarnemingshorizon van een zwart gat kunnen kijken. Net als een zwart gat een singulariteit wordt genoemd, zo spreekt Kurzweil van een technologische singulariteit - een term die overigens niet door hem verzonnen is.

Is Ray Kurzweil knettergek? Dertien eredoctoraten van evenzovele universiteiten geven aan dat hij serieus wordt genomen. Bill Gates noemde hem een 'visionair'. Kurzweil adviseert de Amerikaanse strijdkrachten en is een graag geziene gast bij Amerikaanse presidenten. Tijdens de Amerikaanse voorverkiezingen mocht hij bij een campagnebijeenkomst in Pennsylvania vorig jaar Barack Obama aankondigen. Dit jaar zal Kurzweil net als Al Gore het filmdoek gaan gebruiken om zijn boodschap te verkondigen in een film getiteld The Singularity is Near. Inmiddels vangt Kurzweil veertigduizend dollar per lezing; een bedrag dat alleen al in 2006 veertig keer grif werd neergeteld voor de toekomstvisies van deze technologische Nostradamus.

En de klimaatverandering, gaat die geen roet in het singulariteitseten gooien? Waar James Lovestock buitengewoon pessimistisch is, daar claimt Kurzweil dat we ons geen zorgen hoeven te maken. In 2020 zullen we met nanotechnologie zonnecellen weten te fabriceren die zo efficiënt zullen zijn, dat we geen behoefte meer zullen hebben aan fossiele brandstoffen of nucleaire energie. De technologische vooruitgang zal ons daarnaast op den duur gaan redden van ziektes en zelfs sterfelijkheid - Kurzweil voorziet namelijk dat biologie en (nano-)technologie op den duur zullen samensmelten. Onze hersenen en wie weet ons bewustzijn worden in de toekomst gewoon opgeslagen op een harde schijf. Vervolgens zullen onze intelligentie en de door ons geschapen kunstmatige intelligentie zich met de snelheid van het licht - en wellicht sneller - over ons zonnestelsel en het heelal gaan verspreiden en uiteindelijk - ja,ja - zelfs nieuwe universa gaan creëren...De science-fictionschrijver Isaac Asimov voorzag in 1956 al min of meer hetzelfde toen hij het korte verhaal The Last Question schreef.

Kritiek op het toekomstbeeld van Kurzweil is er zeker, al betwijfelen maar weinig mensen dat de technologische vooruitgang inderdaad zo'n vlucht zal nemen deze eeuw. De kritiek spitst zich meer toe op de wenselijkheid van die vooruitgang. Wat gebeurt er als een kunstmatige intelligentie die miljarden malen slimmer is dan de hele mensheid bijelkaar besluit dat wij overbodig zijn geworden? We zouden slechts mieren zijn in de 'ogen' van die hypercomputer. Bill Joy, de man achter Sun Microsystems en de bedenker van Java, plaatste al in 2000 kanttekeningen bij de schijnbaar grenzeloze mogelijkheden van de technologische vooruitgang in een essay getiteld Why the Future Doesn't Need Us. En voormalig hoogleraar wis- en scheikunde, Theodore Kaczynski, zal wellicht de geschiedenis ingaan als de eerste die de wapenen opnam tegen die ongebreidelde vooruitgang. Hij staat nu beter bekend als de Unabomber.

'Open the pod bay doors, HAL!'

Het eeuwige leven

Religies danken veel van hun succes en hardnekkigheid aan de belofte van een eeuwig leven. Of het nu een hemel of een hel is die ons wacht, of een nieuw leven in een ander lichaam, onze fundamentele doodsangst wordt door religies weggenomen of verzacht met de belofte van een onsterfelijke ziel. Maar het eeuwige leven beloven is niet langer alleen maar het domein van het bovennatuurlijke; steeds meer wetenschappers geloven en beloven dat de wetenschap de dood uiteindelijk van het leven zal kunnen scheiden. Zo haalde de Britse gerontoloog Aubrey de Grey (zie foto) in 2004 wereldwijd het nieuws met zijn uitspraak dat de eerste mens die duizend jaar oud zal worden, nu al leeft en waarschijnlijk een jaar of zestig oud is. Net als Ray Kurzweil voorziet De Grey dat de technologische vooruitgang deze eeuw grote gevolgen zal hebben voor onze levensverwachting.


Rond 1800 hadden Zweedse vrouwen de hoogste levensverwachting ter wereld; ze konden er op rekenen een jaar of tweeëndertig oud te worden. Anno 2009 hebben Japanse vrouwen de hoogste levensverwachting ter wereld. Vijfentachtig jaar oud worden Japanse vrouwen tegenwoordig gemiddeld en dat is bijna drie keer zo oud als de Zweedse vrouwen twee eeuwen eerder. Het valt moeilijk te ontkennen dat er een enorme stijgende lijn in de levensverwachting waarneembaar is, al lijken de cijfers in een groot aantal Afrikaanse landen momenteel nog meer op de achttiende eeuwse Zweedse dan de eenentwintigste eeuwse Japanse levensverwachtingen.

Aubrey de Grey lijkt met zijn baard en voorkomen een beetje op een profeet, maar zijn claims baseert hij niet op duizenden jaren oude mythologische geschriften, maar op de wetenschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen eeuw. De Grey wil vooral dat we de dood anders gaan zien; niet meer als onontkoombaar, maar als het gevolg van een ziekte die op den duur geneesbaar is. Die ziekte is het verouderingsproces waaraan alle organismen blootstaan. In plaats van alle ziektes afzonderlijk te bestrijden die het gevolg zijn van dat verouderingsproces, wil De Grey het verouderingsproces zelf gaan bestrijden. Hij komt niet alleen met deze frisse benadering van onze onvermijdelijke aftakeling op de proppen, maar probeert ook oplossingen te formuleren.

In 2003 richtte hij daarom de Methusalem Mouse Prize (MPrize) op, geïnspireerd op de Ansari X-Prize, die tien miljoen dollar in het vooruitzicht stelde voor de eerste privaat gefinancierde vlucht naar de ruimte van een herbruikbaar toestel. De MPrize werkt ongeveer hetzelfde; het fonds keert uit wanneer iemand aantoonbaar een muis het langst in leven heeft weten te houden - het record staat nu op 1819 dagen - en er valt geld te verdienen aan de beste verjongingsingreep op latere leeftijd. Veelal rijke Amerikanen, die waarschijnlijk wel wat zien in het langer genieten van hun rijkdom, houden de prijzenpot gevuld.

Maar Aubrey de Grey heeft ook een zevental hoofdoorzaken van het ouder worden geïsoleerd en wil door middel van onderzoek elk van de oorzaken stuk voor stuk gaan bestrijden (zie ook onderstaande afbeelding). Hij heeft hiervoor de Universiteit van Cambridge vaarwel gezegd en wijdt nu zijn tijd aan onderzoek voor zijn Methusaleh Foundation. Het onderzoek heeft hij Strategies for Engineered Negligible Senescence (SENS) gedoopt.



Is Aubrey de Grey knettergek? Misschien wel, zijn werk en boeken worden met veel scepsis benaderd. Nadat hij zijn laatste boek Ending Aging in 2005 uitbracht, besloot het gezaghebbende tijdschrift MIT Technology Review een prijs op zijn hoofd te zetten. Iedereen die kon aantonen dat de theorieën van De Grey maar wat natte vingerwerk waren, zou twintigduizend dollar op zijn bankrekening bijgeschreven krijgen. Een jury bestaande uit wetenschappelijke zwaargewichten beoordeelde de vele inzendingen, maar geen was er overtuigend genoeg om SENS het predikaat pseudo-wetenschap op te plakken; de twintigduizend dollar werd niet uitgekeerd en Aubrey de Grey mag zijn profetieën derhalve hakkelend en in spijkerbroek en T-shirt blijven verkondigen op prominente fora (zie video).



Mocht Aubrey de Grey er in slagen zijn SENS tot een succes te maken, dan is het maar de vraag of de langere levensverwachting veel positieve resultaten gaat geven. Als we duizend jaar leven in plaats van pak 'm beet vijfenzeventig, dan heeft dat nogal wat gevolgen voor de overbevolking van de aarde en het gebruik van nu al schaarse grondstoffen. Toch heeft het leven van een ellenlang leven in het lichaam van een vijfentwintigjarige natuurlijk ook zijn charmes. Of zoals het jaren-tachtigbandje Alphaville het al eens zong:
Forever young, I want to be forever young
Do you really want to live forever, forever and ever
Wie de voorspellingen van James Hansen gelooft, kan maar het beste op zoek gaan naar een hogergelegen woning buiten de Randstad, of een comfortabele boot aanschaffen. Wie daarnaast ook nog waarde hecht aan het doemscenario van James Lovelock, kan het beste gaan sparen voor een huis ergens in Noorwegen. Daar zul je vanaf je veilige fjord vervolgens in subtropische temperaturen het creperen van de rest van de wereld kunnen aanschouwen.

Mocht je heil zien in de toekomstvisie van Ray Kurzweil, dan is dat huis, en waarschijnlijk zelfs het hele fjord, eenvoudig te bekostigen door nu aandelen te kopen van bedrijven die nanotechnologie ontwikkelen - vergelijk het met het kopen van aandelen Microsoft eind jaren zeventig, dat was destijds ook investeren in toekomstmuziek. Als Aubrey de Grey ook nog gelijk krijgt, dan kon het weleens een lange zit worden, dus neem voldoende vermaak mee voor een duizend jaar durend verblijf. Mocht je niet van pure verveling omkomen - het blijf tenslotte Noorwegen - dan zal de hypercomputer van Kurzweil uiteindelijk wel besluiten om een einde te maken aan je nutteloze bestaan. Kom maar op met die eenentwintigste eeuw! Ik heb er zin in...