maandag 26 januari 2009

Glazen bollologie

De naam Nostradamus zie je tegenwoordig weer vaak opduiken en dat komt niet alleen door de grappige sketch van Hans Teeuwen. Van Michel de Nostredame (zie afbeelding) verscheen in 1555 Les Propheties, een bundel met honderden kwatrijnen waarin hij voorspellingen over de toekomst deed. Nostradamus hield ervan zijn voorspellingen zo vaag mogelijk te houden, want hij noemt geen jaartallen en daarnaast zijn de vierregelige verzen doorspekt met voor meerdere interpretaties vatbare beeldspraak. En juist door die vaagheid blijven lezers er allerlei 'waarheden' in vinden.



Ik heb me wel eens met wat flinke tegenzin op een paar strofen gestort, en het leest eigenlijk nog best lekker weg, maar ik vermoed toch wel dat zijn voorspellingen klinkklare onzin zijn, oftewel la-rie-koek! De al dan niet door hallucinogene middelen opgewekte visioenen rechtvaardigen de eeuwenlange aandacht niet of nauwelijks. Toch begrijp ik de voortdurende fascinatie met waarzeggers als Nostradamus wel. Het is, getuige het succes van het science-fictiongenre in de populaire cultuur, blijkbaar interessant om over de toekomst te fantaseren. Daarnaast geven voorspellingen mensen het idee dat de geschiedenis zich via een vast patroon ontwikkelt; er is geen sprake van chaos, maar van orde. Orde - of eigenlijk determinisme - betekent zekerheid en daar snakken we allemaal wel naar. Toch?

Terwijl er miljoenen historici en archeologen zijn die dagelijks al bladerend door stoffige archieven of al kwastend in een bouwput het verleden in kaart proberen te brengen, zijn er weinig serieuze wetenschappers die zich inlaten met het uitspreken van toekomstverwachtingen voor de al te lange termijn, terwijl de wetenschap in essentie niets anders dan gereedschap om de toekomst mee te kunnen voorspellen is. Wetenschappers zijn zich echter vaak danig bewust van de beperkingen van hun eigen kennis.

Zo kan een geoloog goed beschrijven wat er tijdens een aardbeving gebeurt, maar exact voorspellen wanneer de volgende zal plaatsvinden is vrijwel onmogelijk. Een astronoom weet dat asteroïden regelmatig met vernietigende kracht inslaan op het aardoppervlak, maar wanneer de volgende zal inslaan valt niet te zeggen. Een viroloog weet dat er regelmatig virussen opduiken die de wereldbevolking in een pandemie uitdunnen, maar wanneer de volgende uitbraak zal zijn, blijft giswerk. Een historicus weet dat oorlogen eerder regel dan uitzondering zijn, maar wanneer de volgende zal uitbarsten? Et cetera.

De toekomst is dan ook moeilijk te voorzien en het is daarnaast carrièretechnisch niet handig om je vingers te branden aan al te stellige uitspraken. Zo deed de Club van Rome in een rapport getiteld Grenzen aan de Groei in 1973 een groot aantal voorspellingen over de gevolgen van overbevolking en het uitgeput raken van grondstoffen en die voorspellingen zijn stuk voor stuk niet uitgekomen. Sceptici met betrekking tot de oorzaken en de gevolgen van de opwarming van de aarde wijzen doorgaans graag op dat rapport; we moesten maar niet al te veel waarde hechten aan allerlei doemscenario's, hoe knap de koppen ook zijn die de scenario's schetsen.

Toch zijn er veel wetenschappers die zich wel inlaten met het voorspellen van de toekomst. Zij baseren zich niet op goddelijke inspiratie, de sterren of de geestverruimende werking van paddenstoelen, maar trekken bestaande trends en ontwikkelingen door naar bijvoorbeeld het einde van deze eeuw. Voor de ene wetenschapper levert dit een bijzonder naargeestig toekomstbeeld op; voor de ander juist een toekomst om naar te verlangen. Futurologen worden deze mensen soms ook wel genoemd en een aantal van hen is zeker de moeite van een nadere bestudering waard. Hoe zal deze eeuw er uit komen te zien?

Kille woorden over een warme toekomst

Eerst maar eens die verdraaide klimaatverandering. Vorige week werden de resultaten van een peiling over global warming van de Universiteit van Illinois onder meer dan tienduizend aardwetenschappers gepubliceerd; negentig procent van de respondenten gaf aan dat er sprake is van een opwarming van de aarde. Meer dan tachtig procent erkende dat menselijke activiteit een belangrijke oorzaak van die opwarming is. Opvallend is dat meer dan negenenzeventig procent van de ondervraagde klimatologen - veelal afhankelijk van publieke middelen - aangeeft dat global warming plaatsvindt en dat mensen daarin een rol spelen; vooral petroleumgeologen - veelal betaald door oliemaatschappijen - betwijfelen of de opwarming echt is en slechts zevenenveertig procent erkent de menselijke invloed op dat proces. Hmmm, hoe zou dat nou toch komen? Het onderzoek toont in ieder geval aan dat de overgrote meerderheid van de wetenschap aan de kant van Al Gore en consorten staat.

Wel bestaan er nog grote verschillen van mening over hoe kwalijk dit proces van opwarming nu precies is. Eén van de belangrijkste klimaatwetenschappers is James Hansen. Hij geeft leiding aan het Goddard Institute of Space Studies van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Zijn instituut verricht met wereldwijd duizenden meetpunten onderzoek naar temperatuurverandering in onze atmosfeer. Hansen waarschuwt als sinds het einde van de jaren tachtig voor de gevolgen van klimaatverandering. Afgelopen week kwam hij weer in het nieuws; volgens Hansen heeft president Obama nog maar vier jaar de tijd om de wereld te redden! Het moet absoluut binnen zijn eerste termijn gebeuren, want anders is het te laat.

Volgens Hansen zijn de gevolgen van global warming tot dusver onderschat; het smelten van de poolkappen gaat veel sneller dan vooralsnog werd aangenomen, waardoor de stijging van de zeespiegel aan het einde van de eeuw niet maximaal zestig centimeter zal zijn, zoals het IPCC recentelijk voorspelde, maar zal uitkomen op bijna anderhalve meter. De gevolgen voor dichtbevolkte kustgebieden in Nederland, Bangladesh en China zullen rampzalig zijn, aldus Hansen, die overigens ook aangaf dat het proces niet meer te stoppen valt, hooguit nog af te remmen. De door Obama voorgestelde maatregelen zijn verre van afdoende in ieder geval. De vorige president negeerde de waarschuwingen van Hansen simpelweg de afgelopen acht jaar...

'Het is al te laat!' roept de Britse wetenschapper James Lovelock (zie foto). Lovelock is vooral beroemd geworden door zijn onderzoek naar chloorfluorkoolstofverbindingen (CFK's) en als bedenker van de Gaia Hypothese. Deze CFK's breken onder invloed van de ultraviolette straling van de zon het ozon in de ozonlaag af, waardoor er gaten ontstaan in de natuurlijke beschermlaag tegen zonnestraling. Mede door het onderzoek en het activisme van Lovelock is er een wereldwijd verbod gekomen op het gebruik van CFK's in bijvoorbeeld koelkasten en airconditioners en hoeven we ons tijdens het zonnen minder zorgen te maken over huidkanker.

Of een soortgelijke eensgezindheid met betrekking tot global warming de wereld nog kan redden, geeft hij 'not a hope in hell'. Alleen als boeren massaal hun oogstafval gaan verbranden en als houtskool door hun akkers vermalen, kan de hoeveelheid koolstof die bij de vertering van dat afval door allerlei kleine beestjes als microben wordt vrijgemaakt, worden teruggedrongen. Maar Lovestock ziet het simpelweg niet gebeuren; sinds het Verdrag van Kyoto kibbelen wereldleiders al jaren over een vervolg, maar dat lijkt er voorlopig niet te komen.



Lovelock voorspelt dat er aan het einde van deze eeuw nog maar hooguit een miljard mensen op aarde zullen zijn. De gevolgen van de klimaatverandering zullen de wereldbevolking vrijwel decimeren. Waar James Hansen waarschuwt voor een hogere zeespiegel, daar wijst James Lovelock op de gevolgen voor de landbouw, vooral door woestijnvorming en afnemende bodemvruchtbaarheid. Een groot deel van de wereldbevolking voedt zich met rijst en juist dat gewas is erg gevoelig voor temperatuurstijgingen; een paar graden warmer levert al een fors lagere oogst op. In de gebieden waar nu al sprake is van structurele tekorten, zullen hongersnoden deze eeuw de bevolking uitroeien of op de vlucht jagen. Het resulterende intensievere gebruik van landbouwgronden die nog wel voldoende oogst opleveren, zullen daar de grond snel uitputten.

Lovelock wijst voor zijn voorspelling op de situatie van vijfenvijftig miljoen jaar geleden, toen er door vulkanen net zoveel koolstof de atmosfeer ingepompt werd als nu door mens en natuur samen. Dat leidde destijds tot het temperatuursmaximum tijdens de overgang van het Paleoceen naar het Eoceen. Twintigduizend jaar lang was de temperatuur gemiddeld vijf graden hoger dan normaal, waardoor de poolkappen smolten en de wereld grotendeels veranderde in één grote woestijn. Wat miljoenen jaren geleden gebeurde, zal zich deze eeuw herhalen. 'Het is alsof we met zijn allen in een roeibootje zitten, niet beseffende dat even verderop de Niagarawatervallen liggen,' vertelde Lovelock vorig jaar in de Belgische krant Het Laatste Nieuws. Toch wordt er momenteel nog meer waarde gehecht aan het redden van Fortis, dan het redden van, tja, de planeet.

De hongersnoden, vluchtelingenstromen, epidemieën en massale sterfte zal Lovelock in ieder geval niet meer meemaken. De negentigjarige zal later dit jaar nog wel het voorrecht ten deel vallen een ruimtereis te mogen maken. Richard Branson, de grote man achter alles wat Virgin doet, heeft Lovelock als gast uitgenodigd voor de eerste vlucht van SpaceShipTwo van Virgin Galactic. Daar kan hij nog een laatste blik werpen op de volgens hem overbevolkte en nu nog groene planeet - de woestijnvorming is overigens al in volle gang. Het valt te hopen dat de voorspellingen van zowel Hansen als Lovelock niet uitkomen, maar het is verstandig om er meer waarde aan te hechten dan aan de dichtregels van Nostradamus.

De technologische singulariteit van Kurzweil

Er is er dan geen hoop meer? De jobstijdingen over het klimaat, de proliferatie van massavernietigingswapens, de (aanstaande) beschavingsoorlogen, de nog steeds groeiende milieuvervuiling en de massale uitsterving van soorten doen het ergste vermoeden. Wellicht dat die hoop toch nog valt te putten uit de technologische vooruitgang, zeker als we Ray Kurzweil (zie foto) mogen geloven. Waar James Lovelock zichzelf omschrijft als een optimistiche pessimist, daar valt Kurzweil het beste te omschrijven als een hyperoptimistische optimist. Was de twintigste eeuw al een bijzondere eeuw qua technologische ontwikkelingen, de eenentwintigste eeuw zal volgens Kurzweil een eeuw van extreme en onvoorstelbare vooruitgang worden.



Kurzweil beredeneert in zijn uit 2001 stammende essay The Law of Accelerating Returns dat zowel biologische evolutie als technologische ontwikkeling geen lineaire processen zijn, maar beide een exponentiële groei laten zien. Het leven op aarde begon ongeveer vier miljard jaar geleden, maar bleef drieënhalf miljard jaar erg primitief; veelal eencellig en orgaanloos. Ongeveer een half miljard jaar geleden groeide het aantal soorten en de complexiteit van het leven explosief, tijdens de Cambrische Explosie. Sindsdien is het leven zich exponentieel blijven ontwikkelen - enkele massale uitstervingsgolven daargelaten - tot de enorme diversiteit aan soorten die we vandaag de dag kennen.

Kurzweil beweert dat technologische evolutie een eigenlijk natuurlijke uitbouw en voortzetting is van de biologische evolutie. Naar schatting drie miljoen jaar geleden begonnen de voorouders van de moderne mens gebruik te maken van gereedschappen gemaakt van steen. Het markeerde het begin van de Steentijd. Net als bij de biologische evolutie volgde vervolgens een lange periode van trage ontwikkeling. Pas rond 4.000 voor Christus werd voor het eerst brons gebruikt om gereedschappen mee te vervaardigen, maar vanaf dat moment zet de groei pas goed door. In de laatste twee eeuwen is het hek pas echt van de dam; van stoommachines, elektriciteit, radio, telefonie, verbrandingsmotoren, computers naar het internet - het gebeurde allemaal binnen enkele generaties en een fractie op de tijdschaal van de evolutie.

De technologische ontwikkelingen gaan momenteel zo snel, dat volgens Kurzweil de eenentwintigste eeuw net zo veel vooruitgang zal laten zien als de voorgaande 20.000 jaar samen. Alhoewel hij in zijn essay ingaat op een groot aantal technologische ontwikkelingen, wijst hij specifiek op de ontwikkeling van computers. De rekenkracht van computers is sinds de Tweede Wereldoorlog al tweeëndertig keer verdubbeld. De eerste computer die net zo krachtig is als het menselijke brein verwacht Kurzweil rond 2014. De eerste computer die net zo krachtig zal zijn als alle menselijke breinen samen verwacht Kurzweil ergens in de jaren veertig van deze eeuw. We staan, kortom, op het punt om een kunstmatige intelligentie te produceren die onze biologische intelligentie ver zal overstijgen. De onderstaande grafiek laat zien wanneer Kurzweil inschat dat die kunstmatige intelligentie beschikbaar wordt voor duizend dollar.


En wat zullen de gevolgen zijn van die (zelfs dubbele) exponentiële groei van technologische ontwikkelingen en kunstmatige intelligentie? Die zullen onvoorstelbaar zijn en letterlijk ons denkvermogen te boven gaan. Ten eerste zal die kunstmatige intelligentie in staat zijn om haar eigen intelligentie te vergroten, eerst met kleine stapjes, maar vervolgens weer exponentieel. In 2099 zal kunstmatige intelligentie als gevolg daarvan biljoenen keer biljoenen keer groter zijn dan de huidige biologische en kunstmatige intelligentie samen. Deze superintelligentie zal ten tweede technologieën kunnen ontwikkelen die met onze menselijke breinen simpelweg niet te bevatten zullen zijn en ook niet te voorspellen. We kunnen niet voorbij de horizon van die gebeurtenis kijken, net zoals natuurkundigen niet voorbij de waarnemingshorizon van een zwart gat kunnen kijken. Net als een zwart gat een singulariteit wordt genoemd, zo spreekt Kurzweil van een technologische singulariteit - een term die overigens niet door hem verzonnen is.

Is Ray Kurzweil knettergek? Dertien eredoctoraten van evenzovele universiteiten geven aan dat hij serieus wordt genomen. Bill Gates noemde hem een 'visionair'. Kurzweil adviseert de Amerikaanse strijdkrachten en is een graag geziene gast bij Amerikaanse presidenten. Tijdens de Amerikaanse voorverkiezingen mocht hij bij een campagnebijeenkomst in Pennsylvania vorig jaar Barack Obama aankondigen. Dit jaar zal Kurzweil net als Al Gore het filmdoek gaan gebruiken om zijn boodschap te verkondigen in een film getiteld The Singularity is Near. Inmiddels vangt Kurzweil veertigduizend dollar per lezing; een bedrag dat alleen al in 2006 veertig keer grif werd neergeteld voor de toekomstvisies van deze technologische Nostradamus.

En de klimaatverandering, gaat die geen roet in het singulariteitseten gooien? Waar James Lovestock buitengewoon pessimistisch is, daar claimt Kurzweil dat we ons geen zorgen hoeven te maken. In 2020 zullen we met nanotechnologie zonnecellen weten te fabriceren die zo efficiënt zullen zijn, dat we geen behoefte meer zullen hebben aan fossiele brandstoffen of nucleaire energie. De technologische vooruitgang zal ons daarnaast op den duur gaan redden van ziektes en zelfs sterfelijkheid - Kurzweil voorziet namelijk dat biologie en (nano-)technologie op den duur zullen samensmelten. Onze hersenen en wie weet ons bewustzijn worden in de toekomst gewoon opgeslagen op een harde schijf. Vervolgens zullen onze intelligentie en de door ons geschapen kunstmatige intelligentie zich met de snelheid van het licht - en wellicht sneller - over ons zonnestelsel en het heelal gaan verspreiden en uiteindelijk - ja,ja - zelfs nieuwe universa gaan creëren...De science-fictionschrijver Isaac Asimov voorzag in 1956 al min of meer hetzelfde toen hij het korte verhaal The Last Question schreef.

Kritiek op het toekomstbeeld van Kurzweil is er zeker, al betwijfelen maar weinig mensen dat de technologische vooruitgang inderdaad zo'n vlucht zal nemen deze eeuw. De kritiek spitst zich meer toe op de wenselijkheid van die vooruitgang. Wat gebeurt er als een kunstmatige intelligentie die miljarden malen slimmer is dan de hele mensheid bijelkaar besluit dat wij overbodig zijn geworden? We zouden slechts mieren zijn in de 'ogen' van die hypercomputer. Bill Joy, de man achter Sun Microsystems en de bedenker van Java, plaatste al in 2000 kanttekeningen bij de schijnbaar grenzeloze mogelijkheden van de technologische vooruitgang in een essay getiteld Why the Future Doesn't Need Us. En voormalig hoogleraar wis- en scheikunde, Theodore Kaczynski, zal wellicht de geschiedenis ingaan als de eerste die de wapenen opnam tegen die ongebreidelde vooruitgang. Hij staat nu beter bekend als de Unabomber.

'Open the pod bay doors, HAL!'

Het eeuwige leven

Religies danken veel van hun succes en hardnekkigheid aan de belofte van een eeuwig leven. Of het nu een hemel of een hel is die ons wacht, of een nieuw leven in een ander lichaam, onze fundamentele doodsangst wordt door religies weggenomen of verzacht met de belofte van een onsterfelijke ziel. Maar het eeuwige leven beloven is niet langer alleen maar het domein van het bovennatuurlijke; steeds meer wetenschappers geloven en beloven dat de wetenschap de dood uiteindelijk van het leven zal kunnen scheiden. Zo haalde de Britse gerontoloog Aubrey de Grey (zie foto) in 2004 wereldwijd het nieuws met zijn uitspraak dat de eerste mens die duizend jaar oud zal worden, nu al leeft en waarschijnlijk een jaar of zestig oud is. Net als Ray Kurzweil voorziet De Grey dat de technologische vooruitgang deze eeuw grote gevolgen zal hebben voor onze levensverwachting.


Rond 1800 hadden Zweedse vrouwen de hoogste levensverwachting ter wereld; ze konden er op rekenen een jaar of tweeëndertig oud te worden. Anno 2009 hebben Japanse vrouwen de hoogste levensverwachting ter wereld. Vijfentachtig jaar oud worden Japanse vrouwen tegenwoordig gemiddeld en dat is bijna drie keer zo oud als de Zweedse vrouwen twee eeuwen eerder. Het valt moeilijk te ontkennen dat er een enorme stijgende lijn in de levensverwachting waarneembaar is, al lijken de cijfers in een groot aantal Afrikaanse landen momenteel nog meer op de achttiende eeuwse Zweedse dan de eenentwintigste eeuwse Japanse levensverwachtingen.

Aubrey de Grey lijkt met zijn baard en voorkomen een beetje op een profeet, maar zijn claims baseert hij niet op duizenden jaren oude mythologische geschriften, maar op de wetenschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen eeuw. De Grey wil vooral dat we de dood anders gaan zien; niet meer als onontkoombaar, maar als het gevolg van een ziekte die op den duur geneesbaar is. Die ziekte is het verouderingsproces waaraan alle organismen blootstaan. In plaats van alle ziektes afzonderlijk te bestrijden die het gevolg zijn van dat verouderingsproces, wil De Grey het verouderingsproces zelf gaan bestrijden. Hij komt niet alleen met deze frisse benadering van onze onvermijdelijke aftakeling op de proppen, maar probeert ook oplossingen te formuleren.

In 2003 richtte hij daarom de Methusalem Mouse Prize (MPrize) op, geïnspireerd op de Ansari X-Prize, die tien miljoen dollar in het vooruitzicht stelde voor de eerste privaat gefinancierde vlucht naar de ruimte van een herbruikbaar toestel. De MPrize werkt ongeveer hetzelfde; het fonds keert uit wanneer iemand aantoonbaar een muis het langst in leven heeft weten te houden - het record staat nu op 1819 dagen - en er valt geld te verdienen aan de beste verjongingsingreep op latere leeftijd. Veelal rijke Amerikanen, die waarschijnlijk wel wat zien in het langer genieten van hun rijkdom, houden de prijzenpot gevuld.

Maar Aubrey de Grey heeft ook een zevental hoofdoorzaken van het ouder worden geïsoleerd en wil door middel van onderzoek elk van de oorzaken stuk voor stuk gaan bestrijden (zie ook onderstaande afbeelding). Hij heeft hiervoor de Universiteit van Cambridge vaarwel gezegd en wijdt nu zijn tijd aan onderzoek voor zijn Methusaleh Foundation. Het onderzoek heeft hij Strategies for Engineered Negligible Senescence (SENS) gedoopt.



Is Aubrey de Grey knettergek? Misschien wel, zijn werk en boeken worden met veel scepsis benaderd. Nadat hij zijn laatste boek Ending Aging in 2005 uitbracht, besloot het gezaghebbende tijdschrift MIT Technology Review een prijs op zijn hoofd te zetten. Iedereen die kon aantonen dat de theorieën van De Grey maar wat natte vingerwerk waren, zou twintigduizend dollar op zijn bankrekening bijgeschreven krijgen. Een jury bestaande uit wetenschappelijke zwaargewichten beoordeelde de vele inzendingen, maar geen was er overtuigend genoeg om SENS het predikaat pseudo-wetenschap op te plakken; de twintigduizend dollar werd niet uitgekeerd en Aubrey de Grey mag zijn profetieën derhalve hakkelend en in spijkerbroek en T-shirt blijven verkondigen op prominente fora (zie video).



Mocht Aubrey de Grey er in slagen zijn SENS tot een succes te maken, dan is het maar de vraag of de langere levensverwachting veel positieve resultaten gaat geven. Als we duizend jaar leven in plaats van pak 'm beet vijfenzeventig, dan heeft dat nogal wat gevolgen voor de overbevolking van de aarde en het gebruik van nu al schaarse grondstoffen. Toch heeft het leven van een ellenlang leven in het lichaam van een vijfentwintigjarige natuurlijk ook zijn charmes. Of zoals het jaren-tachtigbandje Alphaville het al eens zong:
Forever young, I want to be forever young
Do you really want to live forever, forever and ever
Wie de voorspellingen van James Hansen gelooft, kan maar het beste op zoek gaan naar een hogergelegen woning buiten de Randstad, of een comfortabele boot aanschaffen. Wie daarnaast ook nog waarde hecht aan het doemscenario van James Lovelock, kan het beste gaan sparen voor een huis ergens in Noorwegen. Daar zul je vanaf je veilige fjord vervolgens in subtropische temperaturen het creperen van de rest van de wereld kunnen aanschouwen.

Mocht je heil zien in de toekomstvisie van Ray Kurzweil, dan is dat huis, en waarschijnlijk zelfs het hele fjord, eenvoudig te bekostigen door nu aandelen te kopen van bedrijven die nanotechnologie ontwikkelen - vergelijk het met het kopen van aandelen Microsoft eind jaren zeventig, dat was destijds ook investeren in toekomstmuziek. Als Aubrey de Grey ook nog gelijk krijgt, dan kon het weleens een lange zit worden, dus neem voldoende vermaak mee voor een duizend jaar durend verblijf. Mocht je niet van pure verveling omkomen - het blijf tenslotte Noorwegen - dan zal de hypercomputer van Kurzweil uiteindelijk wel besluiten om een einde te maken aan je nutteloze bestaan. Kom maar op met die eenentwintigste eeuw! Ik heb er zin in...

zondag 4 januari 2009

Irakonderzoek; inleiding

Vorige week zondag wist één vrouw met een bomgordel in Bagdad bijna net zoveel dood en verderf te zaaien als het vierde sterkste leger ter wereld diezelfde dag in de Gazastrook. Ze verborg de explosieven onder haar abaya, een traditioneel islamitisch gewaad, en wachtte tot ze omringd werd door voornamelijk vrouwelijke sjiitische pelgrims en hun kinderen. Vervolgens blies ze zichzelf op. Er vielen veertig doden en meer dan zeventig gewonden. In de korte reportage die CNN over de aanslag uitzond, zag ik een jongen met een bezem schijnbaar stoïcijns de bloedplas naar een putje vegen. Alles went.

Rond de tijd dat de vrouw de bomgordel omgespte, afscheid nam van haar dierbaren, haar laatste gebeden zei, of wat je ook doet voordat je een aanslag pleegt, was Jan Peter Balkenende te gast in het programma Buitenhof (zie foto). Presentator Rob Trip mocht de minister-president een uur lang aan de tand voelen over een keur aan onderwerpen. Het werd een wat gezapig gesprek, waarin het de eerste minister nooit echt moeilijk werd gemaakt. Misschien was het de zaterdag ervoor laat geworden.

Ook de oorlog in Irak kwam aan bod. Het demissionaire, eerste kabinet Balkenende verleende in 2003 politieke steun aan de aanval op Irak. De rechtvaardiging van die politieke steun komt kortweg neer op het volgende: Saddam Hoessein lapte al twaalf jaar lang de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VRVN) aan zijn laars en in 2003 was het welletjes: wie niet horen wil, die moet maar voelen. En dat deed met name het Irakese volk dan ook.


De steun van Nederland aan de oorlog was en blijft omstreden. Al tien keer werden door de oppositie in de Tweede Kamer moties ingediend voor een onderzoek naar die steunverlening, maar die werden stuk voor stuk door een Kamermeerderheid weggestemd. Balkenende bevestigde in Buitenhof nog maar eens dat een onderzoek wat hem betreft onnodig is. Het is juist die aanhoudende weigering die de nieuwsgierigheid alleen maar aanwakkert. Als de redenen voor de Nederlandse passieve steun inderdaad zo klip en klaar waren en zijn, dan zal een eventueel onderzoek toch alleen maar de juistheid van die beslissing onderstrepen?

Het heeft er alle schijn van dat er toch een onderzoek gaat komen. De Eerste Kamerfracties van de SP, GroenLinks, D66 en de Partij voor de Dieren stelden in mei vorig jaar een honderdtal schriftelijke vragen aan de regering met betrekking tot de Irakoorlog. In december, zeven maanden later, kregen de fracties de antwoorden, maar die stemden niet tot tevredenheid. Zelfs de Senaatsfractie van de VVD wil nu de 'politieke mist' die ontstaan is laten verdwijnen. In februari zal opnieuw een pakket aanvullende vragen verstuurd worden. Mochten de antwoorden wederom te wensen overlaten, dan zal de Eerste Kamer voor het eerst in haar 194-jarige bestaan een parlementaire enquête instellen naar de Nederlandse rol in de Irakoorlog.

Opmerkelijk genoeg kon ik nergens een analyse vinden van de gestelde vragen en de gegeven antwoorden. Aangezien ik niet zo van schaatsen houd, heb ik daarom besloten maar mijn eigen onderzoek te doen naar de kwestie. Gisteravond heb ik me door de 58 pagina's vragen en antwoorden heen geworsteld. Zowel de vragen als de antwoorden stelden me wat teleur; het lijkt net of de essentie van wat er zich heeft afgespeeld ontweken wordt. Die essentie, zoals ik hem zie, zal ik hier trachten weer te geven.

De reden waarom ik dit doe is eigenlijk vrij eenvoudig; ik heb de inval in Irak destijds gesteund. Het sanctiebeleid had in mijn ogen gefaald; Saddam Hoessein besteedde de inkomsten die hij verkreeg uit de beperkte hoeveelheid olie die hij mocht uitvoeren niet aan het voeden en verzorgen van zijn eigen bevolking, maar bouwde er onder andere paleizen van. Het gevolg was dat naar schatting een half miljoen Irakese kinderen om het leven zijn gekomen door ondervoeding en gebrek aan medicatie. Daarnaast vertrouwde ik op de rapporten van de Britse en Amerikaanse veiligheidsdiensten, die met stelligheid beweerden dat de dictator daarnaast ook was verder gegaan met het ontwikkelen en produceren van massavernietigingswapens. Met het verwijderen van Saddam Hoessein zou de wereld alleen maar gebaat zijn.

Inmiddels zijn we vijfenhalf jaar verder en is mede door onderzoeken in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië duidelijk geworden dat met de analyses van de veiligheidsdiensten veel mis was. Ook is de pacificatie en wederopbouw van Irak uitgelopen op een debacle, zowel politiek als humanitair. Alhoewel de schattingen nogal uiteenlopen, zou de inval in het ergste geval aan 600.000 Irakezen het leven hebben gekost. Daarnaast is de toekomst van Irak bijzonder onzeker; nu Barack Obama beloofd heeft de troepen te zullen terugtrekken, blijft het de vraag of het land op eigen benen kan staan, of misschien wel de hele regio mee zal trekken in de door John McCain voorspelde geweldsexplosie en daaropvolgende genocide. Was het kortom wel zo'n goed idee?

De verschillende aspecten van de Irakoorlog en de Nederlandse steunverlening zal ik in een aantal afzonderlijke blogs toelichten. Allereerst wil ik mijn aandacht richten op de juridische aspecten van die steunverlening. Wat was de volkenrechtelijke basis voor het besluit? Bood resolutie 1441 inderdaad de ruimte voor militair handelen? Kan een oorlog legaal zijn zonder toestemming van de Veiligheidsraad? En heeft Nederland steun verleend aan een preëmptieve oorlog of een preventieve oorlog?

Vervolgens zal ik aandacht besteden aan de rapportages van de UNMOVIC en de IAEA aan de VN. De regering geeft in de antwoorden aan de Eerste Kamerfracties aan dat die doorslaggevend zijn geweest in het toekennen van de steun aan de Brits-Amerikaanse invasie. De regering bevestigt voortdurend dat ze zich niet heeft laten leiden door de rapporten van de Britse, Amerikaanse of zelfs Nederlandse veiligheidsdiensten. De rapportages van Hans Blix, het hoofd van UNMOVIC, en Mohamed ElBaradei, directeur-generaal van de IAEA, zal ik daarvoor onder de loep leggen, want die worden keer op keer aangevoerd als casus belli.

De oorlog was een grotendeels Amerikaans initiatief. Ik wil daarom nagaan wat de Verenigde Staten bewogen hebben om zoveel vaart te zetten achter de 'regime change' in Irak. Wat waren de zogenaamde neo-conservatieve overwegingen? En niet onbelangrijk: welke rol speelden de gigantische Irakese olievoorraden in het proces? Tenslotte wil ik een aantal vragen formuleren die ik niet ben tegengekomen in de vragenlijst van de Eerste Kamerfracties. Op welke wijze is er bijvoorbeeld druk uitgeoefend op de Nederlandse regering? Heeft de politieke steun nog wat opgeleverd voor Nederland naast een Saddam-vrije wereld? Het is nogal een flinke dot hooi die ik op de vork neem, maar het is dan ook een belangrijke kwestie, misschien wel de belangrijkste van het eerste decennium van deze nieuwe eeuw.

Wordt vervolgd...