Soms is lezen een worsteling, ook al is het boek fantastisch. Ik worstelde met Wolf Hall van Hillary Mantel, maar kwam boven. En recent voelde het lezen van White Noise van de Amerikaanse schrijver Don DeLillo soms als het ploegen van een bevroren akker. Maar de akker is geploegd.
Mogelijk werd mijn worsteling veroorzaakt door hoe DeLillo schrijft: het plot is hooguit een kapstok om allerlei ideeën over de invloed van doodsangst op ons denken en handelen en de Amerikaanse cultuur rond 1985 aan op te hangen.
Dat levert soms prachtige passages op - over de euforie die geld uitgeven in een mall je geeft bijvoorbeeld - of deze; zomaar een alinea waarin DeLillo het openen van een koelkast beschrijft:
I opened the refrigirator, peered into the freezer compartment. A strange crackling sound came off the plastic foodwrap, the snug covering for half eaten things, the Ziploc sacks of livers and ribs, all gleaming with sleety crystals. A cold dry sizzle. A sound like some element breaking down, resolving itself into Freon vapors. An eerie static, insistent but near subliminal, that made me think of wintering souls, some form of dormant life approaching the treshold of perception.Heerlijk, maar de zintuigelijke zinnen hinderen soms ook de noodzakelijke nieuwsgierigheid naar hoe het verder zal gaan met de hoofdpersonen. Die hoofdpersonen zijn overigens zonder uitzondering kleurrijk.
Het verhaal wordt verteld door Jack Gladney die als hoogleraar 'Hitler Studies' verbonden is aan een soort archetypische Amerikaanse en dit geval fictieve universiteit in een net zo denkbeeldig klein Amerikaans stadje. Een doorgaans fijne literaire setting getuige romans als The art of fielding van Chad Harbach, The world according to Garp van John Irving of The Secret History van Donna Tartt - om maar een paar persoonlijke favorieten te noemen.
Zijn vrouw Babette leest roddelbladen voor aan een ouder echtpaar en rent de trappen van het football-stadion op en neer om fit te blijven. Hun samengestelde gezin bestaat verder nog uit twee dochters en twee zoons, van wie Heinrich door zijn filosofische overpeinzingen voor mij het meest interessante personage is.
Becker
Jack en Babette zijn vooral bang voor de dood. Een angst die als een 'white noise' altijd in de achtergrond van hun bestaan speelt en ruist. Die doodsangst wordt alleen maar sterker als er een chemische ramp plaatsvindt en een ontsnapte gifwolk ze tot een hilarische evacuatie dwingt.
Het lukt Jack alleen in het bijzijn van zijn jongste zoontje Wilder te ontsnappen aan zijn doodsangst. Volgens Jack omdat Wilder nog niet beseft dat het leven eindig is. Bij hem speelt de dood nog geen enkele rol; het witte geluid hoort hij nog niet.
Babette slikt stiekem een experimentele pil tegen haar doodsangst, maar moet daarvoor wel in een schimmige motelkamer met de maker van Dylar - ene Mr Gray - naar bed. Maar is het wel verstandig je ontdoen van je doodsangst, van dat witte geluid? DeLillo schrijft:
...I think it's a mistake to lose one's sense of death, even one's fear of death. Isn't death the boundary we need? Doesn't it give a precious texture to life, a sense of definition? You have to ask yourself whether anything you do in this life would have beauty and meaning without the knowledge you carry of a final line, a border or limit.
De naam van DeLillo kwam ik tegen op de website van de Ernest Becker Foundation. Ernest Becker was cultureel antropoloog en publiceerde in 1973 postuum The Denial of Death, een toch wat wonderlijk boek waarin hij beredeneert dat vrijwel alles wat we doen wordt ingegeven door pogingen ons sterfelijkheidsbesef te verdringen.
Dat verdringen lukt ons eigenlijk vooral door ons vast te klampen aan onsterfelijke zaken: kunst en cultuur en nationale mythen; eigenlijk onze hele menselijke beschaving is een verdedigingsmechanisme. The Denial of Death kreeg in 1974 een Pullitzer Prize toegekend voor beste nonfictieboek. Bill Clinton noemde het één van zijn 21 favoriete boeken. Arnon Grunberg schreef het voorwoord bij een nieuwe Nederlandse vertaling die dit jaar uitkwam.
Als je door de Becker-bril naar de wereld kijkt, vallen wat mij betreft in ieder geval veel stukjes op hun plaats.
DeLillo gebruikt dit uitgangspunt om metWhite Noise een bizar en fantastisch verhaal te vertellen; 310 bladzijden volgepropt met prachtige scènes, terzijdes, overpeinzingen en bespiegelingen - . Wellicht dat deze dichtheid mijn ploegen dus wat bemoeilijkte.
Maar waarschijnlijker nog lag het gewoon aan mij; White Noise kreeg de prestigieuze National Book Award toegekend. En werd in 2022 verfilmd door Noah Baumbach (Barbie, Marriage Story).
Dus wel een aanrader voor iedereen die van ploegen houdt en graag mijmert of dood en leven.
***
Bron afbeelding: https://www.nytimes.com/interactive/2020/10/12/magazine/don-delillo-interview.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten