woensdag 25 maart 2009

Een droevige brief en schoenen van haar

Gortdroog is geschiedenis vaak, alsof je een beschuitje met pindakaas hebt opgegeten en vervolgens moet fluiten. Van de feitenbrij van jaartallen, veldslagen, machtswisselingen en dynastieën is nauwelijks muziek te maken, of alleen na lang kauwen. Soms worden er echter ontdekkingen gedaan die een inzage bieden in het leven en het denken van onze voorvaderen en voormoederen en dan klinkt de muziek ineens wel door. Dan wordt een tipje van de sluier opgelicht en wordt ons een blik gegund op een leven zonder tandpasta, pleepapier en Twitter.

Onlangs deden archeologen in Zuid-Korea zo'n ontdekking. In een adellijke tombe in de stad Andong werden de overblijfselen onderzocht van Eung Tae, een Koreaan die in 1586 op 31-jarige leeftijd om het leven kwam. Zijn graf is in bijzonder goede staat teruggevonden, voornamelijk doordat het gebruikte kalksteen in de loop der eeuwen zo hard als beton is geworden.

Wat de vondst zo bijzonder maakt, zijn de zestien brieven die de nabestaanden aan Eung Tae meegaven op zijn tocht naar het Koreaanse hiernamaals. De brieven zijn al die eeuwen niet of nauwelijks verweerd. Het mooiste, of veelzeggendste, epistel was van de hand van zijn weduwe. Ze had hem nog zoveel te zeggen, dat ze het briefpapier helemaal heeft volgeschreven en het papier zelfs een aantal malen gedraaid heeft, om er nog meer woorden op kwijt te kunnen. De vertaling is van de wetenschapsredactie van NRC Handelsblad.
Aan de vader van Won.

Je hebt altijd gezegd dat wij samen zouden blijven leven om op dezelfde dag te sterven. Waarom ben je nu toch alleen naar de hemel gegaan? Waarom ging je alleen en liet je mij en ons kind achter? Als we ’s nachts samen sliepen zei ik altijd tegen jou: liefste, zouden andere stellen van elkaar houden zoals wij? Zouden ze elkaar liefhebben als wij dat doen? Ik kan niet langer zonder jou leven. Ik hoop dat ik bij jou kan zijn. Mijn liefde voor jou, die is onvergetelijk in deze wereld. En mijn verdriet, het is zonder einde. Ik kan niet alleen verder leven met ons kind, terwijl ik vanaf nu jou moet missen. Lees alsjeblieft mijn brief en geef mij antwoord in mijn droom. Omdat ik hoop jouw woorden te horen in mijn droom heb ik deze brief in jouw grafkist gelegd, om met jou mee te sturen. Lees alsjeblieft mijn brief en geef mij antwoord in mijn droom. Je hebt gezegd dat je een boodschap had voor ons ontluikende kind, na zijn geboorte. Hoe kun je alleen weg gaan zonder een woord voor hem. Het kind in mijn zwangere buik, tegen wie moet hij vader zeggen na zijn geboorte? Kan ik al mijn verdriet vertellen in deze brief? Is er iets in de wereld dat treuriger is? Jij leeft nu in de hemel. Maar jij moet niet zo treurig zijn als ik. Ik kan maar een klein gedeelte van mijn liefde voor jou in deze brief beschrijven. Lees alsjeblieft mijn brief, en kom in mijn droom. Laat alsjeblieft je gezicht in mijn droom zien en zeg woorden tegen me. Ik geloof dat jij in mijn droom moet komen. Kom alsjeblieft in mijn droom en laat je gezicht zien, liefste. Ik heb eindeloos veel woorden voor jou, maar deze brief moet nu worden beëindigd. Vanuit huis, 1 juni 1586."
Vijf eeuwen geleden was een te vroege dood van een echtgenoot blijkbaar niet minder hartverscheurend dan tegenwoordig. De weduwe had naar goed Koreaans gebruik schoenen van haar eigen haar gevlochten en deze bijgezet in het graf. De schoenen hadden genezing moeten brengen, maar die kwam voor Eung Tae te laat. Hoe het met de weduwe en Won is afgelopen is onbekend. Ze zal in ieder geval nooit hebben kunnen vermoeden dat de brief die ze schreef aan Eung Tae vijf eeuwen later op zoiets als het internet openbaar gemaakt zou worden.

Geen opmerkingen: