woensdag 11 februari 2009

Irakonderzoek II: de stroomversnelling

Bloed en hoop

Ik kan het tweede deel van mijn Irakonderzoek vrijwel op dezelfde manier beginnen als het eerste deel, want afgelopen vrijdag blies een vrouw zich veertig kilometer ten zuiden van Bagdad op te midden van een groep Sjiitische pelgrims. Er vielen veertig doden en meer dan zestig gewonden, wederom voornamelijk vrouwen en kinderen. Een afgerukt been was alles wat er overbleef van de vrouw die de aanslag pleegde. Een veertigjarige inwoner van Bagdad, Sadiya Kadom, beschreef tegenover de Associated Press een afschuwelijk tafereel van 'doden en krijsende gewonden'. De aanslag werd niet opgeëist, maar de autoriteiten wezen al snel met een beschuldigende vinger naar terreurorganisatie al Qaïda. Het was de derde zelfmoordaanslag binnen één week tijd.

Toch lijkt er hoop te gloren in Irak. Op eenendertig januari mochten de Irakezen naar de stembus voor hun versie van provinciale statenverkiezingen. En dat deden ze massaal. Vijfenzestig procent van de kiesgerechtigden bracht een stem uit, terwijl bij verkiezingen in 2005 het opkomstpercentage in sommige provincies nog slechts rond de twee procent had geschommeld. Op een aantal kleine incidenten na verliepen de verkiezingen geweldloos. Meer dan vierhonderd veelal nieuwe politieke partijen deden mee en de Irakezen hadden de keuze uit meer dan veertienduizend (!) kandidaten. Alleen in het semi-autonome Koerdische noorden en de potentiële brandhaard Kirkoek werd niet gestemd.

Wat daarnaast opmerkelijk was, is dat de kiezers massaal stemden voor nationale eenheid en veiligheid en dat de sektarische partijen, zoals die van Muqtada al-Sadr, gemarginaliseerd werden. De Irakezen stemden voor een toekomst als Irakees, niet een toekomst als Sjiiet of Soenniet. In het land van de Eufraat en de Tigris zijn de inwoners het sektarische geweld en de aanslagen klaarblijkelijk meer dan zat. Alle partijen die zich profileerden als Islamitisch of Arabisch kregen gevoelige klappen te verduren. Zou de neo-conservatieve droom van een seculiere democratie in het hart van het Midden-Oosten dan toch nog uitkomen? In december zijn er parlementsverkiezingen; dan weten we meer.



Dat de Irakezen de opgelegde democratie lijken te omarmen, zou eigenlijk niemand mogen verbazen. In maart 2008 publiceerde marktonderzoeksbureau Gallup de resultaten van een grootschalige opiniepeiling onder vijftigduizend Moslims in vijfendertig landen, waaronder Irak. Uit Who Speaks for Islam werd onder meer duidelijk dat de overgrote meerderheid van de Moslims wereldwijd snakt naar democratie en 'Westerse vrijheden', maar ze liever niet van buitenaf opgelegd ziet worden. Of de Islam als religieus dogma een gouden huwelijk kan aangaan met democratie blijft de vraag, maar dat Moslims en democratie samengaan lijkt evident - en dat laatste is wat telt.

Naast het positieve nieuws over de verkiezingen lijkt ook het geweld in Irak af te nemen. Sinds de Amerikaanse troepenuitbreiding - de zogenoemde surge - is het aantal burgerslachtoffers drastisch afgenomen. Volgens het Iraq Body Count project vielen er in 2008 nog 'maar' gemiddeld vijfentwintig burgerslachtoffers per dag. In 2006 waren dat er nog gemiddeld zesenzeventig en in 2007 zevenenzestig. Het blijft de vraag of de rust bewaard kan worden als de Amerikaanse troepen weer huiswaarts keren.

De nieuwbakken president van de Verenigde Staten, Barack Obama, stemde als senator tegen de surge en beloofde de kiezer de Amerikaanse troepen binnen zestien maanden weer naar huis te brengen. Inmiddels zouden zowel de hoogste generaal in de regio, David Petraeus, als de aangebleven minister van defensie, Robert Gates, er bij Obama op hebben aangedrongen zijn plannen te herzien. Het zou volgens Petraeus en Gates erg onverstandig zijn de politieke toekomst van Irak met een te overhaaste terugtrekking op het spel te zetten.

Volgens een gezaghebbende verslaggever van de Washington Post, Thomas Ricks, zou de huidige bevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten in Irak, generaal Raymond T. Odierno, tot 2015 minimaal vijfendertigduizend manschappen in Irak willen houden om de stabiliteit van de olierijke staat te bestendigen. Ricks is een uitgesproken criticaster van de oorlog in Irak en doorgaans zeer goed geïnformeerd. 'De Irakoorlog van Obama zou wel eens langer kunnen duren dan de Irakoorlog van Bush,' zo vertelde Ricks in de Daily Show van tien februari (zie video). Het zal moeilijk worden voor Barack Obama de roep om een langer verblijf in Irak te weerstaan, helemaal als blijkt dat voor de pacificatie van Afghanistan minder troepen nodig zijn, dan tot nu toe gedacht werd.



Half overstag

Niet alleen in Irak gebeurde er een democratisch wonder; ook in Nederland heeft minister-president Jan Peter Balkenende zijn jarenlange verzet tegen een onderzoek naar de Nederlandse besluitvorming omtrent de Irakoorlog moeten staken. Na een reeks van onthullingen van onder andere NRC Handelsblad, RTL Nieuws en de persdienst GDP besloot de eerste minister eigenhandig een commissie in te stellen die het wel en wee van de Nederlandse politieke steun voor de invasie moet gaan blootleggen. Voormalig president van de Hoge Raad Willibrord Davids (zie foto) heeft zich bereid verklaard de commissie te gaan leiden.



Het instellen van een commissie door de regering om het handelen van diezelfde regering te onderzoeken, is een op zijn minst merkwaardige stap. Het controleren van de regering is een taak en zelfs een grondrecht van het parlement en dus niet van de regering zelf. Tijdens de formatiebesprekingen is dit grondrecht wat betreft de Nederlandse rol in de Irakoorlog in het 'Pact van Beetsterzwaag' door de regeringspartijen verkwanseld. De PvdA sprak in 2004 nog bij monde van Bert Koenders over het 'neerlaten van een ijzeren gordijn' met betrekking tot de weigering van Balkenende de besluitvorming rond Irak te laten onderzoeken. Het ijzeren gordijn mocht drie jaar later van diezelfde partij gewoon blijven hangen.

Met de instelling van de Commissie Davids is het alsof de verdachte in het beklaagdenbankje aankondigde zelf het onderzoek naar zijn schuldvraag ter hand te zullen nemen. Toch stemde het parlement, dat in feite buitenspel wordt gezet, enigszins morrend in met de instelling van de commissie. Dat iemand met de statuur van Willibrord Davids zich voor het wiebelende karretje van Balkenende laat spannen, is een weer een ander verhaal.

Waar in Irak de democratie lijkt te floreren, daar krijgen de Nederlanders een regentesk doekje voor het bloeden aangeboden. De Commissie Davids zal namelijk niemand kunnen verplichten aan het onderzoek mee te werken. Zo heeft bijvoorbeeld Hilbrand Nawijn (zie foto), die ten tijde van de besluitvorming nog minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in het demissionaire eerste kabinet Balkenende was, al aangegeven geen medewerking te zullen verlenen aan het onderzoek. Of dat een ramp van epische proporties vormt, valt te bezien, maar Nawijn was wel aanwezig bij de ministerraadsvergaderingen en zou dus een kijkje achter de schermen kunnen bieden.


Ook zal de commissie getuigen niet onder ede kunnen verhoren, wat de betrouwbaarheid van getuigenissen niet ten goede komt. De burger moet er maar op vertrouwen dat de gehoorden de waarheid vertellen en aan dat vertrouwen in de politiek ontbreekt het structureel al jaren. Volgens Allard de Rooi, de oprichter van de burgerbeweging Openheid over Irak, leidde het ontbreken van een opkomstplicht en niet onder ede kunnen verhoren van getuigen al tot het 'falen' van soortgelijke commissies in Groot-Brittannië en het Europees Parlement. Het blijft zodoende de vraag of de Commissie Davids wel de juiste middelen tot haar beschikking heeft om de onderste steen boven te krijgen. De veelgenoemde kloof tussen politiek en burger wordt er in ieder geval niet mee gedicht, eerder verwijdt. Een regent stelt een regent aan om het beleid van een regent te onderzoeken. Tja...

De hele kwestie is inmiddels een schrijnend voorbeeld geworden van het volstrekte gebrek aan dualisme in ons staatsbestel. De fracties van de regeringspartijen in zowel de Eerste als Tweede Kamer stemden braaf volgens de partijlijn. De oppositie deed verwoede beroepen op het eergevoel en het geweten van de individuele volksvertegenwoordigers, maar die pogingen liepen stuk op de opgetrokken muren van betonnen partijdiscipline.

Vooral de rol van de Partij van de Arbeid is hierin bijzonder wrang. De PvdA had haar kiezers tenslotte tijdens de verkiezingscampagne een Irakonderzoek beloofd, maar die belofte werd tijdens de formatiebesprekingen in Beetsterzwaag al geloochend. Ook nu, in de herkansing, werd de kiezer de wacht aangezegd, ook al had Balkenende de Commissie Davids zonder raadpleging van zijn belangrijkste bondgenoot in de coalitie, minister van Financiën Wouter Bos, uit de hoge hoed getoverd. De PvdA werd voor een fait accompli gesteld en slikte het als zoete koek.

Dat Wouter Bos überhaupt een ministerspost bekleedt is al een gotspe, aangezien hij de kiezer beloofd had onder het mom van het herstel van het dualisme de fractie in de kamer te zullen blijven aanvoeren. Ook die belofte verdampte toen de macht daagde. Verstokte sociaal-democraten zullen toch met weemoed terugdenken aan de dagen van Joop den Uyl, toen de partij tenminste nog ergens voor stond en de geharde ruggengraat van een havenarbeider had, in plaats van de huidige wervelkolom van smurfensnot. De huidige fractieleider Mariëtte Hamer beloofde bij haar aantreden in september nog een 'reanimatieprogramma' om kiezers terug te brengen bij de partij. Hartmassage vereist echter wel de aanwezigheid van minimaal een hart, niet slechts een berekenend brein.

Hans van Mierlo (D66) wist de kromheid van de nu ontstane situatie nog het beste onder woorden te brengen tijdens een uitzending van Pauw en Witteman (zie video). Volgens de Minister van Staat had de PvdA 'iets weggegeven, wat niet van hen is'. Ook partijgenoot Alexander Pechthold betichtte de PvdA van 'de uitholling van het parlementaire systeem'. Hans van Baalen (VVD) noemde de commissie een 'jaren vijftig-oplossing' waarmee het kabinet het parlement 'schoffeert'. Harry van Bommel (SP) sprak zelfs over 'Operatie Doofpot'; Balkenende zou gewoonweg het woord 'Irak' een jaar lang niet meer willen horen.



Zelfs de recente, nogal belastende uitspraken van voormalig topambtenaar Hans Siepel in re.Public konden gisteren Willibrord Davids niet meer werkloos maken:
‘Dat was in 2003, aan de vooravond van de Irak-oorlog. Ik was voorzitter van de strategiegroep-Irak en werkte voor het kabinet aan de communicatie rond de naderende strijd. Ik vond dat het kabinet in haar standpuntbepaling rekening moest houden met de weerstand in de samenleving. Maar de regering bewandelde alleen de institutionele kaders. En dat was Amerika steunen. Dat deden we altijd, dus dit keer ook. De vraag was niet óf we de VS in Irak zouden steunen, de vraag was welke argumentatie we daarbij zouden verzinnen.'
In het door Agnes Kant (SP) maar weer eens aangevraagde spoeddebat maakte Balkenende duidelijk wat hij van plan is in de komende maanden. Negen maanden lang zal de Commissie Davids broeden op alle vragen en dan een rapport baren wat aan alle onduidelijkheden een einde moet maken. Tot die bevalling is Irak door de regering verklaard tot een 'no go zone'; de regering zal de kaken stijf op elkaar houden en daarmee het parlementaire grondrecht op informatie simpelweg opschorten. Dat op dezelfde dag het correctief referendum, wat de bevolking de mogelijkheid zou geven een besluit van de overheid tegen te houden of terug te draaien, zoals bijvoorbeeld een steunverlening aan een oorlog, in de Tweede Kamer sneuvelt, door onder andere weerstand van het CDA, is tekenend voor het gebrek aan vertrouwen in democratische waarden binnen de 'normen en waarden'-partij.

Jan Peter Balkenende beloofde klaarheid, maar krijgt vooralsnog voornamelijk tijdswinst. De Commissie Davids zal pas in november van dit jaar de beloofde klaarheid verschaffen en mocht die klaarheid dan toch nog te troebel blijken, dán zal pas een parlementair onderzoek de onderste steen boven mogen gaan halen. Tegen de tijd dat een parlementair onderzoek is afgerond, zitten we waarschijnlijk al ver in het jaar 2010, misschien ontluiken de eerste bloesems van 2011 al.

En in 2011 zijn er weer Tweede Kamerverkiezingen. Gezien de huidige, positieve ontwikkelingen in Irak, die mogelijk en hopelijk doorzetten, kan de premier tegen die tijd met een gerust hart zijn kabinet laten vallen en iets beweren in de trant van: 'Ik heb het misschien niet helemaal zuiver gespeeld, maar kijk toch ook eens naar het resultaat; een dictator verdreven en een bevolking de vrijheid geschonken - is dat niet het allerbelangrijkste?' Van de tienduizenden slachtoffers, miljoenen ontheemden en de onvindbare massavernietigingswapens rest dan slechts een zwarte bladzijde in de recente wereldgeschiedenis.

Wellicht is een herboren, vrij Irak inderdaad het allerbelangrijkste, maar belangrijk is ook hoe het spelletje gespeeld werd. We leven tenslotte niet in een bananenrepubliek. Naar aanleiding van de diverse onthullingen van de afgelopen maand valt eigenlijk al te concluderen dat het spel niet zuiver gespeeld is. In eerste instantie was ik van plan om de volkenrechtelijke basis van de politieke steun aan de invasie onder de loep te nemen, aangezien dat volgens mij de kern van de kwestie omvat, maar gezien de versheid van de onthullingen, zal ik eerste aandacht besteden aan een schijnbare randzaak: waarom werd er eigenlijk wel politieke maar geen militaire steun aan de invasie verleend?

Geen militaire steun?

Het is ten eerste überhaupt nog de vraag of de Nederlandse regering wel alleen politieke steun verleend heeft. Het Nederlands Dagblad publiceerde op 30 januari een interview met de voormalige Amerikaanse onderminister van Defensie Douglas Feith. Feith had op pagina 396 van zijn boek War and Decision geschreven dat Nederland 'combat support' of 'combat service support' heeft geleverd en dat gaat wel wat verder dan alleen politieke steun.

Feith beweerde ook dat veel landen in het geheim hadden meegeholpen aan de invasie van Irak. Toen het Nederlands Dagblad hem telefonisch om een toelichting vroeg, bleek Feith zich ineens niet meer te kunnen herinneren wat Nederland nou precies had bijgedragen: 'Dat is allemaal detaillistische informatie en lang geleden.’ Voor zover nu bekend is, waren de Patriotraketten die in Turkije waren gestationeerd de enige officiële militaire bijdrage van Nederland aan de Irakoorlog.

Vooral het VPRO-radioprogramma Argos wist in de afgelopen jaren veel op te rakelen met betrekking tot vermeende Nederlandse militaire steun aan de invasie. Helaas zijn veel van de openbaringen gebaseerd op anonieme bronnen, vluchtige inzagen in rapporten en inmiddels weer van websites verdwenen informatie, waardoor er moeilijk te spreken valt van harde bewijzen. Toch weet Argos mijns inziens gefundeerde twijfel te zaaien over het officiële standpunt van de Nederlandse regering dat er geen militaire steun is verleend.

De Groene Amsterdammer zette in een artikel van negen januari jongstleden de belangrijkste vindingen nog even op een rij. Zo zouden de Nederlandse strijdkrachten onder andere actief hebben meegeholpen met het inzamelen van inlichtingen ter voorbereiding van de invasie in Irak. Nederlandse F-16's voerden verkenningsvluchten uit boven Irak - één moest er zelfs een noodlanding maken - en Nederlandse en Deense special forces voerden in Irak geheime missies uit om inlichtingen te vergaren, aldus een gelekt Deens rapport.

Nederlandse commandotroepen zouden ook na de invasie actief betrokken zijn geweest bij oorlogshandelingen. In Noord-Irak zouden volgens een bron binnen de Britse special forces Nederlandse commandotroepen de Amerikanen geholpen hebben bij het openen van een tweede front:
‘Daartoe moest bij Harir, in Koerdisch gebied, een landingsbaan op een vervallen vliegveld worden klaargemaakt. Voor deze operatie waren veel special forces nodig en daarbij kregen de Amerikanen hulp van special forces van verschillende bondgenoten, waaronder de Britten, maar ook de Nederlanders’
Onder andere de legendarische BBC-journalist John Simpson zou dit verhaal tegenover Argos hebben bevestigd. Simpson was ten tijde van de invasie zeker in Noord-Irak; hij overleefde er ternauwernood een bombardement van de Amerikaanse luchtmacht.

Ook 'versprak' de toenmalige staatssecretaris van Defensie Cees van der Knaap zich tegenover RTL Nieuws, toen hij een paar maanden voor de invasie meldde dat een Nederlandse onderzeeër betrokken was bij de voorbereidingen voor de oorlogshandelingen:
'De Amerikanen zijn heel druk bezig om te kijken van: hoe is dit gebied. Het ligt vlak bij Irak. Het is de toegangsweg tot Irak, dus het is heel duidelijk dat ze zo goed mogelijk kennis willen nemen van alle activiteiten in dit gebied, dat ze daar een scenario over willen maken, en in dit kader moet u ook deze activiteiten van deze onderzeeboot zien.’
De onderzeeboot in kwestie, de Walrus, werd gefilmd in Dubai, waar hij net was aangemeerd na een geheime missie in de Golfregio. Saillant detail was de aanwezigheid aan boord van vier Amerikaanse 'afluisteraars', die 'elk Arabisch dialect zouden kunnen verstaan'. De Hr.Ms. Walrus (zie foto)is een bijzonder geavanceerde spionageduikboot, waarover de Amerikanen zelf niet beschikken, aldus De Groene Amsterdammer.



De onthullingen van Argos lieten ook de oppositie in de Tweede Kamer niet onberoerd. Op 4 april 2007 werd minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) acht uur lang doorgezaagd over de vindingen van het VPRO-radioprogramma, maar de regering ontkende alle aantijgingen stelselmatig. Het kabinet had alleen politieke steun verleend en meer niet.

Begin vorig jaar lagen Argos en Van Middelkoop opnieuw met elkaar in de clinch; toen betrof het Nederlandse special forces die in 2001 en 2002 buiten hun mandaat om in Afghanistan actief waren geweest. Volgens Argos zouden de commandotroepen onder de naam Task Force Quebar vanuit Kandahar hebben deelgenomen aan gevechtshandelingen tegen de Taliban en al Qaïda, terwijl hun mandaat ophield bij de stadsgrenzen van Kabul. Van Middelkoop bleef stelselmatig de aantijgingen ontkennen. De minister betichtte Argos zelfs van 'UFO-journalistiek' - de Raad voor de Journalistiek besliste echter in het voordeel van de journalisten.

Daarnaast verscheen overste Jan Blom (uiterst rechts op de foto) in gevechtstenue op de eerste persconferentie van generaal Tommy Franks drie dagen na de start van de invasie. Blom was op dat moment werkzaam als verbindingsofficier voor de in Turkije gestationeerde Patriotraketten, maar werd door Franks voorgesteld als vertegenwoordiger van de 'Coalition of the Willing' - de term die de Amerikanen bezigden om de coalitie van landen aan te duiden die de invasie militair steunden.

De aanwezigheid van luitenant-kolonel Blom bij de persconferentie leidde tot consternatie in Nederland, maar het bleek om een 'vergissing' te gaan. Volgens wederom Argos was de aanwezigheid van Blom echter geen vergissing, maar een beloning:
Waarom denkt u dat bij de eerste grote persconferentie door de hoogste Amerikaanse generaal Tommy Franks in Qatar een Nederlandse officier op het podium stond? Dat was echt niet alleen wegens de verbale steun die Nederland heeft gegeven’
Aldus een anonieme inlichtingenofficier ‘uit een Westers land’.



Er bestaat, kortom, toch wel enige aanleiding om te vermoeden dat Nederland actieve militaire steun verleend heeft aan de invasie van Irak, maar helemaal klip en klaar is de situatie allerminst; het zaakje stinkt zogezegd. Er zijn een aantal vragen die de Commissie Davids beantwoord zou moeten krijgen om de stank weer te verdrijven. Waar waren de Nederlandse onderzeeërs - of overige marineschepen - ten tijde van de invasie? Welke vluchten hebben Nederlandse F-16's in die periode uitgevoerd? Waar waren de Nederlandse commandotroepen en special forces voor, tijdens en na de invasie? Heeft de Nederlandse regering kortom geheime steun toegezegd en gegeven aan de invasie? Hoeveel 'Jan Bloms' werkten er op het moment van de invasie samen met de Amerikanen en de Britten? Welke werkzaamheden verrichtten zij precies en zijn ze betrokken geweest bij oorlogshandelingen? Heeft het kabinet overwogen deze manschappen terug te trekken om elke schijn van militaire steun te vermijden? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd?

De kip en het ei

Maar zolang een Nederlandse militaire deelname niet bewezen is, moeten we er van uitgaan dat de regering alleen politieke steun heeft verleend. De Eerste Kamerfracties van de PvdA, SP, D66, Partij voor de Dieren en Groenlinks, die vorig jaar meer dan honderd vragen stelden aan de regering, waren benieuwd waarom het eigenlijk alleen bij politieke steun is gebleven. Indien de casus belli inderdaad zo onomstotelijk vaststond, wat belette de regering onze krijgsmacht in te zetten om de wereld te ontdoen van de 'imminente dreiging' die van Saddam Hoessein uitging? Waarom de Amerikanen en Britten de hete kastanjes uit het vuur laten halen als je zelf ook een militair steentje kunt bijdragen? In de de antwoorden die de regering gaf wordt de volgende verklaring gegeven:
De Verenigde Staten hebben geen formeel verzoek gedaan aan de Nederlandse regering om deel te nemen aan de daadwerkelijke militaire inval in Irak. De VS hebben Nederland gevraagd politieke steun te bieden, mocht het komen tot militair optreden. De Nederlandse regering heeft haar uiteindelijke, eigenstandige (sic) afweging om een inval in Irak niet militair doch wel politiek te steunen gemaakt op 18 maart 2003.
Dit standpunt is door de regering ad nauseum herhaald. De Amerikanen vroegen niet om militaire steun en daarom heeft Nederland deze dan ook niet gegeven. De Volkskrant en RTL Nieuws wisten echter beslag te leggen op vertrouwelijke ambtelijke stukken, waaruit bleek dat de regering Bush wel degelijk Nederland had verzocht een militaire bijdrage te leveren aan de invasie van Irak. In één van de ambtelijke stukken (pdf) die openbaar werden gemaakt door RTL Nieuws wordt overduidelijk gerefereerd aan een Amerikaans verzoek voor een militaire bijdrage:
Het oorspronkelijke verzoek van de VS om militaire bijdragen is gevoegd als bijlage 3
Helaas ontbreekt de betreffende bijlage. Het is aan de Commissie Davids om die bijlage alsnog boven water te krijgen.

Heeft Jan Peter Balkenende gelogen tegen beide kamers van onze volksvertegenwoordiging? Het zou schrijnend zijn voor een politicus die doorgaans de mond vol heeft van normen en waarden als blijkt dat zijn eigen normen en waarden te wensen overlaten. Maar het antwoord is niet eenvoudig te geven. De crux van de hele zaak zit hem in het woord 'formeel'. De regering heeft steeds ontkend dat er een formeel of concreet verzoek is gedaan door Washington. Dat er oriënterende gesprekken zijn geweest met Amerikaanse diplomaten en er diverse scenario's zijn doorgenomen, waaronder die van actieve militaire ondersteuning, wordt niet ontkend.

Maar dat er een enigszins formeel verzoek is gedaan werd op 29 januari in een interview met journalisten van De Stentor bevestigd door Richard L. Armitage (zie foto), die van 2001 tot 2005 de onderminister van Buitenlandse Zaken was onder president Bush:
"We hebben officiële documenten gezonden en diplomaten naar Nederland gestuurd. Ik noem dat een verzoek. Hoe iemand anders dat noemt, moet hij weten." (vertaling NRC Handelsblad)


Een paar dagen later verklaarde Armitage tegenover het NOS-journaal dat zijn woorden verkeerd geïnterpreteerd waren en dat hij zich 'ongelukkig had uitgedrukt'. Het verzoek om steun zou gedaan zijn na de invasie en zou betrekking hebben gehad op de wederopbouw van Irak, niet de invasie. Het oorspronkelijke geluidsfragment, dat pas een dag later opdook, laat er echter geen twijfel over bestaan; Armitage sprak over een steunverzoek voor de invasie en niet de wederopbouw:
"We vertelden onze bondgenoten dat de Iraakse bevolking er positief tegenover zou staan... Dus wat wilden we? We wilden militaire hulp. De onderliggende implicatie was dat de Irakezen het zouden overnemen. Ze hadden olie. Dus ze hebben inkomsten... Dus waarom zouden we om politieke, medische en dat soort steun vragen als we militaire steun nodig hadden om erin en eruit te gaan?... We vroegen nooit om iets anders." (vertaling Parool)
Richard Armitage lijkt aan hetzelfde plotselinge geheugenverlies te leiden als zijn voormalige collega Douglas Feith.

De uitspraken van Armitage en de onthullingen van RTL Nieuws en De Volkskrant kwamen bovenop eerdere onthullingen van KRO Reporter en het VPRO-radioprogramma Argos. KRO Reporter (bekijk hier de uitzending) en Argos wisten in april 2007 al beslag te leggen op een vertrouwelijk memorandum, waaruit zou blijken dat er wel degelijk een Amerikaans verzoek om een Nederlandse militaire bijdrage was gedaan. De Verenigde Staten zouden blijkens dat memorandum Nederland op 21 november 2002 verzocht hebben om de inzet van de Luchtmobiele Brigade, fregatten, mijnenjagers, F-16's, Apache-gevechtshelikopters, precisiewapens en onderzeeërs.

Naar aanleiding van de uitzending van KRO Reporter schreven de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie een brief aan de Tweede Kamer met tekst en uitleg; het zou slechts gegaan zijn om een 'brainstormsessie onder leiding van de minister van Buitenlandse Zaken', waarin mogelijke scenario's werden behandeld. Echter, zowel kamerlid Bert Bakker (D66) als Harry van Bommel (SP) en Hans van Baalen (VVD), destijds beiden lid van de vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken en Defensie, bevestigden dat het een verzoek om militaire steun betrof.

Hans van Baalen (zie foto) deed in zijn commentaar op het document echter een uitspraak die, volgens mij, cruciaal is in de kwestie van de steunverlening. Van Balen zegt ten eerste dat het geen formeel verzoek betrof. Dus hierin lijkt hij het standpunt van de regering te staven. Hij vervolgt echter met te zeggen dat formele verzoeken tussen staten alleen gedaan worden, als men zeker weet dat het verzoek ingewilligd zal worden. Staten willen namelijk onder geen beding 'een blauwtje lopen', want dat zou gezichtsverlies betekenen.



Indien Van Baalen gelijk heeft - en ik heb geen reden aan zijn expertise op het gebied van buitenlandse zaken te twijfelen - dan rest de vraag waarom de Amerikanen geen formeel verzoek ingediend hebben. Is dat omdat ze geen 'blauwtje wilden lopen', aangezien ze al wisten dat Nederland het verzoek niet zou inwilligen? In dat geval is het antwoord van de regering op de vragen van de Eerste Kamerfracties op zijn minst onvolledig. Het besluit om geen militaire steun te verlenen is in dat geval niet gebaseerd geweest op het uitblijven van een formeel verzoek, maar is dan in een eerdere fase van het besluitvormingsproces genomen en op andere gronden. Op welke gronden precies zal de Commissie Davids moeten zien te achterhalen.

Of hebben de Verenigde Staten, zoals Armitage later beweerde, geen verzoek gedaan omdat ze 'zo arrogant' waren, omdat ze dachten de klus zonder Nederlandse steun te kunnen klaren? Maar waar komen de 'informele' steunverzoeken dan vandaan? Bijvoorbeeld de lijst met de straaljagers, de onderzeeboten en de gevechtshelikopters? Het is niet erg aannemelijk dat de Verenigde Staten in eerste instantie dachten Nederlandse militaire steun wél nodig te hebben, om daar een paar maanden later weer op terug te komen.

Het lijkt sterk op de aloude kip en het ei-discussie. Wat was er eerder: de kip? - Oftewel het niet indienen van een formeel steunverzoek door Washington? Of het ei? - De weigering van Nederland om bij voorbaat aan een formeel steunverzoek gehoor te geven?

Dat de Verenigde Staten geen Nederlandse militaire steun nodig hadden voor de invasie in Irak is vanuit puur operationeel oogpunt realistisch. Het is geen arrogantie, maar werkelijkheid; het Amerikaanse leger is veruit het sterkste leger ter wereld en had de steun van onze Jannen en Klazen zeker niet nodig om het Irakese leger op de knieën te dwingen. Een formeel steunverzoek lijkt vanuit die optiek overbodig. Washington had wel een ander probleem. Door het gebrek aan een mandaat van de VN Veiligheidsraad was de regering Bush naarstig op zoek naar legitimatie voor de inval. En die legitimatie zou alleen maar verschaft kunnen worden door een zo groot mogelijke coalitie van staten die de invasie zouden steunen. Washington was, kortom, blij met alle militaire steun die het kon krijgen.

President Bush refereerde in al zijn toespraken over Iraqi Freedom constant aan 'coalition forces' en de 'Coalition of the Willing', schijnbaar om het internationale karakter van de operatie maar te benadrukken. In dat licht moet ook de persconferentie van Tommy Franks worden gezien, waarin hij zich liet flankeren door leden van die coalitie, overste Blom incluis. De invasie moest met het tonen van een schijnbare internationale consensus de ontbeerde legitimiteit verkrijgen. De Amerikaanse diplomaten, waar Armitage over sprak en die volgens de Franse ambassadrice de deur van het Torentje in Den Haag platliepen, waren echt niet alleen naar Nederland gekomen voor het verkrijgen van politieke steun. Op een gegeven moment heeft de regering 'nee' gezegd tegen de Amerikanen, en niet andersom. En in het ergste geval heeft de regering publiekelijk 'nee' gezegd, maar heimelijk 'ja'.

Het formele verzoek is er, kortom, nooit gekomen, omdat ergens in het traject de regering besloten heeft, dat (openlijke) militaire steun geen optie was. Wellicht vond de regering de rechtsbasis te wankel. Misschien was men bang voor aanslagen. Er zijn tal van redenen te verzinnen, maar de door de regering gegeven reden lijkt het in ieder geval niet te zijn.

Het is aan de Commissie Davids om de waarheid boven tafel te krijgen, maar gezien de middelen die de commissie ter beschikking staan, lijkt dat een vrijwel onmogelijke opgave. Getuigen binnen Defensie, diplomaten uit Washington en (top-) ambtenaren in Den Haag zullen alleen uit vrije wil gehoord kunnen worden. Het lijkt me erg onwaarschijnlijk dat de hoofdrolspelers zullen staan te trappelen om tegenover de voormalige president van de Hoge Raad open kaart te spelen. Over negen maanden weten we meer.

In deel drie van mijn Irakonderzoek zal ik ingaan op de volkenrechtelijke basis van de politieke steunverlening van Nederland aan de Irakoorlog. Heeft de Nederlandse regering bijvoorbeeld de eigen grondwet buitenspel gezet om de belangrijkste bondgenoot maar niet te isoleren?

Wordt vervolgd...

maandag 26 januari 2009

Glazen bollologie

De naam Nostradamus zie je tegenwoordig weer vaak opduiken en dat komt niet alleen door de grappige sketch van Hans Teeuwen. Van Michel de Nostredame (zie afbeelding) verscheen in 1555 Les Propheties, een bundel met honderden kwatrijnen waarin hij voorspellingen over de toekomst deed. Nostradamus hield ervan zijn voorspellingen zo vaag mogelijk te houden, want hij noemt geen jaartallen en daarnaast zijn de vierregelige verzen doorspekt met voor meerdere interpretaties vatbare beeldspraak. En juist door die vaagheid blijven lezers er allerlei 'waarheden' in vinden.



Ik heb me wel eens met wat flinke tegenzin op een paar strofen gestort, en het leest eigenlijk nog best lekker weg, maar ik vermoed toch wel dat zijn voorspellingen klinkklare onzin zijn, oftewel la-rie-koek! De al dan niet door hallucinogene middelen opgewekte visioenen rechtvaardigen de eeuwenlange aandacht niet of nauwelijks. Toch begrijp ik de voortdurende fascinatie met waarzeggers als Nostradamus wel. Het is, getuige het succes van het science-fictiongenre in de populaire cultuur, blijkbaar interessant om over de toekomst te fantaseren. Daarnaast geven voorspellingen mensen het idee dat de geschiedenis zich via een vast patroon ontwikkelt; er is geen sprake van chaos, maar van orde. Orde - of eigenlijk determinisme - betekent zekerheid en daar snakken we allemaal wel naar. Toch?

Terwijl er miljoenen historici en archeologen zijn die dagelijks al bladerend door stoffige archieven of al kwastend in een bouwput het verleden in kaart proberen te brengen, zijn er weinig serieuze wetenschappers die zich inlaten met het uitspreken van toekomstverwachtingen voor de al te lange termijn, terwijl de wetenschap in essentie niets anders dan gereedschap om de toekomst mee te kunnen voorspellen is. Wetenschappers zijn zich echter vaak danig bewust van de beperkingen van hun eigen kennis.

Zo kan een geoloog goed beschrijven wat er tijdens een aardbeving gebeurt, maar exact voorspellen wanneer de volgende zal plaatsvinden is vrijwel onmogelijk. Een astronoom weet dat asteroïden regelmatig met vernietigende kracht inslaan op het aardoppervlak, maar wanneer de volgende zal inslaan valt niet te zeggen. Een viroloog weet dat er regelmatig virussen opduiken die de wereldbevolking in een pandemie uitdunnen, maar wanneer de volgende uitbraak zal zijn, blijft giswerk. Een historicus weet dat oorlogen eerder regel dan uitzondering zijn, maar wanneer de volgende zal uitbarsten? Et cetera.

De toekomst is dan ook moeilijk te voorzien en het is daarnaast carrièretechnisch niet handig om je vingers te branden aan al te stellige uitspraken. Zo deed de Club van Rome in een rapport getiteld Grenzen aan de Groei in 1973 een groot aantal voorspellingen over de gevolgen van overbevolking en het uitgeput raken van grondstoffen en die voorspellingen zijn stuk voor stuk niet uitgekomen. Sceptici met betrekking tot de oorzaken en de gevolgen van de opwarming van de aarde wijzen doorgaans graag op dat rapport; we moesten maar niet al te veel waarde hechten aan allerlei doemscenario's, hoe knap de koppen ook zijn die de scenario's schetsen.

Toch zijn er veel wetenschappers die zich wel inlaten met het voorspellen van de toekomst. Zij baseren zich niet op goddelijke inspiratie, de sterren of de geestverruimende werking van paddenstoelen, maar trekken bestaande trends en ontwikkelingen door naar bijvoorbeeld het einde van deze eeuw. Voor de ene wetenschapper levert dit een bijzonder naargeestig toekomstbeeld op; voor de ander juist een toekomst om naar te verlangen. Futurologen worden deze mensen soms ook wel genoemd en een aantal van hen is zeker de moeite van een nadere bestudering waard. Hoe zal deze eeuw er uit komen te zien?

Kille woorden over een warme toekomst

Eerst maar eens die verdraaide klimaatverandering. Vorige week werden de resultaten van een peiling over global warming van de Universiteit van Illinois onder meer dan tienduizend aardwetenschappers gepubliceerd; negentig procent van de respondenten gaf aan dat er sprake is van een opwarming van de aarde. Meer dan tachtig procent erkende dat menselijke activiteit een belangrijke oorzaak van die opwarming is. Opvallend is dat meer dan negenenzeventig procent van de ondervraagde klimatologen - veelal afhankelijk van publieke middelen - aangeeft dat global warming plaatsvindt en dat mensen daarin een rol spelen; vooral petroleumgeologen - veelal betaald door oliemaatschappijen - betwijfelen of de opwarming echt is en slechts zevenenveertig procent erkent de menselijke invloed op dat proces. Hmmm, hoe zou dat nou toch komen? Het onderzoek toont in ieder geval aan dat de overgrote meerderheid van de wetenschap aan de kant van Al Gore en consorten staat.

Wel bestaan er nog grote verschillen van mening over hoe kwalijk dit proces van opwarming nu precies is. Eén van de belangrijkste klimaatwetenschappers is James Hansen. Hij geeft leiding aan het Goddard Institute of Space Studies van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Zijn instituut verricht met wereldwijd duizenden meetpunten onderzoek naar temperatuurverandering in onze atmosfeer. Hansen waarschuwt als sinds het einde van de jaren tachtig voor de gevolgen van klimaatverandering. Afgelopen week kwam hij weer in het nieuws; volgens Hansen heeft president Obama nog maar vier jaar de tijd om de wereld te redden! Het moet absoluut binnen zijn eerste termijn gebeuren, want anders is het te laat.

Volgens Hansen zijn de gevolgen van global warming tot dusver onderschat; het smelten van de poolkappen gaat veel sneller dan vooralsnog werd aangenomen, waardoor de stijging van de zeespiegel aan het einde van de eeuw niet maximaal zestig centimeter zal zijn, zoals het IPCC recentelijk voorspelde, maar zal uitkomen op bijna anderhalve meter. De gevolgen voor dichtbevolkte kustgebieden in Nederland, Bangladesh en China zullen rampzalig zijn, aldus Hansen, die overigens ook aangaf dat het proces niet meer te stoppen valt, hooguit nog af te remmen. De door Obama voorgestelde maatregelen zijn verre van afdoende in ieder geval. De vorige president negeerde de waarschuwingen van Hansen simpelweg de afgelopen acht jaar...

'Het is al te laat!' roept de Britse wetenschapper James Lovelock (zie foto). Lovelock is vooral beroemd geworden door zijn onderzoek naar chloorfluorkoolstofverbindingen (CFK's) en als bedenker van de Gaia Hypothese. Deze CFK's breken onder invloed van de ultraviolette straling van de zon het ozon in de ozonlaag af, waardoor er gaten ontstaan in de natuurlijke beschermlaag tegen zonnestraling. Mede door het onderzoek en het activisme van Lovelock is er een wereldwijd verbod gekomen op het gebruik van CFK's in bijvoorbeeld koelkasten en airconditioners en hoeven we ons tijdens het zonnen minder zorgen te maken over huidkanker.

Of een soortgelijke eensgezindheid met betrekking tot global warming de wereld nog kan redden, geeft hij 'not a hope in hell'. Alleen als boeren massaal hun oogstafval gaan verbranden en als houtskool door hun akkers vermalen, kan de hoeveelheid koolstof die bij de vertering van dat afval door allerlei kleine beestjes als microben wordt vrijgemaakt, worden teruggedrongen. Maar Lovestock ziet het simpelweg niet gebeuren; sinds het Verdrag van Kyoto kibbelen wereldleiders al jaren over een vervolg, maar dat lijkt er voorlopig niet te komen.



Lovelock voorspelt dat er aan het einde van deze eeuw nog maar hooguit een miljard mensen op aarde zullen zijn. De gevolgen van de klimaatverandering zullen de wereldbevolking vrijwel decimeren. Waar James Hansen waarschuwt voor een hogere zeespiegel, daar wijst James Lovelock op de gevolgen voor de landbouw, vooral door woestijnvorming en afnemende bodemvruchtbaarheid. Een groot deel van de wereldbevolking voedt zich met rijst en juist dat gewas is erg gevoelig voor temperatuurstijgingen; een paar graden warmer levert al een fors lagere oogst op. In de gebieden waar nu al sprake is van structurele tekorten, zullen hongersnoden deze eeuw de bevolking uitroeien of op de vlucht jagen. Het resulterende intensievere gebruik van landbouwgronden die nog wel voldoende oogst opleveren, zullen daar de grond snel uitputten.

Lovelock wijst voor zijn voorspelling op de situatie van vijfenvijftig miljoen jaar geleden, toen er door vulkanen net zoveel koolstof de atmosfeer ingepompt werd als nu door mens en natuur samen. Dat leidde destijds tot het temperatuursmaximum tijdens de overgang van het Paleoceen naar het Eoceen. Twintigduizend jaar lang was de temperatuur gemiddeld vijf graden hoger dan normaal, waardoor de poolkappen smolten en de wereld grotendeels veranderde in één grote woestijn. Wat miljoenen jaren geleden gebeurde, zal zich deze eeuw herhalen. 'Het is alsof we met zijn allen in een roeibootje zitten, niet beseffende dat even verderop de Niagarawatervallen liggen,' vertelde Lovelock vorig jaar in de Belgische krant Het Laatste Nieuws. Toch wordt er momenteel nog meer waarde gehecht aan het redden van Fortis, dan het redden van, tja, de planeet.

De hongersnoden, vluchtelingenstromen, epidemieën en massale sterfte zal Lovelock in ieder geval niet meer meemaken. De negentigjarige zal later dit jaar nog wel het voorrecht ten deel vallen een ruimtereis te mogen maken. Richard Branson, de grote man achter alles wat Virgin doet, heeft Lovelock als gast uitgenodigd voor de eerste vlucht van SpaceShipTwo van Virgin Galactic. Daar kan hij nog een laatste blik werpen op de volgens hem overbevolkte en nu nog groene planeet - de woestijnvorming is overigens al in volle gang. Het valt te hopen dat de voorspellingen van zowel Hansen als Lovelock niet uitkomen, maar het is verstandig om er meer waarde aan te hechten dan aan de dichtregels van Nostradamus.

De technologische singulariteit van Kurzweil

Er is er dan geen hoop meer? De jobstijdingen over het klimaat, de proliferatie van massavernietigingswapens, de (aanstaande) beschavingsoorlogen, de nog steeds groeiende milieuvervuiling en de massale uitsterving van soorten doen het ergste vermoeden. Wellicht dat die hoop toch nog valt te putten uit de technologische vooruitgang, zeker als we Ray Kurzweil (zie foto) mogen geloven. Waar James Lovelock zichzelf omschrijft als een optimistiche pessimist, daar valt Kurzweil het beste te omschrijven als een hyperoptimistische optimist. Was de twintigste eeuw al een bijzondere eeuw qua technologische ontwikkelingen, de eenentwintigste eeuw zal volgens Kurzweil een eeuw van extreme en onvoorstelbare vooruitgang worden.



Kurzweil beredeneert in zijn uit 2001 stammende essay The Law of Accelerating Returns dat zowel biologische evolutie als technologische ontwikkeling geen lineaire processen zijn, maar beide een exponentiële groei laten zien. Het leven op aarde begon ongeveer vier miljard jaar geleden, maar bleef drieënhalf miljard jaar erg primitief; veelal eencellig en orgaanloos. Ongeveer een half miljard jaar geleden groeide het aantal soorten en de complexiteit van het leven explosief, tijdens de Cambrische Explosie. Sindsdien is het leven zich exponentieel blijven ontwikkelen - enkele massale uitstervingsgolven daargelaten - tot de enorme diversiteit aan soorten die we vandaag de dag kennen.

Kurzweil beweert dat technologische evolutie een eigenlijk natuurlijke uitbouw en voortzetting is van de biologische evolutie. Naar schatting drie miljoen jaar geleden begonnen de voorouders van de moderne mens gebruik te maken van gereedschappen gemaakt van steen. Het markeerde het begin van de Steentijd. Net als bij de biologische evolutie volgde vervolgens een lange periode van trage ontwikkeling. Pas rond 4.000 voor Christus werd voor het eerst brons gebruikt om gereedschappen mee te vervaardigen, maar vanaf dat moment zet de groei pas goed door. In de laatste twee eeuwen is het hek pas echt van de dam; van stoommachines, elektriciteit, radio, telefonie, verbrandingsmotoren, computers naar het internet - het gebeurde allemaal binnen enkele generaties en een fractie op de tijdschaal van de evolutie.

De technologische ontwikkelingen gaan momenteel zo snel, dat volgens Kurzweil de eenentwintigste eeuw net zo veel vooruitgang zal laten zien als de voorgaande 20.000 jaar samen. Alhoewel hij in zijn essay ingaat op een groot aantal technologische ontwikkelingen, wijst hij specifiek op de ontwikkeling van computers. De rekenkracht van computers is sinds de Tweede Wereldoorlog al tweeëndertig keer verdubbeld. De eerste computer die net zo krachtig is als het menselijke brein verwacht Kurzweil rond 2014. De eerste computer die net zo krachtig zal zijn als alle menselijke breinen samen verwacht Kurzweil ergens in de jaren veertig van deze eeuw. We staan, kortom, op het punt om een kunstmatige intelligentie te produceren die onze biologische intelligentie ver zal overstijgen. De onderstaande grafiek laat zien wanneer Kurzweil inschat dat die kunstmatige intelligentie beschikbaar wordt voor duizend dollar.


En wat zullen de gevolgen zijn van die (zelfs dubbele) exponentiële groei van technologische ontwikkelingen en kunstmatige intelligentie? Die zullen onvoorstelbaar zijn en letterlijk ons denkvermogen te boven gaan. Ten eerste zal die kunstmatige intelligentie in staat zijn om haar eigen intelligentie te vergroten, eerst met kleine stapjes, maar vervolgens weer exponentieel. In 2099 zal kunstmatige intelligentie als gevolg daarvan biljoenen keer biljoenen keer groter zijn dan de huidige biologische en kunstmatige intelligentie samen. Deze superintelligentie zal ten tweede technologieën kunnen ontwikkelen die met onze menselijke breinen simpelweg niet te bevatten zullen zijn en ook niet te voorspellen. We kunnen niet voorbij de horizon van die gebeurtenis kijken, net zoals natuurkundigen niet voorbij de waarnemingshorizon van een zwart gat kunnen kijken. Net als een zwart gat een singulariteit wordt genoemd, zo spreekt Kurzweil van een technologische singulariteit - een term die overigens niet door hem verzonnen is.

Is Ray Kurzweil knettergek? Dertien eredoctoraten van evenzovele universiteiten geven aan dat hij serieus wordt genomen. Bill Gates noemde hem een 'visionair'. Kurzweil adviseert de Amerikaanse strijdkrachten en is een graag geziene gast bij Amerikaanse presidenten. Tijdens de Amerikaanse voorverkiezingen mocht hij bij een campagnebijeenkomst in Pennsylvania vorig jaar Barack Obama aankondigen. Dit jaar zal Kurzweil net als Al Gore het filmdoek gaan gebruiken om zijn boodschap te verkondigen in een film getiteld The Singularity is Near. Inmiddels vangt Kurzweil veertigduizend dollar per lezing; een bedrag dat alleen al in 2006 veertig keer grif werd neergeteld voor de toekomstvisies van deze technologische Nostradamus.

En de klimaatverandering, gaat die geen roet in het singulariteitseten gooien? Waar James Lovestock buitengewoon pessimistisch is, daar claimt Kurzweil dat we ons geen zorgen hoeven te maken. In 2020 zullen we met nanotechnologie zonnecellen weten te fabriceren die zo efficiënt zullen zijn, dat we geen behoefte meer zullen hebben aan fossiele brandstoffen of nucleaire energie. De technologische vooruitgang zal ons daarnaast op den duur gaan redden van ziektes en zelfs sterfelijkheid - Kurzweil voorziet namelijk dat biologie en (nano-)technologie op den duur zullen samensmelten. Onze hersenen en wie weet ons bewustzijn worden in de toekomst gewoon opgeslagen op een harde schijf. Vervolgens zullen onze intelligentie en de door ons geschapen kunstmatige intelligentie zich met de snelheid van het licht - en wellicht sneller - over ons zonnestelsel en het heelal gaan verspreiden en uiteindelijk - ja,ja - zelfs nieuwe universa gaan creëren...De science-fictionschrijver Isaac Asimov voorzag in 1956 al min of meer hetzelfde toen hij het korte verhaal The Last Question schreef.

Kritiek op het toekomstbeeld van Kurzweil is er zeker, al betwijfelen maar weinig mensen dat de technologische vooruitgang inderdaad zo'n vlucht zal nemen deze eeuw. De kritiek spitst zich meer toe op de wenselijkheid van die vooruitgang. Wat gebeurt er als een kunstmatige intelligentie die miljarden malen slimmer is dan de hele mensheid bijelkaar besluit dat wij overbodig zijn geworden? We zouden slechts mieren zijn in de 'ogen' van die hypercomputer. Bill Joy, de man achter Sun Microsystems en de bedenker van Java, plaatste al in 2000 kanttekeningen bij de schijnbaar grenzeloze mogelijkheden van de technologische vooruitgang in een essay getiteld Why the Future Doesn't Need Us. En voormalig hoogleraar wis- en scheikunde, Theodore Kaczynski, zal wellicht de geschiedenis ingaan als de eerste die de wapenen opnam tegen die ongebreidelde vooruitgang. Hij staat nu beter bekend als de Unabomber.

'Open the pod bay doors, HAL!'

Het eeuwige leven

Religies danken veel van hun succes en hardnekkigheid aan de belofte van een eeuwig leven. Of het nu een hemel of een hel is die ons wacht, of een nieuw leven in een ander lichaam, onze fundamentele doodsangst wordt door religies weggenomen of verzacht met de belofte van een onsterfelijke ziel. Maar het eeuwige leven beloven is niet langer alleen maar het domein van het bovennatuurlijke; steeds meer wetenschappers geloven en beloven dat de wetenschap de dood uiteindelijk van het leven zal kunnen scheiden. Zo haalde de Britse gerontoloog Aubrey de Grey (zie foto) in 2004 wereldwijd het nieuws met zijn uitspraak dat de eerste mens die duizend jaar oud zal worden, nu al leeft en waarschijnlijk een jaar of zestig oud is. Net als Ray Kurzweil voorziet De Grey dat de technologische vooruitgang deze eeuw grote gevolgen zal hebben voor onze levensverwachting.


Rond 1800 hadden Zweedse vrouwen de hoogste levensverwachting ter wereld; ze konden er op rekenen een jaar of tweeëndertig oud te worden. Anno 2009 hebben Japanse vrouwen de hoogste levensverwachting ter wereld. Vijfentachtig jaar oud worden Japanse vrouwen tegenwoordig gemiddeld en dat is bijna drie keer zo oud als de Zweedse vrouwen twee eeuwen eerder. Het valt moeilijk te ontkennen dat er een enorme stijgende lijn in de levensverwachting waarneembaar is, al lijken de cijfers in een groot aantal Afrikaanse landen momenteel nog meer op de achttiende eeuwse Zweedse dan de eenentwintigste eeuwse Japanse levensverwachtingen.

Aubrey de Grey lijkt met zijn baard en voorkomen een beetje op een profeet, maar zijn claims baseert hij niet op duizenden jaren oude mythologische geschriften, maar op de wetenschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen eeuw. De Grey wil vooral dat we de dood anders gaan zien; niet meer als onontkoombaar, maar als het gevolg van een ziekte die op den duur geneesbaar is. Die ziekte is het verouderingsproces waaraan alle organismen blootstaan. In plaats van alle ziektes afzonderlijk te bestrijden die het gevolg zijn van dat verouderingsproces, wil De Grey het verouderingsproces zelf gaan bestrijden. Hij komt niet alleen met deze frisse benadering van onze onvermijdelijke aftakeling op de proppen, maar probeert ook oplossingen te formuleren.

In 2003 richtte hij daarom de Methusalem Mouse Prize (MPrize) op, geïnspireerd op de Ansari X-Prize, die tien miljoen dollar in het vooruitzicht stelde voor de eerste privaat gefinancierde vlucht naar de ruimte van een herbruikbaar toestel. De MPrize werkt ongeveer hetzelfde; het fonds keert uit wanneer iemand aantoonbaar een muis het langst in leven heeft weten te houden - het record staat nu op 1819 dagen - en er valt geld te verdienen aan de beste verjongingsingreep op latere leeftijd. Veelal rijke Amerikanen, die waarschijnlijk wel wat zien in het langer genieten van hun rijkdom, houden de prijzenpot gevuld.

Maar Aubrey de Grey heeft ook een zevental hoofdoorzaken van het ouder worden geïsoleerd en wil door middel van onderzoek elk van de oorzaken stuk voor stuk gaan bestrijden (zie ook onderstaande afbeelding). Hij heeft hiervoor de Universiteit van Cambridge vaarwel gezegd en wijdt nu zijn tijd aan onderzoek voor zijn Methusaleh Foundation. Het onderzoek heeft hij Strategies for Engineered Negligible Senescence (SENS) gedoopt.



Is Aubrey de Grey knettergek? Misschien wel, zijn werk en boeken worden met veel scepsis benaderd. Nadat hij zijn laatste boek Ending Aging in 2005 uitbracht, besloot het gezaghebbende tijdschrift MIT Technology Review een prijs op zijn hoofd te zetten. Iedereen die kon aantonen dat de theorieën van De Grey maar wat natte vingerwerk waren, zou twintigduizend dollar op zijn bankrekening bijgeschreven krijgen. Een jury bestaande uit wetenschappelijke zwaargewichten beoordeelde de vele inzendingen, maar geen was er overtuigend genoeg om SENS het predikaat pseudo-wetenschap op te plakken; de twintigduizend dollar werd niet uitgekeerd en Aubrey de Grey mag zijn profetieën derhalve hakkelend en in spijkerbroek en T-shirt blijven verkondigen op prominente fora (zie video).



Mocht Aubrey de Grey er in slagen zijn SENS tot een succes te maken, dan is het maar de vraag of de langere levensverwachting veel positieve resultaten gaat geven. Als we duizend jaar leven in plaats van pak 'm beet vijfenzeventig, dan heeft dat nogal wat gevolgen voor de overbevolking van de aarde en het gebruik van nu al schaarse grondstoffen. Toch heeft het leven van een ellenlang leven in het lichaam van een vijfentwintigjarige natuurlijk ook zijn charmes. Of zoals het jaren-tachtigbandje Alphaville het al eens zong:
Forever young, I want to be forever young
Do you really want to live forever, forever and ever
Wie de voorspellingen van James Hansen gelooft, kan maar het beste op zoek gaan naar een hogergelegen woning buiten de Randstad, of een comfortabele boot aanschaffen. Wie daarnaast ook nog waarde hecht aan het doemscenario van James Lovelock, kan het beste gaan sparen voor een huis ergens in Noorwegen. Daar zul je vanaf je veilige fjord vervolgens in subtropische temperaturen het creperen van de rest van de wereld kunnen aanschouwen.

Mocht je heil zien in de toekomstvisie van Ray Kurzweil, dan is dat huis, en waarschijnlijk zelfs het hele fjord, eenvoudig te bekostigen door nu aandelen te kopen van bedrijven die nanotechnologie ontwikkelen - vergelijk het met het kopen van aandelen Microsoft eind jaren zeventig, dat was destijds ook investeren in toekomstmuziek. Als Aubrey de Grey ook nog gelijk krijgt, dan kon het weleens een lange zit worden, dus neem voldoende vermaak mee voor een duizend jaar durend verblijf. Mocht je niet van pure verveling omkomen - het blijf tenslotte Noorwegen - dan zal de hypercomputer van Kurzweil uiteindelijk wel besluiten om een einde te maken aan je nutteloze bestaan. Kom maar op met die eenentwintigste eeuw! Ik heb er zin in...

zondag 4 januari 2009

Irakonderzoek; inleiding

Vorige week zondag wist één vrouw met een bomgordel in Bagdad bijna net zoveel dood en verderf te zaaien als het vierde sterkste leger ter wereld diezelfde dag in de Gazastrook. Ze verborg de explosieven onder haar abaya, een traditioneel islamitisch gewaad, en wachtte tot ze omringd werd door voornamelijk vrouwelijke sjiitische pelgrims en hun kinderen. Vervolgens blies ze zichzelf op. Er vielen veertig doden en meer dan zeventig gewonden. In de korte reportage die CNN over de aanslag uitzond, zag ik een jongen met een bezem schijnbaar stoïcijns de bloedplas naar een putje vegen. Alles went.

Rond de tijd dat de vrouw de bomgordel omgespte, afscheid nam van haar dierbaren, haar laatste gebeden zei, of wat je ook doet voordat je een aanslag pleegt, was Jan Peter Balkenende te gast in het programma Buitenhof (zie foto). Presentator Rob Trip mocht de minister-president een uur lang aan de tand voelen over een keur aan onderwerpen. Het werd een wat gezapig gesprek, waarin het de eerste minister nooit echt moeilijk werd gemaakt. Misschien was het de zaterdag ervoor laat geworden.

Ook de oorlog in Irak kwam aan bod. Het demissionaire, eerste kabinet Balkenende verleende in 2003 politieke steun aan de aanval op Irak. De rechtvaardiging van die politieke steun komt kortweg neer op het volgende: Saddam Hoessein lapte al twaalf jaar lang de resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VRVN) aan zijn laars en in 2003 was het welletjes: wie niet horen wil, die moet maar voelen. En dat deed met name het Irakese volk dan ook.


De steun van Nederland aan de oorlog was en blijft omstreden. Al tien keer werden door de oppositie in de Tweede Kamer moties ingediend voor een onderzoek naar die steunverlening, maar die werden stuk voor stuk door een Kamermeerderheid weggestemd. Balkenende bevestigde in Buitenhof nog maar eens dat een onderzoek wat hem betreft onnodig is. Het is juist die aanhoudende weigering die de nieuwsgierigheid alleen maar aanwakkert. Als de redenen voor de Nederlandse passieve steun inderdaad zo klip en klaar waren en zijn, dan zal een eventueel onderzoek toch alleen maar de juistheid van die beslissing onderstrepen?

Het heeft er alle schijn van dat er toch een onderzoek gaat komen. De Eerste Kamerfracties van de SP, GroenLinks, D66 en de Partij voor de Dieren stelden in mei vorig jaar een honderdtal schriftelijke vragen aan de regering met betrekking tot de Irakoorlog. In december, zeven maanden later, kregen de fracties de antwoorden, maar die stemden niet tot tevredenheid. Zelfs de Senaatsfractie van de VVD wil nu de 'politieke mist' die ontstaan is laten verdwijnen. In februari zal opnieuw een pakket aanvullende vragen verstuurd worden. Mochten de antwoorden wederom te wensen overlaten, dan zal de Eerste Kamer voor het eerst in haar 194-jarige bestaan een parlementaire enquête instellen naar de Nederlandse rol in de Irakoorlog.

Opmerkelijk genoeg kon ik nergens een analyse vinden van de gestelde vragen en de gegeven antwoorden. Aangezien ik niet zo van schaatsen houd, heb ik daarom besloten maar mijn eigen onderzoek te doen naar de kwestie. Gisteravond heb ik me door de 58 pagina's vragen en antwoorden heen geworsteld. Zowel de vragen als de antwoorden stelden me wat teleur; het lijkt net of de essentie van wat er zich heeft afgespeeld ontweken wordt. Die essentie, zoals ik hem zie, zal ik hier trachten weer te geven.

De reden waarom ik dit doe is eigenlijk vrij eenvoudig; ik heb de inval in Irak destijds gesteund. Het sanctiebeleid had in mijn ogen gefaald; Saddam Hoessein besteedde de inkomsten die hij verkreeg uit de beperkte hoeveelheid olie die hij mocht uitvoeren niet aan het voeden en verzorgen van zijn eigen bevolking, maar bouwde er onder andere paleizen van. Het gevolg was dat naar schatting een half miljoen Irakese kinderen om het leven zijn gekomen door ondervoeding en gebrek aan medicatie. Daarnaast vertrouwde ik op de rapporten van de Britse en Amerikaanse veiligheidsdiensten, die met stelligheid beweerden dat de dictator daarnaast ook was verder gegaan met het ontwikkelen en produceren van massavernietigingswapens. Met het verwijderen van Saddam Hoessein zou de wereld alleen maar gebaat zijn.

Inmiddels zijn we vijfenhalf jaar verder en is mede door onderzoeken in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië duidelijk geworden dat met de analyses van de veiligheidsdiensten veel mis was. Ook is de pacificatie en wederopbouw van Irak uitgelopen op een debacle, zowel politiek als humanitair. Alhoewel de schattingen nogal uiteenlopen, zou de inval in het ergste geval aan 600.000 Irakezen het leven hebben gekost. Daarnaast is de toekomst van Irak bijzonder onzeker; nu Barack Obama beloofd heeft de troepen te zullen terugtrekken, blijft het de vraag of het land op eigen benen kan staan, of misschien wel de hele regio mee zal trekken in de door John McCain voorspelde geweldsexplosie en daaropvolgende genocide. Was het kortom wel zo'n goed idee?

De verschillende aspecten van de Irakoorlog en de Nederlandse steunverlening zal ik in een aantal afzonderlijke blogs toelichten. Allereerst wil ik mijn aandacht richten op de juridische aspecten van die steunverlening. Wat was de volkenrechtelijke basis voor het besluit? Bood resolutie 1441 inderdaad de ruimte voor militair handelen? Kan een oorlog legaal zijn zonder toestemming van de Veiligheidsraad? En heeft Nederland steun verleend aan een preëmptieve oorlog of een preventieve oorlog?

Vervolgens zal ik aandacht besteden aan de rapportages van de UNMOVIC en de IAEA aan de VN. De regering geeft in de antwoorden aan de Eerste Kamerfracties aan dat die doorslaggevend zijn geweest in het toekennen van de steun aan de Brits-Amerikaanse invasie. De regering bevestigt voortdurend dat ze zich niet heeft laten leiden door de rapporten van de Britse, Amerikaanse of zelfs Nederlandse veiligheidsdiensten. De rapportages van Hans Blix, het hoofd van UNMOVIC, en Mohamed ElBaradei, directeur-generaal van de IAEA, zal ik daarvoor onder de loep leggen, want die worden keer op keer aangevoerd als casus belli.

De oorlog was een grotendeels Amerikaans initiatief. Ik wil daarom nagaan wat de Verenigde Staten bewogen hebben om zoveel vaart te zetten achter de 'regime change' in Irak. Wat waren de zogenaamde neo-conservatieve overwegingen? En niet onbelangrijk: welke rol speelden de gigantische Irakese olievoorraden in het proces? Tenslotte wil ik een aantal vragen formuleren die ik niet ben tegengekomen in de vragenlijst van de Eerste Kamerfracties. Op welke wijze is er bijvoorbeeld druk uitgeoefend op de Nederlandse regering? Heeft de politieke steun nog wat opgeleverd voor Nederland naast een Saddam-vrije wereld? Het is nogal een flinke dot hooi die ik op de vork neem, maar het is dan ook een belangrijke kwestie, misschien wel de belangrijkste van het eerste decennium van deze nieuwe eeuw.

Wordt vervolgd...

dinsdag 18 november 2008

A long time ago, in a galaxy far, far away

Wie in een contemplatieve of romantische bui eens lekker naar de sterren wil turen, komt in dichtbevolkte gebieden als Nederland maar bedrogen uit. Door licht- en luchtvervuiling is slechts een fractie van de sterren aan het firmament daadwerkelijk zichtbaar. In een droge, koude winternacht kan je zonder optische hulpmiddelen enkele duizenden sterren zien. Wie echter de melkachtige gloed wil waarnemen, waaraan onze Melkweg zijn naam te danken heeft, zal moeten verkassen naar afgelegen oorden, ver verwijderd van uitlaatgassen, schoorstenen en lantaarnpalen; Utah bijvoorbeeld:


Nog beter is het om jezelf buiten de dampkring te plaatsen, zodat de atmosfeer je beeld niet meer kan vertroebelen. De beste platen van het hemelgewelf worden dan ook geschoten door de Hubble Space Telescope, die sinds 1990 op bijna 600 kilometer hoogte in een baan om de aarde draait. Het probleem is wel dat het lanceren van telescopen een nogal prijzige kwestie is en zelfs Hubble heeft op die hoogte nog last van atmosferische deeltjes die het beeld verstoren. Daarnaast draait Hubble zo snel om de aarde, dat de telescoop maar steeds een relatief korte periode zijn aandacht kan vestigen op een bepaald deel van het heelal.

Er bestaat ook een tussenweg: door een telescoop hoog op een berg te plaatsen, wordt het dichtste deel van de dampkring al vermeden. Het zoeken is dan slechts nog naar een locatie met weinig bewolking en licht- en luchtvervuiling. De Paranel in Chili is een berg die aan al die voorwaarden voldoet. Minimaal 350 nachten per jaar is het op de Paranel kraakhelder. De European Southern Observatory (ESO) bouwde er daarom op 2.600 meter hoogte de Very Large Telescope, het vlaggenschip van de organisatie. De Very Large Telescope bestaat eigenlijk uit acht afzonderlijke telescopen, die net doen of ze één grote zijn. Het is de beste verrekijker die we hebben. Het turen naar het heelal vanaf de top van de Paranel levert dan ook schitterende plaatjes op.



Op 7 november van dit jaar publiceerde de ESO een wel heel bijzondere foto. De astronomen van de ESO hadden de Very Large Telescope voor het maken van die foto een keer niet op een ster, nevel of sterrenstelsel gemikt, maar op een ogenschijnlijk leeg, donker stukje hemel: het zogenaamde Chandra Deep Field. 55 uur lang ving de telescoop de fotonen op die vanuit het Chandra Deep Field in de lenzen vielen. Dat leverde het volgende plaatje op (klik op de foto voor de grote versie):



Op het eerste gezicht lijkt de foto niet zo bijzonder en zeker in vergelijking met de vele kunstwerken die Hubble afleverde, ook niet uitzonderlijk mooi of indrukwekkend. Indrukwekkend is de foto echter zeker. Elke lichtpuntje op de afbeelding is namelijk geen ster, maar een compleet sterrenstelsel! En elk sterrenstelsel bestaat op zijn beurt weer uit tientallen of zelfs honderden miljarden sterren. De duizenden lichtpuntjes op deze foto zijn zo elk afzonderlijk opgebouwd uit miljarden en miljarden sterren.

Het Chandra Deep Field vormt maar een piepklein gedeelte van het hemelgewelf, ongeveer een tiende van de grootte van de volle maan en een miljoenste deel van de hemelbol om ons heen. Indien je de Very Large Telescope of de Hubble Space Telescope op welk deel van het firmament zou richten, dan zou het resultaat in alle richtingen hetzelfde zijn; een onwaarschijnlijke hoeveelheid sterrenstelsels. In de meeste richtingen wordt het beeld echter vertroebeld door de sterren en nevels in onze eigen Melkweg, zoals de atmosfeer onze blik op de sterren verstoort.

Het licht dat op deze foto wordt weergegeven, deed er meer dan elf miljard jaar over om de lenzen van de Very Large Telescope in Chili te bereiken. De fotonen raceten elf miljard jaar lang met 300.000 kilometer per seconde door het heelal, voordat ze werden opgevangen in de spiegels op de top van de Paranel. De foto laat zodoende niet zien hoe het beeld momenteel is, maar hoe het heelal er 11 miljard jaar geleden uitzag, ongeveer drie miljard jaar na de Oerknal. Geschat wordt dat het heelal bijna veertien miljard jaar geleden ontstaan is, dus eigenlijk is dit een babyfoto van het universum.

Ook de Hubble Space Telescope staarde al eens langere tijd naar de donkere 'leegte' van het Chandra Deep Field. Het leverde tot twee maal toe een blik op het prille begin van het heelal op, waarvan hier de meest recente versie is weergegeven (zie foto). Ook hier geldt weer dat elke stip een compleet sterrenstelsel is, waarbij de meest verafgelegen sterrenstelsels 13 miljard lichtjaar van ons verwijderd zijn. De Hubble Deep Field-afbeeldingen zouden zo maar eens de belangrijkste foto's ooit gemaakt kunnen zijn. Ze laten tenslotte de oorsprong van het al zien.



Eigenlijk zijn de afstanden en getallen in het heelal te groot om met onze menselijke breinen te kunnen bevatten, maar George Smoot deed eerder dit jaar een aardige poging de structuur van het heelal begrijpelijk onder woorden te brengen in een 'TED Talk' (zie video). Smoot is een Amerikaanse natuurkundige die in 2004 de Nobelprijs ontving voor zijn onderzoek naar de kosmische achtergrondstraling. Deze straling vormt het restant van de oerknal en is min of meer gelijkmatig verspreid over het hele heelal. De 'sneeuw' op het beeldscherm van een televisie die niet goed afgesteld staat, wordt (mede) veroorzaakt door deze achtergrondstraling; je kijkt dan vanuit je luie stoel naar de warmtestraling van de oerknal. Kleine oneffenheden in de verspreiding van de straling zouden verantwoordelijk zijn voor de vorming van sterren en sterrenstelsels en uiteindelijk ook voor ons bestaan.

Afijn, Smoot houdt een enigszins ingewikkeld betoog, voor een leek als ik althans, maar de animaties die hij bij zijn relaas gebruikt zijn adembenemend mooi. Zo vlieg je met warp 1.000.000 door het heelal en zoom je in en uit op de slierten van sterrenstelsels die de structuur van het universum vormen (spoel de video vooruit naar ongeveer 10 minuut en 55 seconden voor het begin van de animatie). De beelden zijn voldoende om iedereen die lijdt aan een vorm van grootheidswaanzin subiet te genezen. 'All we are is dust in the wind', kweelde Kerry Livgren van de Amerikaanse band Kansas in de jaren tachtig. Het is eigenlijk nog een groteske overschatting van onze werkelijke rol in het heelal.



Aan het begin van de twintigste eeuw waren vele gebieden op aarde nog witte vlekken op een landkaart. We hadden geen idee hoe de binnenlanden van Afrika eruit zagen. Nu, aan het begin van de eenentwintigste eeuw, zijn al die lege plekken ingevuld. Voor het onbekende moeten we nu onze blikken omhoog richten, de ruimte in. Telescopen als de Hubble Space Telescope en de Very Large Telescope in Chili bieden ons een blik op het onmetelijke onbekende dat ons nog te wachten staat. Het is fascinerend om in een tijd te leven waarin dat mysterie langzamerhand ontrafeld wordt, al staan we nog slechts aan het begin van het begin van die ontdekkingsreis.

zaterdag 25 oktober 2008

Vuurwerk

De Lockheed C-130 Hercules is een Amerikaans militair transporttoestel. Om zich te verdedigen tegen hittezoekende raketten kan de Hercules flares (een soort vuurpijlen) afsteken, die net zo heet zijn als de motoren van het vliegtuig. Het bijbehorende vuurwerk heeft de bijnaam ´Angel Decoy´ gekregen en het onderstaande filmpje laat goed zien waarom. Mooi en macaber tegelijk.


Angel Decoys - Click here for funny video clips

***

zondag 17 augustus 2008

Sonja Bakkeren met Michael Phelps

De Amerikaanse zwemmer Michael Phelps werd afgelopen nacht de grootste Olympiër allertijden. Maarliefst acht gouden plakken behaalde Phelps tot dusver op deze Spelen, wat meer is dan de hele Nederlandse equipe bij elkaar wist te roeien, te zwemmen en te paardrijden. Voor het behalen van de acht gouden medailles krijgt Phelps naast de eeuwige roem ook een leuke bonus van één miljoen dollar van Speedo, de bekende fabrikant van de latex ballenknijpers.

Phelps schijnt een lichaamsbouw te hebben die ideaal is voor het doorklieven van gechloreerd water; handen als kolenschoppen, een gierachtige spanwijdte van wel twee meter, een slanke, lange torso, relatief korte benen en voeten zo groot als flippers. Daarnaast heeft Phelps een vorm van reuma aan zijn enkelgewrichten, het zogenaamde hypermobiliteitssyndroom (zie foto), waardoor hij zijn voeten verder kan buigen en het water nog efficiënter kan wegtrappen. Verder heeft Phelps zich uiteraard ook helemaal suf getraind en is hij aardig voor kinderen en bejaarden.


Een hypermobiele 'thumps up' voor Michael Phelps.

Van zo'n groot sportman verwacht je dat hij de hele dag op komkommers en stronken prei loopt te knagen, afgewisseld met glaasjes wortelsap en kommetjes muesli met zure yoghurt, maar niets is minder waar. Het dieet van Michael Phelps komt overeen met dat van de dikzakken die zich tijdens de Jerry Springershows van weleer uit hun huis moesten laten zagen. Get in my belly!

Michael Phelps ontbijt elke ochtend met drie gebakken eieren op brood met kaas, tomaten, sla, gebakken uien en mayonaise, gevolgd door drie pannekoeken met chocoladevlokken ('chocolate chips'). Vervolgens schuift hij een omelet (vijf eieren) en drie sneden geroosterd brood met suiker naar binnen. Om het af te maken lepelt Phelps ook nog een bord maïspap leeg en drinkt hij twee koppen koffie.

Tegen de middag begint zijn maag echter weer te knorren. Als middagmaal werkt Phelps eerst een halve kilo met eieren verrijkte pasta weg. Daarna eet hij twee grote ham-kaassandwiches, waarbij hij het witte brood verzadigd met dikke klodders mayonaise. Dit alles spoelt hij weg met energiedrankjes. 's Avonds wacht een nieuwe culinaire uitdaging: wederom staat er eerst dampend bord met een halve kilo verrijkte pasta met een goed gevulde carbonarasaus voor hem klaar. Vervolgens eet hij als toetje nog een extra grote pizza. Ook nu weer drinkt hij energiedrankjes om eventuele tekorten, die nog niet in al die kilo's voedsel zaten, aan te vullen.

Het totaal aantal calorieën in dit dieet schommelt zo rond de 12.000 per dag. Michael Phelps eet hiermee net zoveel als vijf volwassen mannen samen. Naast zijn elastieken enkels en reusachtige handen en voeten heeft Phelps ook een afwijkende stofwisseling. Hij verbrandt zittend meer calorieën dan andere mensen lopend verbranden. Uit metingen voor en na de eerste kwalificatieronden bleek dat de spieren van Phelps tijdens het zwemmen herstelden in plaats van verzuurden! Er is kortom geen beginnen aan.

Ik haal zo even een speciaalburger bij de Febo en trek daarna een baantje in de vijver van het Pioenplantsoen ter ere van deze grote kampioen. Eet smakelijk!

zondag 27 juli 2008

Wijze lessen

Vandaag is Randy Pausch overleden. In oktober 2006 bleek dat hij kanker aan zijn alvleesklier had. Het zaaide uit, zoals dat dan heet, en hij kreeg in augustus 2007 te horen dat hij het gevecht verloren had; binnen afzienbare tijd zou hij sterven. Pausch heeft het eigenlijk nog verbazingwekkend lang volgehouden. Hij werd 47 jaar oud.

Ik kende Pausch tot vandaag niet, maar zag dat Google hem op hun homepage eerde met een in memoriam. Het aantal woorden op die homepage mag hooguit 28 zijn, om de site zo licht mogelijk te houden, en die bovengrens wordt nogal strikt nageleefd. Dat Larry Page en Sergei Brin, de oprichters van de internetmogul, een uitzondering maakten voor Randy Pausch mag daarom opmerkelijk genoemd worden. Maar wie is die Randy Pausch?

Pausch genoot als professor in de computer science bekendheid binnen zijn vakgebied als pionier op het gebied van de virtual reality, maar zijn doorbraak bij het grote publiek kwam in september vorig jaar. Randy Pausch was gevraagd mee te doen aan een zogenaamde Last Lecture, een 'laatste college', dat georganiseerd wordt door veel Amerikaanse universiteiten. Studenten kunnen voor een Last Lecture een docent of professor nomineren. Het thema van het college is overal hetzelfde: als je nog één laatste college zou kunnen geven voor je dood, wat zou je dan zeggen? Wat zou je de studenten willen meegeven?

Het was voor Randy Pausch daadwerkelijk zijn allerlaatste college. Hij had nog maar drie tot zes maanden te leven volgens zijn artsen. Van zijn laatste woorden werden opnames gemaakt en de film werd onder andere op YouTube geplaatst. Daar is de Last Lecture van Randy Pausch al meer dan vier miljoen keer bekeken. Inmiddels is er een boek en een DVD verschenen over het college en mocht Pausch ook al bij Oprah Winfrey op audiëntie komen om zijn zegje te doen. Was het dan zo bijzonder wat Pausch te melden had?

Pausch komt niet met diepe overpeinzingen over zijn naderende einde, over sterfelijkheid an sich, of de tumoren die zijn lever, alvleesklier en nieren aanvraten. Voor een volgepakt auditorium staat geen gefrustreerde, zieke man, maar een rasoptimist, schijnbaar blakend van gezondheid, die zijn publiek alleen maar wil vertellen hoe hij de dromen uit zijn jeugd verwezenlijkt heeft. Pausch laat niet zien hoe je moet sterven, maar hoe je moet leven. Dat klinkt als zware kost, maar het is een relaas doorspekt met humor en de in deze situatie vrijwel onvermijdbare momenten van emotie. Maar zelfs die laatste zijn luchtig bijna. Pausch wil inspireren, niet emotioneren. En inspirerend is zijn laatste college wel. Zesenzeventig minuten lang.

Really achieving your childhood dreams.



Eén van de dromen uit zijn jeugd die Pausch niet waargemaakt had, - football spelen in de NFL -, werd na het uitkomen van de film alsnog bewaarheid: hij mocht een dag meetrainen met de Pittsburgh Steelers. Een andere wens, Captain Kirk zijn, kon natuurlijk nooit uitkomen. Wel kwam acteur William Shatner, lang voor de film uit kwam of het college werd gegeven, Pausch opzoeken in diens laboratorium. Door de Last Lecture heeft Pausch ook een rolletje gekregen in een nog uit te komen nieuwe film van Star Trek, al speelt hij daarin niet de rol van Kirk. Maar het gaat uiteindelijk volgens Pausch niet om het waarmaken van je eigen dromen, maar om anderen te helpen hun dromen waar te maken. En vooral om elke dag lol te hebben.

zondag 23 maart 2008

Neerlaadbaar

1. Vinicius de Moraes, Toquinho & Ornella Vanoni -- Samba pra Vinicius
Het was ooit een dikke hit in Brazilië voor de gitarist Toquinho, die dit nummer samen schreef met de dichter, diplomaat, journalist en componist Vinicius de Moraes (zie foto). Vinicius is onder andere bekend van de uitspraak 'whisky is de beste vriend van de mens. Het is een hond in een fles'. (Iemand nog een glaasje twaalf jaar oude vloeibare hond?)

Ook Ornella Vanona kweelt heel verdienstelijk mee. Het gitaarloopje swingt de pan uit, de zanglijnen zijn mierzoet en vol drama en als de viooltjes er zwoel inwaaien, is het net alsof er een engeltje op je trommelvliezen piest. Een perfect liedje voor het aanschouwen van pasgeboren lammetjes, frisse groene blaadjes en wandelingen door het Noorderplantsoen. Erg repeatfähig.
2. Daft Punk -- Alive
De Franse house- en technogoden Thomas Bangalter en Guy-Manuel de Homem-Christo, die alleen verkleed als robot in de openbaarheid treden, vormen samen het duo Daft Punk. Alive is zonder twijfel de beste stamper van de debuutplaat van Daft Punk, Homework, en misschien wel de beste track die ze ooit samen componeerden. Op een slimme manier worden een meedogenloze beat en een tweetal prettige samples met elkaar verweven tot een bijzonder opzwepend geheel; tot één brok elektronische levenslust eigenlijk (titelverklaring?).

(En Daft Punk komt naar Groningen! Tijdens Koninginnenacht treden ze op in Club Pepper. Had ik me net opgegeven bij Oog Radio om op Koninginnedag als een soort razende reporter beschonken stadsgenoten een microfoon onder de neus te duwen, komt Daft Punk de nacht ervoor het dak eraf draaien in Huize Maas! Ik wilde feestvierende Groningers fêteren op diepte-interviews over de zin en onzin van deze nationale feestdag. Is de monarchie slechts een relatief onschuldige uitlaatklep voor de nationalistische onderbuik, of is het een anachronistisch instituut dat aan vervanging toe is? En waarom draagt u een oranje klomp op uw hoofd? Dan maar geen Daft Punk? Hopelijk kan ik nog opteren voor de middagdienst.)
3. Manitoba -- Hendrix with ko
Electronische muziek kan heel warm zijn. Manitoba, oftewel Dan Snaith, maakt met 'Hendrix with ko' één van de fijnste plaatjes van de afgelopen vijf jaar. Een roffelend ritme, een lekkere lick en de dromerige zang van Snaith, die goed naar de Stone Roses heeft geluisterd, vormen samen een bijna perfect popliedje. Snaith treedt tegenwoordig op onder het pseudoniem Caribou en zegt 'droompop' te willen maken. 'Hendrix with ko' is wel een erg fijne droom.

vrijdag 2 november 2007

De grootste show op aarde

Het zal ergens in mei geweest zijn toen ik tijdens een borrel in café De Minnaar van het radioprogramma Oog Forum aan de praat raakte met redactielid Jeroen van Kleef over de Amerikaanse politiek. Al snel bleek dat we beiden een aan een (ziekelijke) obsessie grenzende fascinatie hebben voor wat er zich in Washington DC afspeelt. Nadat we het zoveelste glas bier genuttigd hadden, ontstond het idee om een weblog te gaan bijhouden over de Amerikaanse presidentsverkiezingen van volgend jaar.

Welke kandidaat zal George W. Bush gaan opvolgen?

Nu stranden dit soort plannen vaak op het moment dat de kater zich aandient de volgende dag, maar deze keer liep het gelukkig anders. Inmiddels zijn we een aantal maanden verder en is de weblog klaar om gelanceerd te worden. Het raamwerk staat er en de afgelopen maanden is er al een groot aantal relevante artikelen gelogd. De komende tijd zal er nog veel aan de website gesleuteld worden en vooral veel achtergrondinformatie worden toegevoegd, om een zo compleet mogelijk beeld van de verkiezingsstrijd te kunnen presenteren, maar er valt al genoeg te lezen en te bekijken om een eerste indruk te krijgen.

Welnu, - tromgeroffel en trompetgeschal -, het moment is daar! Vanaf heden kan je voor alle informatie over de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2008 terecht op:
www.grootsteshowopaarde.nl
Helaas waren de meeste domeinnamen met Amerika al bezet, vandaar onze keuze voor deze titel. Jeroen zal de informatie over de Democraten bijhouden, terwijl ik me op de Republikeinen zal storten. Het belooft in ieder geval een spannende race te worden. Al het nieuws, alle peilingen, de voorverkiezingen, relevante biografieën en achtergronden kan je vinden en volgen via 'de grootste show'.

May God continue to bless the United States of America!!!