donderdag 29 juni 2017

Plafondstaren

Om kwart voor vier 's nachts niet kunnen slapen en dan staren naar het plafond en je leven overdenken; daar gaat het liedje Ceiling Gazing van Mark Kozelek over.

Het hypnotiserende, Philip Glass-achtige orgeltje en de mooie samenzang en sferische synths in de refreins zouden je misschien op een dwaalspoor kunnen zetten. Dat doet de tekst van de eerste strofen namelijk ook, met zinnen die over vervreemding, dood en echtscheiding gaan. Maar Ceiling Gazing is geen nachtelijke afdaling in de krochten van een getormenteerde singer-songwriter, het is een onverwachts sterke ode aan het leven.

Luister maar.

En de tekst?

Ceiling Gazing

Laying in my bed ceiling gazing
Wide awake with jet lag from Australia
Got a stack of mail, a wedding invitation
From a new, young relative, I’ve never even met

Got me thinking about my Grandpa for some reason
Met him half a dozen times in the nursing home
Last time I saw him he was in a box
They were lowering him into the ground

St. Mary’s Church stood so high
It was the first and the last time I saw my Dad cry
The ground had a thin coat of snow
And I wandered off in the cold

It’s 3:47 am, June 13th
It’s my sister’s birthday today, I think
I wanna give her a call, see how she’s doing
She had a rough divorce, I hope she’s improved

I want to reach out and give her my love
Put a smile on her face like when we were young
Listening to records from the library
Hermit of Mink Hollow and Dreamboat Annie

She lives with her daughters all alone
Across the street from a cornfield in Ohio
One's 4, one's 7 and I love them so
I want to live a long time and see them grow

Outside my window tonight, Sausalito’s twinkling lights
My love’s beside me deep asleep
The dog is laying between my feet
Outside my window tonight

The cargo ships are cruising
And I’m so happy to be alive
To have these people in my life
Laying in my bed ceiling gazing

Don’t know to make my mind stop from racing
It’s not good or bad, it’s just how God made me
To lay awake at night ceiling gazing
To lay awake night ceiling gazing

Mooi toch.

donderdag 2 maart 2017

Eekhoorntjes

Afgelopen Noorderzon legde natuurfilmer Hilco Jansma in het radioprogramma Glasnost uit waarom er geen eekhoorntjes zijn in het Noorderplantsoen. In het kort: er is te weinig voedsel voor die beestjes. Eekhoorntjes kunnen er niet overleven.

Nu kom ik vrijwel dagelijks in het Noorderplantsoen en de afwezigheid van deze knaagdiertjes is me al vaker opgevallen. Toch meen ik mij te herinneren dat ik regelmatig eekhoorntjes zag toen ik nog aan de kop van de Korreweg woonde, in het appartementencomplex dat d’Oude Bakkerij heet. Vanuit mijn raam dat uitkeek over de oostrand van het plantsoen zag ik ze regelmatig langs de boomstammen omhoog schieten.


Misschien heeft Hilco gelijk, want hij weet er ongetwijfeld meer van dan ik, en is er simpelweg niet genoeg te knagen voor de beestjes, maar ik heb een andere verklaring voor hun afwezigheid. Een geschiedenis die ik graag wil delen in de Buurtkrant Noorderplantsoen.

Het is denk ik zo’n tien jaar geleden dat mijn goede vriend Olivier mij belde en mij uitnodigde voor het avondeten. Olivier volgde destijds de opleiding tot camerajournalist bij RTV OOG. Hij had een tent zien staan in de bosschages aan de oostkant van het Noorderplantsoen. Het is een plek waar daklozen ‘s nachts wel vaker hun heil zoeken in de beschutting van de struiken. De eigenaar en bewoner van de tent was een Amerikaan. Olivier had hem aangesproken en hem, mij en onze gezamenlijke vriend Harmen uitgenodigd voor het avondeten.

Dain Perry heette de Amerikaan. Hij was een kop kleiner dan wij, zijn drie Nederlandse gastheren, en had een jong, zongebruind gezicht. Tijdens het eten, - gebakken aardappels, groenten en vlees én wijn, heel veel wijn -, vertelde hij over hoe hij in het Noorderplantsoen van Groningen was beland.

Dain was de zoon van een hoge Amerikaanse marineofficier en was ooit van plan geweest in zijn vaders voetsporen te treden. Hij meldde zich aan bij de marine en voer als matroos uit over de Grote Oceaan in één van de gigantische vloten die de Verenigde Staten daar bijna continu laten ronddobberen ter bescherming van de vrije wereld. Of zoiets.

Maar Dain haatte het aan boord van het marineschip. Het was er krap, benauwd en altijd rumoerig. Er was nauwelijks privacy en soms zag je wekenlang niets anders dan water tot aan de horizon. De enige manier voor Dain om het te kunnen bolwerken in de grijze ingewanden van de oorlogsbodem was drugs gebruiken, ontsnappen in de roes van wat er maar voorhanden was. ‘Er wordt ontzettend veel drugs gebruikt aan boord’, zei Dain.

Dat kon niet lang goed gaan. Dain werd betrapt en moest de marine verlaten, tot schande van zijn vader en zijn familie. Hij ging naar het andere einde van de wereld, Europa, en begon hier een zwervend bestaan. Hij had tot Olivier hem aansprak al een groot deel van ons continent gezien en doorkruist.

Dain had al vijf dagen gekampeerd in het park. Hoe had hij zich in leven gehouden? Dain zei geen geld te hebben, geen inkomen. Wat had hij dan gegeten? ‘Eekhoorntjes’, zei Dain, ’Ik heb wel twaalf eekhoorntjes gevangen en opgegeten’. Hij gebruikte een pindakaasval om de beestjes te vangen. ‘Maybe I ate them all’, grapte hij nog.

Sindsdien speur ik het Noorderplantsoen regelmatig af op eekhoorntjes. Maar sinds het diner met Dain Perry heb ik er nooit meer één gezien. Dankzij de zwervende zoon van een hoge Amerikaanse marineofficier zijn er geen eekhoorntjes meer in het Noorderplantsoen. Opgegeten.

Ook van Dain Perry hebben we na dat gedenkwaardige diner niets meer vernomen. Met de noorderzon vertrokken heet dat.

(Dit artikel verscheen in maart 2017 in de voorjaarseditie van de Buurtkrant Noorderplantsoen)

woensdag 4 januari 2017

Aurora - Kim Stanley Robinson

2016 zal niet zozeer de geschiedenis ingaan als het jaar waarin Amerika voor Donald Trump koos, maar vooral als het jaar waarin het aandeel koolstofdioxide in de atmosfeer de cruciale grens van 400 deeltjes per miljoen (ppm) doorbrak én Amerika een klimaatontkenner in het Witte Huis stemde. De laatste keer dat de atmosfeer zoveel CO2 bevatte, tussen de vijftien en twintig miljoen jaar geleden, was de gemiddelde temperatuur op aarde namelijk zes graden hoger en lag de zeespiegel als gevolg van smeltende ijskappen tot wel 40 meter hoger dan vandaag.

Volgens Kim Stanley Robinson, door de New Yorker bestempeld als 'generally acknowledged as one of the greatest living science-fiction writers', zal het hierbij niet blijven. In zijn fabuleuze toekomstroman Aurora laat Robinson het aandeel CO2 de komende eeuwen doorstijgen naar 1000 ppm. Geen wonder dat miljoenen mensen zich aanmelden voor de eerste interstellaire kolonisatiepoging van een planeet buiten ons zonnestelsel. Robinsons belicht zelf in onderstaande, leuk geïllustreerde video het uitgangspunt voor Aurora:


Dat uitgangspunt wordt ook mooi omschreven in slechts één zin in de meest lyrische recensie die ik online kon vinden, die van Cory Doctorow op BoingBoing.net: 'Aurora is an exciting novel on its own merits: the story of a generation ship finally decelerating at the Tau Ceti system after 150 years of travel at 10 percent of lightspeed, its many arcologies each a miniature Terran biome, ready to terraform a wet moon of a superjovian planet 12 light-years from Sol'.

De 2000 kolonisten zijn aan het begin van het verhaal al ruim anderhalve eeuw onderweg. Alle personages zijn zodoende nazaten van de vrijwilligers die zich ooit voor de reis aanmeldden; ze kennen geen andere omgeving dan het ruimteschip. Daar zijn ze geboren en opgegroeid. Daar hebben ze hun ouders en grootouders begraven. Het is hun kleine wereld, maar toch groot genoeg om een gletsjer te herbergen, of met een zeilboot op een meer te varen.

Sterke vrouwen

Net als in veel sciencefictionverhalen zijn de echte helden van Aurora vrouwen. Eerst maken we kennis met Devi, de hoofdingenieur van het ruimteschip, die bijna bezwijkt onder de lading technische mankementen en biochemische uitdagingen waarmee ze wordt opgezadeld. Haar dochter Freya mag vervolgens het grootste deel van het verhaal dragen; haar levensverhaal geldt als de rode draad in een ongemeen spannend verhaal, waarbinnen grote afstanden door zowel ruimte als tijd worden afgelegd.

Een verhaal dat Robinson bovendien grotendeels laat vertellen door het ruimteschip zelf; de kunstmatige intelligentie die de processen op het schip bestiert en Devi als een soort lerares ziet. De laatste die haar programmering nog aanvult. Het levert een fascinerende verteller op, kortweg aangeduid als ship (zonder hoofdletter), die regelmatig zijstraatjes kiest met bespiegelingen over taal en de beperkingen van taal, metafoor en analogie, maar juist ook met de afstand van een cultureel antropoloog de mens als een soort beziet. En zonder al te veel te verklappen, zelf ook een rol opeist in het verhaal dat ze vertelt.

Mundane Manifesto

Aurora sluit naadloos aan bij het Mundane Manifesto uit 2004, dat ijverde voor meer realistische sciencefiction, dat wil zeggen, verhalen zonder bijvoorbeeld interstellaire reizen die sneller dan het licht gaan, of contact met andere intelligente beschavingen. Elementen die volgens onze huidige kennis van het heelal buitengewoon onwaarschijnlijk zijn.

Auteurs dienden zich volgens dit manifest te houden aan de grenzen die de wetenschap nu biedt. Geen handige wormgaten of warpaandrijving dus voor de kolonisten; Robinson roeit met de riemen die hij heeft, niet die er mogelijk ooit zullen zijn.

Intieme punt

Maar juist die realistische aanpak maakt Aurora een boek vol fascinerende verhandelingen over prionen, de rol van broom in cellen, zwaartekrachtslingers, eilandbiogeografie, het ontstaan van (zelf)bewustzijn en wat al niet meer. Zo is de zonsverduistering die Robinson de kolonisten laat ervaren als ze hun doel bereikt hebben ronduit magisch. Dat Robinson deze technische onderwerpen naadloos laat inbedden in een goed leesbaar verhaal, zegt iets over de kwaliteit van zijn pen.

Maar de kracht van Aurora ligt bovenal in de geloofwaardige personages, de politieke turbulentie in een kleine samenleving onder druk en het doordenderende plot; Aurora is simpelweg unputdownable. Het beste sciencefictionverhaal dat ik in tijden las en één van de beste boeken die ik in 2016 las.

Toch lijkt Robinson vlak voor het einde van het verhaal zelf even zoekende; de spanningsboog zakt in en je vraagt je af waar dit nog kan eindigen. Het strandt gelukkig allemaal, vrij letterlijk, in een ontroerende slotscène, die een grootse maar intieme punt zet achter een fantastisch verhaal. Verplichte kost voor iedereen die wel eens gefantaseerd heeft over hoe het zou zijn om naar een andere planeet te reizen.

Breakthrough Starshot

En over dat fantaseren gesproken; 2016 was ook het jaar waarin we ontdekten dat rond onze dichtstbijzijnde ster, Alpha Centauri, een planeet draait die erg op de aarde lijkt. De Britse natuurkundige Stephen Hawking kondigde daarom al in april aan (zie onderstaande video) waarom hij een vloot sondes zo klein als mobiele telefoons naar Alpha Centauri wil sturen. Die queeste, Breakthrough Starshot gedoopt, werd in augustus extra relevant toen bleek dat de aardachtige planeet, Proxima B, waarschijnlijk een vloeibare oceaan heeft. 


We gaan het misschien nog wel meemaken ook. Maar tot die tijd biedt Kim Stanley Robinson het beste alternatief.

dinsdag 27 september 2016

Muurzoem

<David Attenborough> In onze achtertuin scheidt een oude muur onze grond van die van buurman Jan. We weten niet hoe oud de muur is. Mogelijk zo oud als ons huis, dat rond 1893 gebouwd is. Zo ziet de muur er in ieder geval wel uit; alsof hij er al een tijdje staat (klik op de foto's voor een grotere versie).

4

De naam van onze straat, de Verlengde Grachtstraat, doet nog denken aan de gracht die langs de stadswallen liep. Groningen was lange tijd een belangrijk verdedigingsbolwerk. Denk maar aan het beleg van Bommen Berend; wie het Noorden wilde veroveren moest eerst Groningen innemen. Daar kwam rond 1870 een einde aan.

Linies
Toen stortten de Fransen en de Duitsers zich in de zoveelste fatale burenruzie, een vernietigende oorlog die als een soort prelude voor de Eerste Wereldoorlog geldt, en met honderdduizenden doden aan beide zijden al bijna net zo dodelijk was. De Fransen brachten voor het eerst in het Europese strijdtoneel mitrailleurs mee, maar het was een Duitse innovatie, de lichtgewicht stalen artilleriestukken die Krupps produceerde, die de doorslag gaf.

Frankrijk moest in een eeuw dat Napoleon bijna de hele wereld veroverd had een vernederend verlies erkennen. In de Spiegelzaal van Versailles werd het Duitse Keizerrijk door Otto von Bismarck in het leven geroepen; de Duitse eenwording was een feit.

Wereldwijd werd als gevolg van de Frans-Duitse Oorlog ingezien dat je landen niet meer kon verdedigen met tal van losse vestingsteden, maar dat je in linies moest denken. In 1874 werd in Nederland daarom de Vestingwet aangenomen. Groningen speelde in de nieuwe opzet geen rol meer in de defensie.

Noorderplantsoen
In 1878 kon de stad daarom zijn poorten, wallen en dwingers afbreken en, vooral, voor het eerst sinds de zeventiende eeuw, uitbreiden; het schootsveld voor de artillerie op de katten hoefde niet langer vrijgehouden te worden en bood ruimte voor nieuwe wijken. Zo werd het Noorderplantsoen, wellicht het mooiste park van Nederland, gesticht op wat ooit die stadswallen waren. Hannah en Otis spelen er haast elke dag. En de Plantsoenbuurt, waar de Verlengde Grachtstraat historisch deel van uitmaakt, verrees in de twee decennia die volgden.

Afijn, voordat zo'n muur in je tuin gebouwd kan worden, moet eerst een bloedbad zich voltrekken en een keizerrijk gesticht worden, zo blijkt. Maar de muur zit vol met leven, is eigenlijk een kleine biotoop an sich.

Zoem
Bijen, overal zoemen bijen.

Bij

En niet alleen bijen, maar ook vlinders. De atalanta vanessa, maar dan keer twintig.

Vlinders

Samen zoemen.

3

Even zoomen.

Atalanta

Onze dappere Mississippi voelde zich niet op haar gemak bij al dat gezoem, een verstoring van haar territoir. Ze was dusdanig van slag door al dat gezoem en gefladder, dat ze zelfs even haar 22-uur durende dagelijkse slaapje ervoor onderbrak.

Mississippi

Dichtbij.

Bij

Eén erbij.

Bij

En toch wacht een aantal bijen een wreed lot; gevangen door een dodelijk roofdier.

Gevangen

Zo zoem je nog wat rond van bloem naar bloem en zo word je bijna als middageten leeggeslobberd door een webdeveloper.

Eat, sleep, prey, repeat.

Ons eigen roofdier kijkt bewonderend toe. Mississippi heeft geen web nodig. Op magische wijze verschijnt er elke dag een laag brokjes in haar bakje. Ze vangt af en toe een muis, dat wel.

Mississippi

</David Attenborough>

vrijdag 16 september 2016

Wanderers

Het blijft wat mij betreft het coolste YouTube-filmpje dat ik ooit zag: Wanderers van Erik Wernquist, een Zweedse digital artist. In een paar minuten laat Wanderers zien welke belofte ruimtevaart in zich draagt. Citaten uit het boek Pale Blue Dot, met donkere stem voorgedragen door Amerikaanse sterrenkundige en auteur Carl Sagan, versterken de profetische en bijna hallucinerende beelden.

Jammer dat zoveel science-fiction dystopisch is; de glimlach aan het eind van dit bijna vier minuten durende pareltje is zoveel mooier en inspirerender dan al die post-apocalyptische doemfantasieën waar we normaliter doorheen moeten waden. Zelfs het optimistische Star Trek speelt zich af in een wereld na een kernoorlog. Utopisch is de toekomst uiteraard ook niet, maar er valt nog genoeg te ontdekken en te verkennen.

Inclusief basejumpen op Miranda, de kleinste maan van Uranus, blijkbaar. Wow.



(Lees ook 2007: A Google Odyssey)

maandag 12 september 2016

This Bitter Earth

Afgelopen zaterdag mocht de Amerikaanse fotografe Darcy Padilla haar favoriete kunst- en cultuuruitingen aanprijzen aan Volkskrantlezers in de wekelijkse rubriek 'Onze gids van de week'. Ik had nog nooit van Padilla gehoord, maar was direct gegrepen door de mooie inleidende woorden van Karolien Knols:

Voor iedereen die nog nooit van haar had gehoord: zoek maar eens op YouTube. Darcy Padilla, Family Love. Om te huilen zo mooi. Een achttien jaar durend fotoproject over het leven van Julie Baird, samengevat in een filmpje van vijf minuten, met de stem van Dinah Washington eronder, ze zingt This Bitter Earth, alsof de foto's nog niet hard genoeg aankomen.
Padilla komt Baird in 1993 tegen in het Ambassador Hotel in San Francisco. Anders dan de naam wellicht doet vermoeden, is het hotel vooral een opvangplek voor de allerarmsten en verslaafden, zoals Julie Baird.

Baird is dan pas 18, verslaafd aan heroïne, besmet met hiv en net moeder geworden. As Darcy Padilla haar ziet in de lobby van het hotel, heeft Julie Baird een baby van acht dagen op haar arm.

De ontmoeting resulteert in The Julie Project waarvoor Padilla in 2015 de World Press Photo voor beste langdurige fotoproject krijgt toegekend. Tijdens de achttien jaar dat Padilla Baird mag volgen, krijgt Julie nog vijf kinderen van verschillende vaders, waarvan ze alleen Melissa, -  een meisje dat met haar krullen soms wel erg doet denken aan mijn eigen dochter Hannah -, niet hoeft af te staan.

Aangrijpend? Zeker, maar het is ook bijzonder om te zien hoe bewegende beelden worden stilgezet in een foto, die vrijwel op hetzelfde moment gemaakt wordt. De foto is letterlijk indrukwekkender is dan de film. De kracht van fotografie wordt zo nogmaals onderstreept.



Opmerkelijk is de relatie die Padilla en Baird opbouwen. Als Baird in 2010 wordt verzorgd in een hospice, vraagt Padilla zich af of ze haar sterven wel mag vastleggen. Daar hadden ze het nog nooit over gehad, zo legt ze in deze korte documentaire van World Press Photo uit.


Darcy Padilla (2015 Photo Contest) from World Press Photo on Vimeo.

'Darcy, jij bent het langste in mijn leven geweest. Je mag doen wat je maar wilt,' antwoordde Julie Baird. Ze overlijdt datzelfde jaar.

(Lees ook Het meisje en de gier over de Zuid-Afrikaanse fotograaf Kevin Carter)

dinsdag 9 augustus 2016

Willy Vlautin - The Free

Welkom in de nachtmerrie van Leroy Kervin. In een moment van helderheid van geest heeft hij zojuist een eind aan zijn leven proberen te maken door zich op een traphekje te storten. Het mislukt; zijn lijdensweg blijft voortduren. Acht jaar eerder raakte Kervin als Amerikaans soldaat zwaargewond door een bermbom in Irak. Nu kan hij de pijn niet meer aan.
"He decided then that he would give up, that he would run his mind as far away as he could. He would lose himself inside himself. He would disappear from the world."
Het lot en de angstdromen van Kervin vormen het hart van de roman The Free van de Amerikaanse schrijver Willy Vlautin. Soms leer je schrijvers of boeken kennen doordat je eerst de film ziet. Bij Vlautin hoorde ik eerst de muziek. Hij is de frontman van de band Richmond Fontaine en is de drijvende kracht achter The Delines. The Delines zag ik alvast op festival Take Root afgelopen september.

In The Free schrijft Vlautin over hetzelfde onderwerp als in zijn liedjes: de gewone Amerikaan, die moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen. Zo is daar verpleegster Pauline, die worstelt met overgewicht en de zorg voor haar vader. Een vader die Pauline mishandelde toen ze jong was en zelf lijdt aan een psychiatrische stoornis. Pauline is wellicht de echte held van het verhaal. Naast de zorg voor Kervin en andere patiënten probeert ze de minderjarige Jo te redden uit de hopeloze greep van haar verslaafde vrienden. Nee, dit is niet het Amerika van de witte tanden en plastic Hollywood-dromen dat Vlautin schetst.

Vlautin beschrijft haar belevenissen en dat van de andere hoofdpersoon, Freddie McCall, die als nachtportier werkt in de revalidatiekliniek waar Kervin zijn zelfmoordpoging doet, beschouwend, zonder echt in het hoofd te kruipen van de personages die hij opvoert. Hij laat zien, zoals in een film, of eigenlijk, zoals hij in zijn liedjes ook doet. Dat levert een aantal fraaie scènes op. Lees maar of luister naar Two Alone van het prachtige album We Used To Think The Highway Sounded Like A River.



De angstdromen van Kervin spelen zich af in een volledig gemilitariseerd Amerika, waarin iedereen moet dienen in het leger, tenzij ze een soort moedervlek hebben, een verkleuring die zich langzaam verspreid over het hele lichaam. Als je 'the mark' hebt, word je gezien als een verrader en hoef je niet te dienen, maar word je vervolgd. Niet Kervin, maar zijn geliefde Jeanette heeft de uitdijende vlek, waardoor ze vogelvrij zijn en ver tot in Canada worden opgejaagd door een doodseskader dat zich The Free noemt.

Vlautin legt één van de leden van het doodseskader woorden in de mond die enigszins herkenbaar klinken:

"What you don't understand is that at one time we had the greatest country in the world. The greatest country that had ever existed. Now it ain't shit and it's people like you who have ruined it. People who don't stand up for the flag. Who don't take their hat off when the anthem plays. Who won't sacrifice. For years the politicians gave everything to people who were too fucked up to hold a job or too lazy to do anything but lay on their backs and pump out kids who end up in prison or on welfare. But your turn is over."
Richmond Fontaine stopt er na 22 jaar mooie liedjes mee. Afgelopen maart verscheen hun laatste album You Can't Go Back If There's Nothing To Go Back To. In oktober treden ze op in Vera. Niet te missen wat mij betreft, want wellicht de laatste keer dat ze in Groningen optreden. En hopelijk blijft Willy Vlautin schrijven. Ik blijf in elk geval lezen en luisteren.

dinsdag 12 april 2016

Bes

Ah, de eenzame pareltjes die glansloos verborgen liggen in de donkere krochten van het internet. In rauwe html-gecodeerde schatten die smachten om ontdekt te worden door warmbloedige wezens zoals wij, in plaats van slechts betast te worden door de dode vingers van Google-crawlers als Googlebot, die indexeren, maar niet kunnen waarderen. Websites die puur en onberoerd door marketingstrategieën verstoken blijven van de muisklik, die ze kan onttrekken aan de digitale vergetelheid.

Eén van die parels is In B Flat, een website die een soort hybride vormt tussen een muziekinstrument en een orkest. In B Flat laat je met YouTube-filmpjes je eigen ambient compositie samenstellen, die altijd, altijd harmonieus is, want alle filmpjes produceren tonen, geluiden en piepjes in Bes. Klik willekeurig de filmpjes aan en je maakt muziek, je componeert, en waarachtig, je creëert!

Een Bes is dan weer een met een halve toon verlaagde B. Of zoiets, want mijn kennis van muzikale theorie stokt helaas bij do-re-mi.

Initiatiefnemer Darren Solomon zegt geïnspireerd te zijn door YouTube-mixgod Kutiman, die ooit schijnbaar willekeurige YouTube-filmpjes aan elkaar vlocht tot muzikale meesterwerkjes, maar tegenwoordig ook muzikanten van over de hele wereld partijen laat inspelen en opnemen, zodat hij het kan knippen en plakken tot een alleszins te pruimen auditieve ervaringen, die soepeltjes via het inwendige oor de inwendige mens verwarmen.

Solomon is daarnaast bewonderaar van Terry Riley, een van de grondleggers van de minimal music, en verdomd, als je In B Flat 's avonds laat in een aan te bevelen melancholische stemming aanklikt, dan waan je je even een componist als Philip Glass (held) of Steve Reich. Ter versterking van die illusie is een glas twaalf jaar oude Schotse whisky aanbevelenswaardig edoch niet onontbeerlijk.

Mooi ook, één van de filmpjes op In B Flat is een gedicht, zodat je door de harmonieuze kakofonie van Bes-klanken ook wat spoken word kunt mengen. Daniel Donahue schreef Information, waarvan ik de tekst dan weer dusdanig profetisch en sterk vind, dat ik hem graag hier deel.

she closes the lid
and unplugs the device
no bigger than her thumb
from the computer.
My lifes work, she says. But, it isnt her lifes work.
You see, we store information like an Escher painting.
It shouldnt all fit in there. But, it does.
And every day we manage to fit more and more into smaller and smaller spaces until one day
she says,
we will be able to fit all the information the world has
everything that everyone knows and believes and dreams
into nothing.
It will all be there. Stored and filed.
Tagged with any keywords you might imagine.
Our hard drives will be thin air.
They will make nanobots look like elephants.
And elephants will be in there too. Tagged. Accessible with search terms
like grey, ivory,
and the largest land dwelling mammal
We will process away at nothing and understand everything.
We will think of a word and the information will slip in, not through our ears or eyes
but straight through our skin. Information will breathe in and out of us,
permeate our skin.
Our knowing will be as deep as it is wide.
You see our work here is to learn so much,
to be so full of knowing,
that all there is left to do is unlearn.
Humanity must get to a point where we let go.
We leave the useless ideas and the spent ideologies in the recycle bin.
like an adolescent brain shedding neurons.
like a snake slithering from its old skin.
like an old man who has come to understand so well the point where reality meets the intangible that he is able to decide which breath will be his last. And, he will enjoy that breath more than any that he has taken in his entire life.
And, her lifes work is more than a four meg flash drive.
My lifes work, she says, is the impact that this has.
This is not about what I produce. It is all about what others receive.
Dus: http://inbflat.net/

dinsdag 15 maart 2016

Grootsteedse duizeligheid

Wat zou je doen als je een miljoen wint? Ik zou een nieuwe camera kopen en een paar lenzen en dan wereldsteden fotograferen, zoals Vivian Meier dat haar hele leven stiekem deed, of Michael Wolf, die kijkt zoals ik wil leren kijken.

De grote stad is een magische mierenhoop van menselijke diversiteit, die 's nachts verandert in een omgevallen kerstboom met miljoenen lichtjes. Het zijn de steden waar vooruitgang de ruimte krijgt, in tegenstelling tot het platteland, of de natuur, waar de ruimte juist verlammend lijkt te werken. Onrust is een belangrijke voorwaarde voor innovatie, zo lijkt het.

'Verhuis noorderlingen naar de grote stad', zo bood publicist en econoom Heleen Mees een in het noorden weinig populaire oplossing voor de door gaswinning ontstane bevingsproblematiek. Volgens Ed Glaeser, hoogleraar economie aan Harvard University, zo schrijft Mees "groeien grote steden harder, omdat steden de sterke punten van mensen uitvergroten. Steden zetten aan tot innovatie door persoonlijke interactie, ze trekken talent aan en scherpen het door onderlinge competitie. Steden stimuleren ondernemerschap en faciliteren sociale en economische mobiliteit."

Veel van wat wij als beschaafd beschouwen is ontstaan in steden. Democratie, filosofie en wetenschap zijn geworteld in de Griekse stadstaten, de poleis, uit de Oudheid. En volgens de Amerikaanse historicus Russell Shorto vormt Amsterdam de bakermat van onze moderne vrijheden. De Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber trekt wereldwijd volle zalen met zijn bewering dat steden, niet staten, de oplossing kunnen bieden voor mondiale problemen als klimaatverandering. In New York ontstond de jazz, niet in Surhuisterveen.

Whitman
Misschien verwoordde de Amerikaanse dichter Walt Whitman (1819-1892) die bewondering voor de grote stad het mooist in zijn gedicht The Great City:

The place where a great city stands is not the place of stretch'd wharves, docks, manufactures, deposits of produce merely,
Nor the place of ceaseless salutes of new-comers or the anchor-lifters of the departing,
Nor the place of the tallest and costliest buildings or shops selling goods from the rest of the earth,
Nor the place of the best libraries and schools, nor the place where money is plentiest,
Nor the place of the most numerous population. 
Where the city stands with the brawniest breed of orators and bards,
Where the city stands that is belov'd by these, and loves them in return and understands them,
Where no monuments exist to heroes but in the common words and deeds,
Where thrift is in its place, and prudence is in its place,
Where the men and women think lightly of the laws,
Where the slave ceases, and the master of slaves ceases,
Where the populace rise at once against the never-ending audacity of elected persons,
Where fierce men and women pour forth as the sea to the whistle of death pours its sweeping and unript waves,
Where outside authority enters always after the precedence of inside authority,
Where the citizen is always the head and ideal, and President, Mayor, Governor and what not, are agents for pay,
Where children are taught to be laws to themselves, and to depend on themselves,
Where equanimity is illustrated in affairs,
Where speculations on the soul are encouraged,
Where women walk in public processions in the streets the same as the men,
Where they enter the public assembly and take places the same as the men;
Where the city of the faithfulest friends stands,
Where the city of the cleanliness of the sexes stands,
Where the city of the healthiest fathers stands,
Where the city of the best-bodied mothers stands,
There the great city stands.
Wat hij precies met die 'cleanliness of the sexes' bedoelde is een mij een raadsel, want Whitman snoepte zelf van twee walletjes, zo gaan de geruchten. Hij publiceerde slechts één bundel, Leaves of Grass, maar die maakte hem wel tot een icoon van de Amerikaanse negentiende-eeuwse literatuur.

Whitman zette de letters voor de eerste druk zelf, zo las ik onlangs in het mooie korte verhaal Ghosts uit de New York Trilogy van Paul Auster, in Orange Street, Brooklyn Heights te New York.

Waar anders ook?

Urban vibe

Totdat ik die miljoen gewonnen heb, moet ik het doen met wat andere fotografen vastleggen. Fotowebsite Flickr, waar ik ook zelf mijn foto's plaats, biedt de mogelijkheid groepen te maken rond een bepaald thema. In 2013 begon ik een groep met de titel Urban Vibe, om al die foto's die de wereldwijde grootsteedse duizeligheid vastleggen, een plaats te bieden.

Inmiddels telt de groep meer dan 150 leden en staan er duizenden, soms prachtige foto's in van wereldsteden.

L1002238

***

Nighthawks

Untitled

Rolling Fog

Én een paar van Groningen.

Buzzing

***

donderdag 6 november 2014

Volharding

(Dit artikel over politiek activisme in Groningen schreef ik voor Idee, het magazine van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66.) 

De Groningers zijn boos. Aardbevingen zorgen voor een daling in bodems, huizen en huizenprijzen. Hoe activistisch zijn de Groningers eigenlijk? D66-gemeenteraadslid Arend Jan Wonink vertelt. 

Het bekendste gezicht van activisme in Groningen is dat van Mevrouw Kiki. Mevrouw Kiki – een schuilnaam –is al jaren de luis in de pels van het stadsbestuur. Ze geniet lokale bekendheid als de bomenbeschermvrouwe, door haar tomeloze inzet voor het behoud van kastanjes en andere hoogstammigen in de stad. Als de gemeente dreigt te kappen dan procedeert Mevrouw Kiki tot ze niet verder kan procederen. En met succes. De rare bocht in de weg tussen de V&D en de Grote Markt is het regelrechte resultaat van de dendrofilie (liefde voor bomen, red.) en het doorzettingsvermogen van Mevrouw Kiki. De gerechtelijk afgedwongen lus zorgde ervoor dat een boom kon blijven staan. De wethouders die vanuit het statige stadhuis nu naar buiten turen over de Grote Markt, zien zo altijd hoe politieke ambities zich moeten krullen rond de protesten en wensen van inwoners. 

Toch is politiek activisme onder Groningers niet enkel het domein van eenzame strijders zoals Mevrouw Kiki. Geen stad in Nederland kende in het verleden zo’n rijk en divers verenigingsleven. Ooit had elke wijk en elke buurt zijn eigen voetbalvereniging, zodat Groningen lange tijd meer voetbalclubs kende dan Amsterdam. Maar ook op het vlak van toneel, muziek of filatelie zochten de Groningers elkaar op. Zo bestond de participatiesamenleving al in Groningen, lang voordat die opnieuw werd uitgevonden in Den Haag. 

Er zijn talloze voorbeelden van Groningers die zich verenigden in een politieke strijd tegen de macht. Zo vochten de inwoners van de Hortusbuurt decennialang tegen de ambities van de Rijksuniversiteit Groningen; die dreigde hun eeuwenoude wijk in de jaren zestig van de vorige eeuw letterlijk op te slokken en plat te walsen. De buurt won. De universiteit zocht haar heil aan de rand van de stad, maar zocht nog twee keer de confrontatie met de buurtbewoners op. En steeds trokken de buurtbewoners aan het langste eind. De universiteit mocht uitbreiden, maar de Hortusbuurt, met al zijn stille hofjes en monumentale pracht, bleef behouden. 

Een ander fraai voorbeeld van Groningers die participeren vanaf de buitenkant van de politieke orde, is een verhaal dat zich laat lezen als een schelmroman. Zo duidde Adriaan van Dis althans het relaas A War is Born[1] over de acties van het Woonschepen Comité Groningen (WCG) tegen een door de gemeente in 1994 aangekondigde verdubbeling van het liggeld. Chroniqueur en actievoerder Klaas Koetje beschrijft hoe bewoners van de vele woonschepen twee jaar lang actie voerden tegen het voornemen van het college om een procent van de bezuinigingstaakstelling van 20 miljoen gulden te realiseren op het liggeld. Hun liggeld. Negentig procent van de waterbewoners, van dobberende yup tot lekkende punker, verenigde zich in het gezamenlijk verzet. 

Koetje schrijft met de humor en de melancholie van een winnaar hoe de bewoners van de drijvende huizen met tal van ludieke acties en de gloed van burgerlijke ongehoorzaamheid niet alleen veel sympathie in de rest van de stad wisten te kweken, maar ook een college aan het wankelen bracht, of ten minste aan het weifelen. De episode culmineerde in een concessie aan het WCG. Hoogtepunt van de acties tegen de belastingverhoging was het plaatsen van een woonark recht tegenover het stadhuis op de Grote Markt. De gemeente wilde twee ton? Ze kreeg vijftien ton voor de kiezen! Recht voor het bordes. In your face! Woonark De Volharding bleef liggen tot de ME de opdracht kreeg het vaartuig te verwijderen. Burgemeester Hans Ouwekerk vreesde dat de stukken Volharding door de ruiten van het stadhuis zouden vliegen als de raadsvergadering, met ‘de publieke tribune gevuld met studenten overheidscommunicatie [2]’, ongunstig zou uitvallen voor de beurzen van de leden van het woonschepencomité. 

De Slag om Groningen liet in 1945 de stad verminkt achter, zowel emotioneel als fysiek. Sindsdien proberen politieke bestuurders de binnenstad wat van zijn oude luister te laten hervinden. Het meest ambitieuze plan strandde in 2001 op de rotsen van burgerlijk verzet, wat wederom dient als een mooi voorbeeld van politiek activisme, hier in de ongekroonde hoofdstad van het Noorden. College en raad hadden al akkoord bereikt over een extreme makeover van de noordzijde van de Grote Markt. De wederwederopbouw van dat stukje Groningen zou een kleine 300 miljoen euro gaan kosten. Aanjagend wethouder Willem Smink (PvdA) zag een plan dat ‘de Grote Markt weer zijn oorspronkelijke kwaliteit zou teruggeven [3]’. Europese allure, aldus Smink. 

De tegenstanders wisten uiteindelijk een referendum af te dwingen over het project. Veel van de steun die ze verwierven onder inwoners was gebaseerd op de angst dat de Martinitoren, die totem van Groninger identiteit, zou omkukelen als er onder de Grote Markt, zoals beoogd in de plannen, een parkeergarage zou worden gerealiseerd. De laatmiddeleeuwse toren, volgens sommige bronnen ooit de hoogste van Europa, zou weleens het slachtoffer kunnen worden van de maakbaarheidsdriften op het stadhuis. Niet de kosten of ontwerpen waren de voornaamste bron van onvrede, maar onbewezen dreigingen voor de fundamenten van de kerkelijke fallus van de stad. 

Die angst werd verbeeld op een poster waarop d’Olle Grieze (een bijnaam voor de Maritinitoren, red) als een opgeblazen schoorsteen ter aarde stortte op een bed van geparkeerde auto’s. Dat beeld raakte de Groningers meer dan het door het college geboden blik op een glorieus herrezen Noordwand van de Grote Markt. Ruim tachtig procent van de Groningers keerde zich tegen het gat in de markt in 2001. 

Welnu, resumerend kan wellicht al gesteld worden dat het met de bereidheid tot politieke vereniging en mobilisatie wel goed zit in Groningen. Er zijn eenlingen als Mevrouw Kiki, die vaak aanleiding geven tot smalen en hoofdschudden, maar ook wel eens de plank raak slaan, en spontaan opborrelende haarden van verzet tegen politieke maakbaarheidsillusies, aantasting van de cultureel-historische identiteit of de toondove willekeur van begrotingsdiscipline. De betrokkenheid met de buren, straat, buurt, wijk en stad lijkt in Groningen, zoals van oudsher, in ieder geval gewaarborgd. 

De grond beeft onder onze voeten. Muren scheuren. Huizen zijn geen bastions van geborgenheid meer, maar op z’n ergst potentiële grafkelders en in het minst schadelijke scenario hypothecaire uitdagingen. En dat terwijl die bevingen veroorzaakt worden door geld dat uit onze grond gezogen wordt en met kracht geïnjecteerd in de rest van de Nederland. Groninger geld toch? Groninger gas? Er is geen Nostradamus of Ray Kurzweil voor nodig om te voorspellen dat mensen die in opstand komen om bomen, liggeld of de structurele integriteit van een eeuwenoude toren geen moeite zullen ondervinden zich te organiseren om de veiligheid van haard en huis te waarborgen. Verwacht daarom volharding op het Malieveld, omvallende Martinitorens in uw dagelijkse beeldvorming en veel bomenknuffelarij van Kiki-eske proporties. 

U bent gewaarschuwd. 

Artikel in Idee (2014), jaargang 35, nr. 4: 24-27.
[1] Dirk van Driel en Klaas Koetje: A War is Born; een demonstratief spektakel in vier episoden, Stichting Uitgeverij Woonbootpublikaties Utrecht (2010). 

[2] Ibidem, pagina 63. 

[3] Interview met Groninger Internet Courant (GIC); Smink: ‘Nieuwe Noordwand moet Grote Markt Europese allure teruggeven’, 25 oktober 2000.