vrijdag 23 december 2022

Column 6: Frank

Voor de podcast Grote Markt 1 van OOG over politiek in de gemeente Groningen was ik zes keer columnist. Beluister de podcast van december 2022 op Spotify.

Als het over drugs gaat denk ik aan Frank.

Frank met zijn babyface en donkere krullen. Een populaire jongen bij Albertus en de faculteitsvereniging. De meisjes fladderden altijd als vlinders om hem heen. Hij deed leuke commissies en studeerde zonder al te veel vertraging af als bedrijfskundige.

Frank had de pech dat hij afstudeerde toen de bankencrisis op zijn hoogtepunt was. Even zat niemand te wachten op een pas afgestudeerde bedrijfskundige.

Verwachtingen over carrière, geld en status werden naar beneden bijgesteld. Frank vond een baan zonder uitdaging.  Het was simpelweg wachten tot het tij weer zou keren.

Gelukkig waren daar de weekenden. Die begonnen vaak al op donderdag, want ach, de vrijdag kwam je wel door met een kater.

Frank leefde zo steeds meer van weekend naar weekend. Van feest naar feest.

En daar hoorde een pilletje bij. Iedereen deed het toch? Geluk en energie in tabletvorm. Goedkoper dan een biertje aan de bar.

En lang ging dat ook goed. Soort van. Hij moest alleen wel steeds meer pilletjes slikken om het geluk te vinden.

Toen ging het mis. Frank kreeg een psychose. Hij was even weg, terug bij zijn ouders.

En ging daarna op dezelfde voet door. Frank was Frank niet meer. Hij was stiller geworden en steeds vaker in de war, de weg kwijt, soms zelfs letterlijk. Dan stapte hij in de verkeerde trein of stapte hij uit bij het verkeerde station.

Hij herkende vrienden niet meer. Raakte soms in paniek om niets.

En op een dag was Frank verdwenen. Binnen no time was er een app-groep met meer dan 50 leden. Waar is Frank? Waar heb je hem voor het laatst gezien? Iedereen zocht mee.

Een paar dagen later werd Frank gevonden. Door wandelaars in een natuurgebied.

Hij had zijn mooiste pak aangetrokken. Want zo wilde hij gevonden worden. Zijn afscheidsbrief had hij netjes geplastificeerd.

Op de begrafenis sprak de vader van Frank over die stomme pilletjes. We huilden allemaal. Hadden we niet meer moeten doen?

Sindsdien denk ik bij elk debat over drugs aan Frank. Wat had Frank kunnen redden? Had ander beleid hem geholpen? Waren de pilletjes de oorzaak of versterkten ze iets waar hij toch al aan leed?

Een pilletje, een wijntje, een peukje, een jointje - we gebruiken verkleinwoorden voor de drugs die we gebruiken, sommige legaal, andere illegaal. Koosnaampjes voor een ongezonde verslaving.

Nog steeds denk ik dat legaliseren de beste optie is. Maai het gras onder de voeten van de criminelen weg. Maak een einde aan de schemereconomie, waarin drugsgeld wordt wit gewassen. Een justitieapparaat waarvan de helft van de inzet opgaat aan het bestrijden van drugs.

Houd toezicht op productie en verkoop. Maak het veiliger. Vertel de verhalen van de mensen bij wie het misgaat.

Het is een illusie te denken dat een samenleving zonder roesmiddelen kan bestaan. Die samenleving heeft nog nooit bestaan. In de oudste beschavingen brouwde men al bier.

Even ontsnappen aan het dagelijks leven, met vrienden in de kroeg, op de dansvloer van een feest. We hebben het blijkbaar soms nodig.

Dan ben je niet zielig, dan ben je simpelweg mens.

Maar laten we er ook eerlijker over zijn. Dat een pilletje niet zo vrijblijvend is. En laten we beter naar elkaar omkijken. Signalen herkennen dat het misgaat.

Het is echt niet cool, als je de controle over je leven verliest.

Zoals Frank, die het leven losliet.

vrijdag 13 mei 2022

Column 5: Herdenken

Voor de podcast Grote Markt 1 van OOG over politiek in de gemeente Groningen was ik zes keer columnist. Beluister de podcast van mei 2022 op Spotify


Hoe lang geleden is de Tweede Wereldoorlog? Het lijkt soms al zo ver weg. 

Maar laten we kijken naar Mick Jagger. Mick Jagger is geboren in de Tweede Wereldoorlog. In de zomer van 1943, toen de oorlog nog niet verloren of gewonnen was.\

De Tweede Wereldoorlog is zo maar één Mick Jagger geleden.

Het kunstwerk Ook hier van Peter de Kan zit een beetje verstopt in een zijmuur in het steegje tussen nummer 9 en nummer 11.

Kunstenaar Peter de Kan heeft daar het woord ‘weggehaald’ laten frezen uit het baksteen. Het woord is zo letterlijk weggehaald uit de muur.

Weggehaald verwijst naar de 3000 joodse Groningers, die in een paar razzia’s uit hun huizen werden gehaald en op transport gesteld, eerst naar Westerbork, en daarna verder naar het oosten, naar nachtmerries als Auschwitz en Sobibor. Daar werden deze Groningers bijna allemaal vermoord. Mannen, vrouwen, kinderen, baby’s…

Maar een paar honderd joodse Groningers overleefde de hel van de holocaust.

Dat het kunstwerk wat verstopt zit, is doelbewust; passanten lopen er zo aan voorbij, die gruwelijke geschiedenis van deze massamoord. Je denkt er niet aan tijdens het shoppen. De Kan heeft het woord weggehaald ook nog eens tussen haakjes gezet. Naast het winkelen gebeurde dit ook hier, zo lijkt hij te zeggen.

Het kunstwerk krijgt nog meer gewicht, als je leest dat in het pand aan de Folkingestraat 11 de joodse kleuterschool zat.

Van die kinderen, net als hun vaders en moeders, ooms en tantes, opa’s en oma’s weten we de namen niet meer. Ze zijn in elk geval geen onderdeel van ons collectieve geheugen.

Van veel joodse Groningers weten we die namen nog wel. 

Toen Nederland de Bataafse Republiek heette en een vazalstaat van Frankrijk was, grofweg drie Mick Jaggers geleden, kregen joodse Nederlanders dezelfde rechten als de rest van ons.

Izaac van Deen werd de eerste joodse hoogleraar van Nederland aan de Rijksuniversiteit Groningen. En Aletta Jacobs, geboren in een joods gezin in Sappemeer, de eerste vrouwelijke student aan onze universiteit.

Jozef Israëls is nog steeds de beroemdste Groningse kunstenaar en stond bekend als de joodse Rembrandt of de Rembrandt van de 19e eeuw. En de naam van Julia Culp, die aan het begin van de vorige eeuw de joodse nachtegaal werd genoemd en optrad in het Witte Huis van president Woodrow Wilson en in een uitverkocht Carnegie Hall? Kennen we die nog?

Geboren aan de Folkingestraat nummer 59. 

We onthouden de naam van Hans Wijnberg, die door nobelprijswinnaar Ben Feringa  genoemd werd als zijn geestelijk vader aan de universiteit.  Wijnberg werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gerekruteerd door een voorloper van de CIA en zijn sabotage-acties in Oostenrijk zouden Quentin Tarantino geïnspireerd hebben om Inglourious Basterds te maken; de joodse hoogleraar Wijnberg als inspiratiebron voor deze absurde joodse wraakfantasie.

En Jacques Wallage natuurlijk, hij was jarenlang burgemeester. Je ziet hem nog wel eens een ommetje maken door de stad, door zijn stad.

Het is maar een beperkte opsomming, deze namen van joodse Groningers en hoe groot hun impact op Stad is geweest. Hoe vergroeit en vervlochten joodse en Groningse geschiedenis zijn.

Maar de namen van die 3000 joodse Groningers die weggehaald zijn…

De stolpersteine in de Wassenberghstraat zijn monumenten bedoeld om over te struikelen en de daar weggevoerde bewoners te gedenken. Er liggen er drie naast elkaar vlakbij mijn oude studentenhuis. Op de middelste staat de naam van Erna Meta van Dantzich.

Geboren in 1942.

Waarschijnlijk liepen de vader en moeder van Erna met hun dochter in de kinderwagen door het nabijgelegen Noorderplantsoen. Erna kon misschien alleen nog maar brabbelen, stond wankel op haar spekbeentjes, met rode wangen van de doorkomende tanden en kiezen, toen zij en haar ouders werden weggevoerd.

Of ze tegengestribbeld hebben, geschreeuwd of gekrijst, of dat ze gelaten hun lot ondergingen - we weten het niet.

We weten wel dat de Groningse Erna precies één Mick Jagger geleden werd vermoord in Sobibor. Op 21 mei 1943. En alleen maar omdat ze joods was.

Erna Meta van Dantzich. Ik probeer ook haar naam te onthouden.

donderdag 31 maart 2022

Column 4: Achterkamertjescoalitie

Voor de podcast Grote Markt 1 van OOG over politiek in de gemeente Groningen was ik zes keer columnist. Beluister de podcast op Spotify.


Ik moest laatst denken aan The Circle, een toekomstroman van de Amerikaanse schrijver Dave Eggers. Daarin schetst Eggers een angstaanjagend beeld van hoe de doorontwikkeling van tech giganten als Facebook en Google er mogelijk uit zou kunnen zien in de nabije toekomst.

In één van de verhaallijnen laat Eggers politici volledig transparant worden. Door een apparaat om te hangen, waarmee ze altijd online zijn, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. zou achterkamertjespolitiek en corruptie kunnen worden uitgebannen. Geen geheime deals meer! Het verdwenen vertrouwen in de politiek in één klap hersteld!

Waarom dacht ik aan dit - ook volgens Eggers - onzalige plan? 

Nou, het Centraal Planbureau bracht onlangs het nieuws naar buiten dat rijke Nederlanders veel minder belasting betalen dan arme Nederlanders. Percentueel gezien dan. De rijkste tien procent betaalt 36% van het riante bruto jaarinkomen aan de fiscus. De armste 50% betaalt maar liefst 55% van het bruto inkomen aan de staatskas. 20 procentpunten en een wereld van verschil.

Dat dit een stukje eerlijker kan, lijkt overduidelijk, zelfs als je erg vermogend bent.

Er bestaat een relatief eenvoudige oplossing: laten we meer vermogensbelasting heffen. Het is niet eerlijk dat we loon uit werk veel en veel zwaarder belasten dan inkomen uit vermogen. Een euro die je verdient uit werk, verdwijnt grotendeels in de belastingpot. Een euro verdient uit vermogen, wordt nauwelijks belast. Daar kan je weer meer vermogen mee opbouwen.

Rijke mensen worden zo slapend nog rijker. En arme mensen kunnen zich een slag in de rondte werken, maar zullen nauwelijks profiteren. 

In de huidige Haagse regeringscoalitie waren D66, ChristenUnie en CDA voor het zwaarder belasten van vermogen. Alleen de VVD had in haar verkiezingsprogramma twijfels over deze fiscale verschuiving, maar was ook niet mordicus tegen. Zo staat er in het verkiezingsprogramma van de liberalen: De vaak gehoorde roep om meer belasting op vermogen en minder op arbeid biedt geen volledige oplossing.

Nou, geen volledige oplossing dus die vermogensbelasting, maar ze hadden ook kunnen schrijven: biedt maar een deel van de oplossing.

Je zou denken dat een uitkomst van de onderhandelingen zou moeten zijn, dat deze coalitie vermogen zwaarder zou gaan belasten. Ze waren allemaal vóór of in ieder geval zoals de VVD een beetje voor. 

Draagvlak in de Kamer is er ook buiten de coalitie. Het was een breed gedragen eerlijkere manier van belasten geweest. Iedereen blij, toch?

Maar ergens tijdens de onderhandeling is belasting op vermogen gesneuveld. De oneerlijke situatie wordt niet eerlijker. En waarom?

Dat we weten het niet precies. De onderhandelaars hadden helaas geen apparaat omgehangen zoals Eggers beschrijft.

Nadat tijdens verkiezingen de ramen en deuren wijd openstaan, wordt de dag na de uitslag alles weer potdicht getimmerd. We mogen niet meekijken en - luisteren hoe de verschillende belangen worden afgewogen, welk belang waarvoor wordt ingeruild. Hoe onderhandeld wordt over inhoud en mensen - wie mag welke post waarom bekleden?

We gaan van transparante waarden tijdens de campagne, naar volledig opake, ondoorzichtige coaltieonderhandelingen.

Deze geslotenheid speelt ook op lokaal niveau. In Groningen zijn de onderhandelingen ook begonnen met grootste partij GroenLinks in de bestuurdersstoel.

Na de debatten, het flyeren, het aanbellen en de stortvloed aan Tweets, Facebookberichten en Instastories, is het nu stil geworden. En dan, na een draagtijd van een paar weken, wordt een coalitieakkoord geboren. Daarin zijn keuzes gemaakt, waarvan we mogelijk nooit zullen weten waarom ze zo gemaakt zijn. 

De coalitiepartijen zullen vooral wijzen, op wat zij elk uit de onderhandelingen hebben gesleept. Meer groen! Een tram naar Zernike! Een armoede-aanpak als een grondexploitatie! Een muziekcentrum met bovenregionale aantrekkingskracht! Duizenden woningen! Solide financiën! Basisbanen en verrijkte schooldagen!

Minder snel zullen ze toegeven waar ze hebben moeten toegeven; welke rondgetetterde politieke waarde gesneuveld is ten faveure van een akkoord, of een wethouderspost.

Wat zou het mooi zijn om daar inzicht in te krijgen.

Het omhangen van een apparaat dat zorgt voor 24/7 transparantie is wel heel extreem. Is er niet een andere oplossing? Een woordelijk verslag dat bijvoorbeeld pas jaren later openbaar wordt gemaakt? Dan is de politieke angel er wel uit en blijft imagoschade voor die arme, kwetsbare bestuurders beperkt. 

Een kijkje in dit soort afgesloten processen zou ons kunnen helpen te begrijpen hoe de wereld in elkaar steekt. Waarom een bepaalde koers gekozen is. Welke afwegingen zijn gemaakt die dan onze werkelijkheid bepalen.

Waarom vermogens niet belast worden bijvoorbeeld, terwijl iedereen dat wil.

vrijdag 18 februari 2022

Column 3: Protest

Voor de podcast Grote Markt 1 van OOG over politiek in de gemeente Groningen was ik zes keer columnist. Beluister de podcast van februari 2022 op Spotify.

"Ach, dat heeft toch geen zin”. Het was een veelgehoorde opmerking in mijn omgeving toen ik zei mee te willen lopen met de fakkeloptocht van 15 januari. Maar daar ging ik, met vier lagen kleding aan en een druipende fakkel, langs in de microfoon brullende SP’ers, langs applaudisserend publiek en langs een erehaag van trekkers, protesteren tegen de Haagse minachting voor ons gevoel van eigenwaarde.

Ik zou er zo wat deugpunten mee kunnen scoren op social media, een selfie met strenge blik, ware het niet dat mijn metgezel in deze fakkeloptocht een berichtje kreeg dat café De Bres open was - terwijl dat eigenlijk ook nog niet mocht. De keuze werd: onze ronde afmaken of lekker aan de toog in een warm café?…Wij kozen ervoor om die avond een dubbel protest te doen.

Maar heeft het zin, protesteren?

Noam Chomsky, de inmiddels hoogbejaarde taalkundige en politiek activist, zegt van wel. Sterker nog, elke vorm van protest, hoe klein ook, heeft zin. Alles strooit zand in de raderen van de machine. 

Groningen heeft een rijke geschiedenis als het gaat om actievoeren. Zo vochten de inwoners van de Hortusbuurt decennialang tegen de ambities van de Rijksuniversiteit Groningen; die dreigde hun eeuwenoude wijk in de jaren zestig van de vorige eeuw op te slokken en plat te walsen. De buurt won. Tot drie keer aan toe.

Of wat te denken van de acties van het Woonschepen Comité Groningen negen een door de gemeente in 1994 aangekondigde verdubbeling van het liggeld? 2 ton aan guldens moest de maatregel opleveren. Negentig procent van de waterbewoners, van dobberende yup tot lekkende punker, verenigde zich in het gezamenlijk verzet. 

Het Woonschepen Comité wist met tal van ludieke acties veel sympathie in de rest van de stad te kweken en bracht zelfs het college aan het wankelen. Hoogtepunt van de acties was het plaatsen van een woonark recht tegenover het stadhuis op de Grote Markt. De gemeente wilde twee ton? De gemeente kreeg vijftien ton voor de kiezen! Recht voor het bordes. In your face!

Woonark De Volharding bleef liggen tot de ME de opdracht kreeg het vaartuig te verwijderen. Het college haalde bakzeil uit angst voor hun dobberende stadsgenoten en de verdubbeling van het liggeld was voorlopig van de baan.

Of wat te denken van Mevrouw Kiki? Je kunt er wat om gniffelen, haar tirades en rare acties, tenzij je Dig Ishta heet natuurlijk, maar elke keer als ik de nieuwe plannen voor de Grote Markt zie, dan denk ik aan de boom voor de V&D die een hap lijkt te nemen uit de weg. Het was mevrouw Kiki die de boom redde van de kap en zo voor de rare hap in de weg zorgde. En kijk nu eens: er worden straks weer veel meer bomen geplant op de Grote Markt! Ze is niet koekoek, maar visionair.

En kijk ook maar naar de verfspetters op het dak van Mr Mofongo’s; restanten van de verfbommen die actievoerders vanuit het Calmershuis naar de ME wierpen in 1990, tijdens de grootste na-oorlogse veldslag in onze binnenstad. OK, de krakers kregen hun zin niet, maar het protest werd op journaals over de hele wereld uitgezonden.

Of nu, de breed gedragen actie om kinderhartchirugie te behouden voor Groningen. Je kunt je haast niet voorstellen dat Den Haag het dwaze plan om 75 jaar nabije expertise weg te centraliseren gaat doorvoeren. Toch?

Nee, actievoeren zit in het dna van Groningers. En lijkt vaak genoeg vruchten af te werpen.

Maar de fakkeloptochten zijn inmiddels te lief, te vaak herhaald om nog de gewenste impact te hebben. Erger nog, de beelden zijn vooral voer voor allerlei fake news verspreiders, die net doen alsof het om protesten van wappies tegen coronabeleid gaat. 

Het is tijd om ons protest meer in your face te doen. Om onze Groningse volharding midden voor het bordes van het Randstedelijk bewustzijn te kwakken, in het centrum van de macht.

Laten we geen rondjes om de Diepenring lopen, maar met bussen vol Groningers en al die trekkers afreizen naar bijvoorbeeld Amsterdam, en daar de rondjes lopen over de ringweg, de A10, langs de Zuidas, over het IJ, totdat die Randstedelijke hoogmoed als de muren van Jericho in elkaar dondert en niemand meer schamel kan doen over het onrecht dat Groningen is aangedaan. 

Dat zou pas passen in onze Groningse traditie van protest. 

vrijdag 19 november 2021

Column 2: Breek de macht

Voor de podcast Grote Markt 1 van OOG over politiek in de gemeente Groningen was ik zes keer columnist. Beluister de podcast van november 2021 op Spotify.

Democratie is bedoeld om de macht te breken. In het oude Griekenland was dat de macht van tirannen en oligarchen. In Nederland hapert die machtbrekende functie van democratie nu.

Kijk maar naar de toeslagenaffaire of de nationale crisis rond de gasbevingen, die maar geen nationale crisis wil worden. Een krasje op het Teflon van Mark Rutte lukt nog net, maar de koekenpan vervangen, ho maar. En het gevolg? Nog nooit was het vertrouwen in de politiek zo laag, aldus een peiling van Ipsos in september. 

De trias politica van Charles Louis de Secondat, baron de La Brède et de Montesquieu biedt een manier om de macht op te delen in drie gelijkwaardige delen: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Die driedeling van Montesquieu vormt nog steeds de kapstok van onze staatsinrichting. 

Op gemeentelijk niveau is de gemeenteraad de wetgevende macht, is het college van burgemeester en wethouders de uitvoerende macht en de rechter de rechtsprekende macht. 

Lokaal moet vooral de macht van wethouders gebroken worden. Vanouds waren wethouders in Groningen namelijk oppermachtig. Denk aan PvdA-dino’s als Ypke Gietema of Willem Smink, die samen bijna dertig jaar lang de stad Groningen maakten. 

Gemeenteraad en college waren in de tijden van Gietema en Smink te nauw met elkaar verweven. Zo hadden wethouders tot 2002 zitting in de gemeenteraad. De wetgevende en de uitvoerende macht waren één pot nat. De macht werd niet gebroken, maar gepamperd.

In 2002 werd daarom een nieuwe wet van kracht: de wet dualisering gemeentebestuur. De wet probeerde vooral de scheiding tussen de rol van de gemeenteraad en de rol van het college weer scherp te maken. De wet moest de macht van het college breken. 

Is dat gelukt? Nou, deels in ieder geval wel. Raadsleden, ook in Groningen, zijn veel beter geworden in hun controlerende rol. Er zijn echt momenten waarop wethouders in de raadszaal peentjes zweten, omdat het vuur ze aan de schenen gelegd wordt. 

Maar één raar fenomeen lijkt onverwoestbaar. Nu de nieuwe kieslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen worden gepresenteerd, zien we daar weer veel wethouders op terug, vaak zelfs als lijsttrekker. Huh, wat? We kiezen toch nieuwe gemeenteraadsleden, voor de wetgevende macht, en geen nieuwe wethouders, voor de uitvoerende macht?

En ja, dit is echt een dingetje.

Naar schatting driekwart van de kiezers bepaalt de stem pas in de laatste 48 uur voor de verkiezingen. Even de krant spellen, de flyers bekijken die door de brievenbus zijn gedrukt en liefst ook nog even het verkiezingsdebat kijken natuurlijk, waar al die lijsttrekkers zo mooi hun idealen verkondigen. 

Maar een paar maanden na de verkiezingen begint de verwarring bij de kiezer al. Die jonge lijsttrekker die wel twintig keer riep dat de stad beter moet worden ingericht op fietsers, staat dan in de krant de aanleg van een snelweg voor auto’s door de stad te verdedigen. Hè, hoe kan dat nou? 

De lijsttrekker die zo’n vurig pleidooi hield voor groen in de stad, legt maanden later wat weifelend uit dat die honderden bomen langs het kanaal echt gekapt moesten worden, omdat vallende takken een groot gevaar vormden voor de passerende schepen. Wat, ho, wacht eens even? 

En die mevrouw die het zo opnam voor sportverenigingen bij het lijsttrekkersdebat, komt een tijdje later op televisie uitleggen dat sportverenigingen een fikse huurverhoging kunnen verwachten als gevolg van harmonisatie. Ja, dag, wat gebeurt hier?

Hier heb ik toch niet op gestemd? 

Het probleem is: de idealistische lijsttrekker is kleurloze wethouder geworden. Een bestuurder, gebonden en gekneveld in een college- of coalitieakkoord. Nooit mag de wethouder meer zijn partijnaam noemen, want ja, hij spreekt altijd namens het college. 

En wie verdedigt dan die idealen in de raad? De lijst is onthoofd, het kopstuk wethouder en dat betekent dat er iemand naar voren wordt geschoven die we tijdens de campagne nauwelijks hebben gezien of gehoord. In een worst case scenario wordt de partij waar je op gestemd hebt vertegenwoordigd door een brabbelende stoethaspel. 

Nee, zolang lijsttrekkers wethouders worden, wordt de macht niet gebroken. De verstrengeling tussen lijsttrekker-wethouders en raadsfracties zorgt voor coalitie-monisme; in beton gegoten afspraken tussen de coalitiepartijen, waarmee de rol van de raad verzwakt wordt en die van het college versterkt.

De democratie is de dupe.

Montesquieu draait zich om in zijn graf. En erger, de kiezer haakt meer en meer af.

De vraag die journalisten dan ook zouden moeten stellen aan al kandidaat raadsleden wannabe wethouders op kieslijsten is: hoe ga jij de macht breken?

vrijdag 22 oktober 2021

Column 1: Gelukkig ben je in Groningen

Voor de podcast Grote Markt 1 van OOG over politiek in de gemeente Groningen was ik zes keer columnist. Beluister de podcast van oktober 2021 op Spotify. 

Het is de nieuwe best wel briljante slogan van Visit Groningen, het clubje marketingmensen dat Groningen op de kaart moet zetten, zodat meer mensen naar Groningen komen om een hapje van ons geluk te komen proeven.

En de slogan klopt, is geen fake news, maar echt.

Elk jaar verschijnt er wel een lijst met gelukkige landen en elk jaar staat Nederland in de top vijf, achter een paar van die suffe Scandinavische landen en het onvermijdelijke, oersaaie Zwitserland.

En in dat gelukkige Nederland leven de gelukkigste mensen weer hier in het Noorden, midden in het hart van de metropoolregio Groningen-Assen, aan de zuidrand van de gemeente Groningen, tussen de hunebedden en de Grote Markt.

Kortom, we zijn zo’n beetje de gelukkigste mensen op aarde.

Kijk toch eens hoe blij we zijn.

Nooit eerder in de geschiedenis ging het zo goed met Groningen.

Dat zie je ook terug in de gemeentepolitiek. Onze raadsleden zijn initiatiefrijk, idealistisch en eloquent. Onze wethouders integer, koersvast en doortastend. Na de debatten op woensdag, die zelden knetteren of vonken, drinken ze op maandagavond een biertje van verzoening in Café Hooghoudt. 

En onze ambtenaren, dienstbaar aan stad en inwoner, die kijken elke ochtend in de spiegel met een tevreden grijns van oor tot oor. Ze zijn kundig en steeds op zoek naar het gesprek met de inwoner en vormen zo het fundament van dat geluk. Zij zijn onze geluksbezorgers. Het moet heerlijk zijn om ‘s ochtends met de broodtrommel op de bagagedrager met dat besef naar het werk te fietsen.

Maar ja, geluk is geen goed uitgangspunt voor een mening, laat staan een column.

Een opsomming over hoe goed het gaat is net zo slaapverwekkend als de woordvoering van de grootste coalitiepartij tijdens het Voorjaarsdebat.\

Woede is nodig over onrecht, corruptie of misstanden. Of op zijn minst wrange tegenstellingen, ongehoorde burgers en de arrogantie van de macht.

Die zijn er toch wel? 

Daar is natuurlijk de tweedeling; de kloof tussen het bruisende Groningen voor de tweeverdieners, die de waarde van hun koopwoningen elke maand zien stijgen, en de stadjers die in de rij staan bij de voedselbank. Een op de vijf kinderen groeit op in armoede. Dat is toch om boos over te worden?

Maar de gemeente besteed al meer dan de helft van de miljard euro die het jaarlijks uitgeeft aan het dichten van die kloof. De PvdA, kloofdichters bij uitstek, zijn al sinds de hunebedden nonstop aan de macht in de stad en al die tijd is het niet gelukt.

Nee, Groningen kan dat probleem niet zelf oplossen, daarvoor moet Den Haag de focus verleggen van multinationals naar multiproblem-gezinnen.

En zolang de VVD de grootste partij blijft in Slochteren, het epicentrum van de gasbevingsellende en kiezers meer geven over hun hypotheekrenteaftrek dan de scheuren in de muur bij de buren, zijn we natuurlijk redeloos, radeloos en reddeloos verloren.

Kleiner dan?

Nu GroenLinks de grootste partij is, verwacht je vergroening, maar de enige zichtbare wildgroei is die van de bosjes gele verkeersborden die overal in de stad groeien waar werkzaamheden zijn. Geelzwarte boodschappen vol tegenstrijdige pijlen en spelfouten.

Of de oplossing voor elk verkeersprobleem, namelijk de situatie zo onoverzichtelijk en gevaarlijk mogelijk aanleggen, waardoor je als verkeersdeelnemer gedwongen wordt goed uit te kijken. Hierdoor maak je met elk ritje met de auto of met de fiets en enorme dosis stresshormonen aan, waardoor je quasi overspannen en overprikkeld je einddoel bereikt. Hoeveel mindering aan levensjaren gaat ons dat allemaal  opleveren uiteindelijk?\

Of de woningnood onder studenten, waardoor de gemeente dan maar vergunningen afgeeft voor de bouw van spuuglelijke torens, totempalen van de gemeentelijke onmacht, tot ver in het ommeland zichtbaar, die in de zomer ook nog dienst blijken te doen als oven, omdat er geen rekening is gehouden met ons veranderende klimaat?

Maar eigenlijk voel ik de grootste woede over één woord, dat blijft plakken aan de voetzolen van mijn kinderen en de banden van de kinderwagen.

Hondenpoep...jaaa!

Laatst was het weer zo ver. Mijn dochter had een sportdag in het Noorderplantsoen. Als betrokken ouder stond ik daar klaar bij de klimrekken in het zand om die dag te begeleiden. En toen zag ik hem, glanzend, walmend nog van de versheid, gedrapeerd als bruine slagroom op een sorbet, een enorme drol, midden in het kinderspeelzand.

Geen grotere middelvinger denkbaar van een baasje aan de stad dan een drol achterlaten in een speeltuin.

Plotseling kon ik me indenken waarom mensen vervallen tot moord en doodslag. Fantaseren over marteling zelfs.

Ik pakte mijn smartphone en boog voorover om de drol vast te leggen met de camera. Ik opende Twitter en uploade de foto naar een nieuw bericht. Ik mentionde het account van de gemeente. @gem_groningen en daarna in hoofdletters:  HOE VINDEN JULLIE ZELF DAT HET GAAT MET HET HONDENBELEID, NOU?

Maar net toen het berichtje wilde plaatsen, mijn vinger al op de blauwe ‘tweeten-knop had, kwam een mevrouw aanlopen, vergezeld van een andere hond. Ze had de drol ook gezien.

Het was niet haar drol, niet haar hondenpoep, niet haar middelvinger naar de stad, maar toch pakte ze met een plastic zakje de hondenpoep uit het zand, wandelde rustig naar een prullenbak en deponeerde daar zakje en hondenpoep.

Ik wiste het bericht. De vrouw knikte me vriendelijk toe, de hond kwispelend aan haar zijde.

Gelukkig ben je in Groningen.

Behalve als columnist. 

woensdag 29 april 2020

Hannah

maandag 22 juli 2019

Stikvallei - Frank Westerman (1972)

Op bladzijde 150 van mijn editie van Stikvallei van Frank Westerman wordt de essentie van het boek blootgelegd door Harrie Schalken, graficus, drukker en dichter in het Brabantse dorpje Wouw.

'Dat waar jij naar op zoek bent,' zei Harrie, 'interesseert me al mijn hele leven.' We spraken over oude mythes en legenden, die lang geleden allemaal ergens een kiem in de werkelijkheid moeten hebben gehad. Het was lastig om te zeggen wat een feit nou precies was, maar feiten, daarover waren we het eens, lieten zich bewerken tot verhalen die eeuwen konden voortrollen door de tijd. Dit bijslijpen van de ruwe realiteit was mensenwerk; het werd gedaan door ons - de soort die in alles om zich heen betekenisvolle patronen wil ontwaren. 'Zijn die er niet,' zei Harrie, 'dan brengen we ze aan.'

Het feit dat verhaal en mythe wordt in Stikvallei vindt plaats op 21 augustus 1987; 1746 mensen vinden de dood door gas dat uit een kratermeer in Kameroen opborrelt. Westerman onderzoekt het feit, maar vooral de stroom aan geruchten, verhalen, complottheorieën en mythes die de ramp teweeg brengt.

Frank Westerman, persfoto Nationaal Comité 4 & 5 mei
Dat levert een prachtig boek op door de rijkdom aan personages en de diepte en breedte van het onderzoek van Westerman. Het levert vooral een prachtig boek op door de stijl waarin hij het opschrijft. De ene passage is nog mooier dan de andere.

Hangt IJsland als een lap met twee knijpers aan de poolcirkel, het dorp waar Haraldur is opgegroeid ligt aan de rafelige westkant, op de vijfenzestigste breedtegraad.

Heerlijk.

De antwoorden die Westerman formuleert, waarbij je kriskras door de wereld en de wereldgeschiedenis reist, van Euhemerus tot Umaru Sule, lijken steeds te raken aan onze sterfelijkheid; we hebben verhalen en mythes nodig om onze tijdelijkheid een plaats te kunnen geven.

Ik baal er vooral van dat ik pas in mijn vijfenveertigste levensjaar mijn eerste Westerman heb gelezen. Hopelijk kan ik nog wat inhalen voor mijn eigen sterfelijkheid me die kans ontneemt.

***
(Mijn goede voornemen: ik wil elke dag minimaal 25 bladzijden lezen, dus 9125 bladzijden in 2019. Dat zijn ongeveer 25 boeken. Het volgende boek is The Reagan Reversal: Foreign Policy and the End of the Cold War van Beth A. Fischer.)

donderdag 23 mei 2019

Deining in de ruimtetijd - Govert Schilling (1654)

Onlangs vertelde Robbert Dijkgraaf in De Wereld Draait Door dat er waarschijnlijk in de hele wereld maar tien mensen zijn die nog snappen waar het in zijn hoekje van de theoretische natuurkunde - de snaartheorie - over gaat. "En met zes ervan lunch ik dagelijks", zei Dijkgraaf vrolijk, die sinds 2012 directeur is van het prestigieuze Institute for Advanced Study in Princeton.

Volgens Dijkgraaf bevinden we ons in een gouden tijdperk van ontdekkingen, waaronder die van het higgsboson-deeltje (2012), zwaartekrachtgolven (2015) en onlangs nog de eerste (soort van) foto van een zwart gat.

In Deining in de ruimtetijd doet wetenschapsjournalist Govert Schilling een bijzonder geslaagde poging een brug te slaan tussen die onbegrijpelijke lunchgesprekken in de Princeton-kantine en de dagelijkse realiteit van kleinbreinige stervelingen zoals ik; een brug tussen laagfrequente zwaartekrachtgolven en lauwe saucijzenbroodjes zeg maar.

Govert Schilling door Agaath
Wat Schilling met de spanningsboog van een thriller beschrijft is ronduit spectaculair. Een kleine 1,3 miljard jaar geleden vallen twee zwarte gaten, gevangen in elkaars zwaartekracht, naar elkaar toe en botsen en versmelten in een onvoorstelbare explosie van energie. Bij de botsing komt een paar milliseconden lang vijftig keer meer energie vrij dan alle sterren in het waarneembare universum produceren.

De botsing zorgt voor een rimpeling in de ruimtetijd, een zwaartekrachtgolf, die met een snelheid van bijna 300.000 kilometer per seconde naar alle kanten uitdijt, een beetje zoals de steeds groter wordende kringen in het water als je er een steen hebt ingegooid.

Die rimpeling wordt steeds zwakker en zwakker en in 2015, na een reis van 1,3 miljard jaar, als hij wordt waargenomen door twee detectoren van het Laser Interferometer Gravitational-Wave Observatory (LIGO), is de deining nog maar een duizendste van de middellijn van een proton groot.

Het meten van zoiets ontiegelijk kleins en onvatbaars vergt de inspanning van 1.000 wetenschappers uit zestien landen. Een kwart eeuw werken ze aan het LIGO-project. Niet voor niets dat LIGO-directeur David Reitze de ontdekking vergelijkt met een maanlanding. Die inspanningen worden in 2017 bekroond met een Nobelprijs voor de Natuurkunde voor Rainer Weiss, Kip Thorne en Barry Barish.

Schilling garneert zijn verhaal met veel leuke feiten.  Zo bungelt rond de nek van een gigantisch standbeeld van Albert Einstein op het Georgia Institute of Technology in Atlanta het weekend na de bekendmaking een bordje met de tekst: 'Told you so'. Het was immers Einstein die de zwaartekrachtgolven een eeuw geleden voorspelde.

Weet je niet wat zwaartekracht, relativiteit, ruimtetijd en zwarte gaten zijn, dan biedt Schilling je een beeldend geschreven crash course, waardoor je na het lezen toch het idee hebt, dat je even wat kruimels hebt mogen proeven van de dagelijkse lunch van Dijkgraaf cum suis. Deining in de ruimtetijd laat ook een soort van parallel universum van wetenschappers zien, waarin grenzen en nationaliteiten nauwelijks relevant zijn, en je van de ene naar de andere exotische locatie wordt meegenomen.

Schilling biedt daarnaast een blik op de toekomst van de astronomie. We zullen doorlopend en in alle richtingen en in alle frequenties van het elektromagnetisch spectrum kunnen luisteren naar wat het heelal ons te vertellen heeft. De LIGO's van morgen bevinden zich niet diep onder de grond, in James Bond-achtige complexen in de VS, Japan of Italië, maar in de ruimte, in een baan om onze zon.

Een van de kilometerslange ondergrondse armen van KAGRA, de Japanse zwaartekrachtgolfdetector. 
Het lijkt of we daarmee binnenkort de laatste geheimen aan het donker kunnen ontfutselen, maar bijna terloops meldt Schilling dat we van ongeveer 96 procent van het heelal, dat deel dat bestaat uit donkere materie en donkere energie, gewoon nog geen weet hebben. Er blijft zo meer dan genoeg mysterie over om te ontrafelen.

En over leuke feitjes als garnering gesproken. Misschien dat ik stiekem toch een romanticus ben, maar ergens is het prachtig dat al het goud dat we om elkaars vingers schuiven als teken van verbondenheid en eeuwige liefde ooit lang, lang geleden ontstaan is tijdens de gewelddadige samensmelting van twee neutronensterren.

***

(Mijn goede voornemen: ik wil elke dag minimaal 25 bladzijden lezen, dus 9125 bladzijden in 2019. Dat zijn ongeveer 25 boeken. Het volgende boek is Stikvallei van Frank Westerman)

maandag 25 maart 2019

Don't skip out on me - Willy Vlautin (1278)

De 21-jarige Horace Hopper, de hoofdpersoon uit de roman Don't skip out on me van de Amerikaanse schrijver Willy Vlautin, kiest ervoor zijn dromen na te jagen in plaats van genoegen te nemen met wat het leven hem biedt. Die droom is een Mexicaans bokser worden. Het leven dat hij ervoor achterlaat is dat van boerenknecht op de schapenranch van Eldon Reese, die zich als warme grootvaderfiguur met chronische rugpijn het liefst zou willen ontfermen over de jonge Horace.

Willy Vlautin
Foto: Larry D. Moore
Horace is half Piaute-indiaan en half-Iers en wordt eerst in de steek gelaten door zijn vader en daarna door zijn moeder. Zijn tienerjaren brengt hij door in de stacaravan van zijn alcoholverslaafde grootmoeder. Hij ontpopt zich echter tot een vaardige boerenknecht op de boerderij van het bejaarde echtpaar Reese, ergens in een snikhete uithoek van Nevada, ver van de bewoonde wereld.

Als Horace eenmaal bokskampioen is geworden, wil hij terugkeren en voor veel geld de ranch van het echtpaar Reese overnemen, zodat Eldon en zijn vrouw Louise rustig van een welverdiende oude dag kunnen genieten.

Dit is het tragische uitgangspunt van de roman. Je hoopt steeds dat Horace tot inkeer komt, dat hij inziet dat Mr Reese ook zonder dat hij in de boksring zegeviert, hem als zoon zal aanvaarden. Dat een goed leven binnen handbereik ligt. Horace hoeft alleen maar een andere keuze te maken.

Horace kiest echter voor een leven als zijn alter ego Hector Hidalgo. Hij kiest voor de boksring.

De aandoenlijke naïviteit van Horace doet je hopen dat het hem zal lukken, maar Vlautin is geen profeet van de Amerikaanse droom. Zijn personages zijn, net als in zijn roman The Free, die ik eerder van hem las, en de liedjes die hij schreef voor bands als Richmond Fontaine en The Delines, verliezers en geen winnaars: slachtoffers van omstandigheden en hun eigen slechte keuzes. Ze balanceren op de rand van de Amerikaanse samenleving en houden ternauwernood het hoofd boven water, of gaan genadeloos kopje onder, met al hun goede bedoelingen.

Prachtig is de gloedvolle passage over de jonge jaren van Eldon Reese aan de kust van Californië, meeslepend het levensverhaal van de dakloze Billy Malachowski, verteld in nachtelijk El Paso, en op een fijne manier weerzinwekkend de corpulente, ranzig rochelende en zwetende bokstrainer Alberto Ruiz, die wel brood ziet in de krachtige vuisten van Horace.

En soms is de roman inktzwart. Zo schrijft Vlautin: "Mr Reese had told him that life, at its core, was a cruel burden, because we had the knowledge we were born to die. We were born with innocent eyes, and those eyes had to see pain and death and deceit and violence and heartache. If we were lucky, we lived long enough to see most everything we love die." En dan: "But, he said, by being honourable and truthful it took a little of the sting out of it. It made life bearable." Een klein licht randje rond een donkere wolk.

Vlautin laat de hele roman de deur van hoop op een kiertje staan. Zou het Horace misschien lukken om via allerlei groezelige bokstoernooien in de Amerikaanse Midwest en Mexico zijn weg naar succes te vechten? Wordt Hector weer Horace en keert hij als verloren zoon terug naar de ranch van Eldon en Louise Reese? Het blijft tot het slotakkoord, dat je hard onder de gordel raakt en naar adem doet happen, de vraag.

Vlautin zag als vijftienjarige jongen de Welshman Colin Jones in Reno bijna een Olympisch kampioen verslaan. Zo zegt hij in een interview met BoxingScene.com: "I remember reading how Colin Jones ran five miles to work, dug graves by hand all day, and then ran five miles home and did his workout. I was a sad sack kid who just daydreamed and listened to records. When I read that about him I cut out his picture and put it on my wall. I wanted that discipline. I wanted to be a guy like that."

Uiteindelijk schreef hij er een roman over.

***



(Mijn goede voornemen: ik wil elke dag minimaal 25 bladzijden lezen, dus 9125 bladzijden in 2019. Dat zijn ongeveer 25 boeken. Het volgende boek is Deining in de Ruimtetijd van Govert Schilling)