Posts tonen met het label roman. Alle posts tonen
Posts tonen met het label roman. Alle posts tonen

maandag 25 maart 2019

Don't skip out on me - Willy Vlautin (1278)

De 21-jarige Horace Hopper, de hoofdpersoon uit de roman Don't skip out on me van de Amerikaanse schrijver Willy Vlautin, kiest ervoor zijn dromen na te jagen in plaats van genoegen te nemen met wat het leven hem biedt. Die droom is een Mexicaans bokser worden. Het leven dat hij ervoor achterlaat is dat van boerenknecht op de schapenranch van Eldon Reese, die zich als warme grootvaderfiguur met chronische rugpijn het liefst zou willen ontfermen over de jonge Horace.

Willy Vlautin
Foto: Larry D. Moore
Horace is half Piaute-indiaan en half-Iers en wordt eerst in de steek gelaten door zijn vader en daarna door zijn moeder. Zijn tienerjaren brengt hij door in de stacaravan van zijn alcoholverslaafde grootmoeder. Hij ontpopt zich echter tot een vaardige boerenknecht op de boerderij van het bejaarde echtpaar Reese, ergens in een snikhete uithoek van Nevada, ver van de bewoonde wereld.

Als Horace eenmaal bokskampioen is geworden, wil hij terugkeren en voor veel geld de ranch van het echtpaar Reese overnemen, zodat Eldon en zijn vrouw Louise rustig van een welverdiende oude dag kunnen genieten.

Dit is het tragische uitgangspunt van de roman. Je hoopt steeds dat Horace tot inkeer komt, dat hij inziet dat Mr Reese ook zonder dat hij in de boksring zegeviert, hem als zoon zal aanvaarden. Dat een goed leven binnen handbereik ligt. Horace hoeft alleen maar een andere keuze te maken.

Horace kiest echter voor een leven als zijn alter ego Hector Hidalgo. Hij kiest voor de boksring.

De aandoenlijke naïviteit van Horace doet je hopen dat het hem zal lukken, maar Vlautin is geen profeet van de Amerikaanse droom. Zijn personages zijn, net als in zijn roman The Free, die ik eerder van hem las, en de liedjes die hij schreef voor bands als Richmond Fontaine en The Delines, verliezers en geen winnaars: slachtoffers van omstandigheden en hun eigen slechte keuzes. Ze balanceren op de rand van de Amerikaanse samenleving en houden ternauwernood het hoofd boven water, of gaan genadeloos kopje onder, met al hun goede bedoelingen.

Prachtig is de gloedvolle passage over de jonge jaren van Eldon Reese aan de kust van Californië, meeslepend het levensverhaal van de dakloze Billy Malachowski, verteld in nachtelijk El Paso, en op een fijne manier weerzinwekkend de corpulente, ranzig rochelende en zwetende bokstrainer Alberto Ruiz, die wel brood ziet in de krachtige vuisten van Horace.

En soms is de roman inktzwart. Zo schrijft Vlautin: "Mr Reese had told him that life, at its core, was a cruel burden, because we had the knowledge we were born to die. We were born with innocent eyes, and those eyes had to see pain and death and deceit and violence and heartache. If we were lucky, we lived long enough to see most everything we love die." En dan: "But, he said, by being honourable and truthful it took a little of the sting out of it. It made life bearable." Een klein licht randje rond een donkere wolk.

Vlautin laat de hele roman de deur van hoop op een kiertje staan. Zou het Horace misschien lukken om via allerlei groezelige bokstoernooien in de Amerikaanse Midwest en Mexico zijn weg naar succes te vechten? Wordt Hector weer Horace en keert hij als verloren zoon terug naar de ranch van Eldon en Louise Reese? Het blijft tot het slotakkoord, dat je hard onder de gordel raakt en naar adem doet happen, de vraag.

Vlautin zag als vijftienjarige jongen de Welshman Colin Jones in Reno bijna een Olympisch kampioen verslaan. Zo zegt hij in een interview met BoxingScene.com: "I remember reading how Colin Jones ran five miles to work, dug graves by hand all day, and then ran five miles home and did his workout. I was a sad sack kid who just daydreamed and listened to records. When I read that about him I cut out his picture and put it on my wall. I wanted that discipline. I wanted to be a guy like that."

Uiteindelijk schreef hij er een roman over.

***



(Mijn goede voornemen: ik wil elke dag minimaal 25 bladzijden lezen, dus 9125 bladzijden in 2019. Dat zijn ongeveer 25 boeken. Het volgende boek is Deining in de Ruimtetijd van Govert Schilling)

zondag 15 juli 2007

Dingledodies

But then they danced down the streets like dingledodies and I shambled after as I've been doing all my life after people who interest me, because the only people for me are the mad ones, the ones who are mad to live, mad to talk, mad to be saved, desirous of everything at the same time, the ones who never yawn or say a commonplace thing, but burn, burn, burn like fabulous yellow roman candles exploding like spiders across the stars and in the middle you see the blue centrelight pop and everybody goes 'Awww!'
Zo schreef Jack Kerouac in 1951 in een appartement ergens in Manhattan de zinnen op een rol telexpapier. Zinnen die moesten fonkelen en stuiteren als de geïmproviseerde trompetsolo's die gespeeld werden in de rokerige zaaltjes in het Amerika van de jaren veertig. Terwijl de wereld in brand stond, en de GI's de stranden van Normandië en Iwo Jima bestormden, ontstond daar een nieuwe muziekstroming.

Muzikanten als Charlie Parker (foto), Dizzie Gillespie en Thelonious Monk begonnen te experimenteren met de harmonieën, ritmes en structuren van de swing, wat resulteerde in een opgefokte, complexe en vooral energieke nieuwe vorm van jazz; de bepop. En net zoals de jazz geëvolueerd was, zo moest ook de literatuur evolueren.

Jack Kerouac sloot zich drie weken lang op in een kamer, gewapend met een typemachine, een rol telexpapier, een sloot sterke koffie en genoeg benzedrine om een knikkebollend bejaardentehuis een maand lang klaarwakker te houden, en schreef op regelafstand 1, zonder alineaindeling of wat voor rustpunt dan ook, het complete manuscript van On the Road, de roman die hem wereldberoemd zou maken.

37 meter telexpapier had Kerouac nodig om zijn literaire trompetsolo te vervaardigen. De rol werd in 2001 geveild en bracht 2,1 miljoen dollar op; het hoogste bedrag dat ooit is betaald voor een origineel manuscript.

On the Road is geen roman van grootse inzichten in dan wel de Mensch of de samenleving geworden. Er is nauwelijks sprake van karakterontwikkeling of een plot. Kerouac vermijdt schijnbaar angstvallig elke vorm van analyse. Hij neemt nooit een stapje terug om te relativeren, wat afstand tot de gebeurtenissen te creëren, of een diepzinnige overpeinzing in te voegen.

On the Road is ook geen lesje in superieure verhaaltechniek á la Gabriel García Márquez of de (vroege) John Irving. Al is de stijl vloeiend te noemen, je wordt niet echt het verhaal ingezogen, het pakt je niet bij de lurven zogezegd, en Kerouac imponeert daarnaast bepaald niet met een rijk pallet aan beelden.

Wat On the Road wel interessant maakt, is zijn historische waarde; het is de bijbel van de tegencultuur geworden. On the Road was underground pur sang, of avant la lettre eigenlijk. Door te af te wijken van de geëffende literaire paden en het non-conformisme te omarmen, werd On the Road populair bij iedereen die zich ongemakkelijk voelde bij de consumptiemaatschappij en het uniforme nastreven van het ideaal van de Amerikaanse Droom. Hippies, linkse intellectuelen en kunstenaars dweepten met het boek.

Kerouac baseerde het verhaal op de aantekeningen die hij door de loop van de jaren gemaakt had over zijn reizen door Amerika met Neal Cassady ('Dean Moriarty'), Allen Ginsberg ('Carlo Marx') en William S. Burroughs ('Old Bull Lee').

In de naoorlogse Verenigde Staten gingen ze op zoek naar vrouwen, jazz, drank en drugs; op zoek naar een leven dat intenser en belonender was, dan het leven dat beloofd werd door je binnen het maatschappelijke stramien te passen. Zeg maar het leven bewust beleven in plaats van alleen maar leven.

Kerouac, Ginsberg en Burroughs zouden het kloppend hart van de Beat Generation gaan vormen, met Jack Kerouac als het onwillige uithangbord. De 'Beaters' kenmerkten zich door hun voorliefde voor geestverruimende middelen en hun warsheid van conventies.

William S. Burroughs (1917 - 1997) (bron); schrijver en notoir druggebruiker. In 1951 schoot hij zijn vrouw Joan Vollmer in Mexico dood; hij deed onder invloed van tequila en benzedrine de beroemde scene met de appel na uit Wilhelm Tell. Burroughs zette een glas op het hoofd van zijn vrouw. Joan Vollmer schijnt nog gezegd te hebben: "I can't look; you know I can't stand the sight of blood...." Burroughs miste het glas.

Niet alle zinnen in On te Road barsten zo uit hun voegen van levenslust en energie, zijn zo'n ode aan de jeugdige gekte, als deze die ik hierboven geciteerd heb, maar al lezend bekruipt je langzaam een gevoel van vrijheid en vooral van jeugdige ongedwongenheid, en dat raak je pas weer kwijt dagen nadat je de laatste zin van On the Road uitgelezen hebt. Ik las On the Road in de lente van 2004; het inspireerde me om in de zomer naar Berlijn te liften. Een beetje Kerouac achterna.

Neal Cassady ('Dean Moriarty') en Jack Kerouac ('Sal Paradise').

Alhoewel Jack Kerouac On the Road al in 1951 schreef, werd de roman pas in 1957 uitgegeven. Menig uitgever zag er blijkbaar geen heil in, of eigenlijk geen literatuur in. Het manuscript werd uiteindelijk op verschillende plaatsen gecensureerd. Passages over druggebruik en al te innige interraciale relaties werden simpelweg geschrapt, al overleefde de scene het, waarin de hoofdpersoon Sal Paradise een minderjarig Mexicaans hoertje neukt.

Nu, in 2007, vijftig jaar na dato, zal er een ongecensureerde versie van On the Road verschijnen. Ik ben benieuwd of er in de geschrapte passages nog juweeltjes verstopt zitten als de zin hierboven, die net zo kloppen als het beste werk van Parker, Gillespie en Monk.

Maar wat zijn toch die dingledodies?