Posts tonen met het label tweede wereldoorlog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tweede wereldoorlog. Alle posts tonen

vrijdag 13 mei 2022

Column 5: Herdenken

Voor de podcast Grote Markt 1 van OOG over politiek in de gemeente Groningen was ik zes keer columnist. Beluister de podcast van mei 2022 op Spotify


Hoe lang geleden is de Tweede Wereldoorlog? Het lijkt soms al zo ver weg. 

Maar laten we kijken naar Mick Jagger. Mick Jagger is geboren in de Tweede Wereldoorlog. In de zomer van 1943, toen de oorlog nog niet verloren of gewonnen was.\

De Tweede Wereldoorlog is zo maar één Mick Jagger geleden.

Het kunstwerk Ook hier van Peter de Kan zit een beetje verstopt in een zijmuur in het steegje tussen nummer 9 en nummer 11.

Kunstenaar Peter de Kan heeft daar het woord ‘weggehaald’ laten frezen uit het baksteen. Het woord is zo letterlijk weggehaald uit de muur.

Weggehaald verwijst naar de 3000 joodse Groningers, die in een paar razzia’s uit hun huizen werden gehaald en op transport gesteld, eerst naar Westerbork, en daarna verder naar het oosten, naar nachtmerries als Auschwitz en Sobibor. Daar werden deze Groningers bijna allemaal vermoord. Mannen, vrouwen, kinderen, baby’s…

Maar een paar honderd joodse Groningers overleefde de hel van de holocaust.

Dat het kunstwerk wat verstopt zit, is doelbewust; passanten lopen er zo aan voorbij, die gruwelijke geschiedenis van deze massamoord. Je denkt er niet aan tijdens het shoppen. De Kan heeft het woord weggehaald ook nog eens tussen haakjes gezet. Naast het winkelen gebeurde dit ook hier, zo lijkt hij te zeggen.

Het kunstwerk krijgt nog meer gewicht, als je leest dat in het pand aan de Folkingestraat 11 de joodse kleuterschool zat.

Van die kinderen, net als hun vaders en moeders, ooms en tantes, opa’s en oma’s weten we de namen niet meer. Ze zijn in elk geval geen onderdeel van ons collectieve geheugen.

Van veel joodse Groningers weten we die namen nog wel. 

Toen Nederland de Bataafse Republiek heette en een vazalstaat van Frankrijk was, grofweg drie Mick Jaggers geleden, kregen joodse Nederlanders dezelfde rechten als de rest van ons.

Izaac van Deen werd de eerste joodse hoogleraar van Nederland aan de Rijksuniversiteit Groningen. En Aletta Jacobs, geboren in een joods gezin in Sappemeer, de eerste vrouwelijke student aan onze universiteit.

Jozef Israëls is nog steeds de beroemdste Groningse kunstenaar en stond bekend als de joodse Rembrandt of de Rembrandt van de 19e eeuw. En de naam van Julia Culp, die aan het begin van de vorige eeuw de joodse nachtegaal werd genoemd en optrad in het Witte Huis van president Woodrow Wilson en in een uitverkocht Carnegie Hall? Kennen we die nog?

Geboren aan de Folkingestraat nummer 59. 

We onthouden de naam van Hans Wijnberg, die door nobelprijswinnaar Ben Feringa  genoemd werd als zijn geestelijk vader aan de universiteit.  Wijnberg werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gerekruteerd door een voorloper van de CIA en zijn sabotage-acties in Oostenrijk zouden Quentin Tarantino geïnspireerd hebben om Inglourious Basterds te maken; de joodse hoogleraar Wijnberg als inspiratiebron voor deze absurde joodse wraakfantasie.

En Jacques Wallage natuurlijk, hij was jarenlang burgemeester. Je ziet hem nog wel eens een ommetje maken door de stad, door zijn stad.

Het is maar een beperkte opsomming, deze namen van joodse Groningers en hoe groot hun impact op Stad is geweest. Hoe vergroeit en vervlochten joodse en Groningse geschiedenis zijn.

Maar de namen van die 3000 joodse Groningers die weggehaald zijn…

De stolpersteine in de Wassenberghstraat zijn monumenten bedoeld om over te struikelen en de daar weggevoerde bewoners te gedenken. Er liggen er drie naast elkaar vlakbij mijn oude studentenhuis. Op de middelste staat de naam van Erna Meta van Dantzich.

Geboren in 1942.

Waarschijnlijk liepen de vader en moeder van Erna met hun dochter in de kinderwagen door het nabijgelegen Noorderplantsoen. Erna kon misschien alleen nog maar brabbelen, stond wankel op haar spekbeentjes, met rode wangen van de doorkomende tanden en kiezen, toen zij en haar ouders werden weggevoerd.

Of ze tegengestribbeld hebben, geschreeuwd of gekrijst, of dat ze gelaten hun lot ondergingen - we weten het niet.

We weten wel dat de Groningse Erna precies één Mick Jagger geleden werd vermoord in Sobibor. Op 21 mei 1943. En alleen maar omdat ze joods was.

Erna Meta van Dantzich. Ik probeer ook haar naam te onthouden.

donderdag 9 februari 2012

De Polen en de vrijheid

Polen en vrijheid; het is een bijzondere relatie. Tot wel vier keer toe hebben de Polen de vrijheid die wij kennen en koesteren beschermd en verdedigd en zo de Westerse wereld gered van een mogelijke ondergang. En nu wil uitgerekend de Partij voor de Vrijheid een hetze ontketenen tegen deze vrijheidsstrijders pur sang. Daarom een blog over vrijheid, oorlog en Poolse snorren.

Beleg van Wenen
Tot aan 1683 dreigde een 'tsunami van moslims'- om in het PVV-frame te blijven - Europa te overspoelen; door verovering moest de Dar al-islam uitgebreid worden tot aan de oevers van de Noordzee. Vooral het Ottomaanse Rijk, in die tijd samen met China het machtigste rijk op aarde, deed verwoede pogingen het christelijke Europa te onderwerpen.

In 1684 keerde het tij bij het Beleg van Wenen en dat was grotendeels de verdienste van een Pool, namelijk koning Jan Sobieski. Hij verscheen op de ochtend van 12 september 1683 voor de poorten van de Oostenrijkse stad en verjoeg het leger van de Ottomaanse grootvizier Kara Mustafa, 138.000 man sterk, dat tot dan toe aan de winnende hand leek te zijn tegen een schamele 16.000 verdedigers.

Sobieski (check die snor) leidde de tegenaanval in en wist met een uitgekookte strategie de Turken binnen dertien bloedige uren te verslaan. Het Ottomaanse Rijk zou daarna nooit meer een bedreiging vormen voor Europa, met dank aan de nu relatief onbekende Poolse vorst. Paus Innocentius XI noemde Sobieski om die daad de 'redder van Wenen en de Westerse beschaving'.

Volgens sommige bronnen zou Osama bin Laden driehonderd jaar later 11 september als datum hebben gekozen, om die nederlaag te memoreren en de aanval op het Westen te hervatten, met New York en Washington als doelwit in plaats van Wenen.

Wonder aan de Wisla

Met Polen zelf verging het minder goed. Het land werd al snel in drie grote happen opgedeeld en opgeslokt door de Europese grootmachten Rusland, Oostenrijk-Hongarije en Pruisen. Pas na de Eerste Wereldoorlog werd het de Polen weer toegestaan een eigen staat te hebben. Vrijwel meteen moesten ze weer aan de bak; vechten voor de vrijheid van Europa.

In Warsaw 1920 - Lenin's failed conquest of Europe beschrijft de Brits-Poolse historicus Adam Zamoyski hoe Lenin in de nadagen van de Russische burgeroorlog zijn zinnen had gezet op de verovering en onderwerping van Europa. De weg naar het hart van Europa, Berlijn, liep door het pas wedergeboren Polen, dat amper uit de luiers de divisies van het Rode Leger vlak achter de oostgrens zag samentrekken, klaar voor de aanval.

Met Duitsland verzwakt na de Eerste Wereldoorlog en ontwapend door het Verdrag van Versailles wist Lenin dat hij Europa onder de rode voet kon lopen. Alleen de vermaledijde Polen stonden tussen hem en de absolute wereldmacht en het einde van de Europese vrijheid.

De Polen, zoals wellicht weinigen weten, wisten het Rode Leger tegen te houden en zelfs te verslaan in een veldslag bij Warschau, die de geschiedenis in zou gaan als 'het wonder aan de Wisla' en die qua belang niet onderdeed voor die van Waterloo of Marathon.

Veelal op blote voeten vernederden de Polen door een briljante tactische manoeuvre van bevelhebber Józef Piłsudski (check die snor) daar hun Russische tegenstanders. Eén van de generaals van het Rode Leger, een zekere Jozef Stalin, zou die schande nooit vergeten en haalde jaren later zijn wraak bij Katyn, waar hij in 1940 naar schatting 22.000 Poolse officieren en intellectuelen liet vermoorden door de Russische geheime dienst.

303 Fighter Squadron
Binnen twee decennia na die vergeten slag werd Polen opnieuw opgedeeld en opgeslokt door twee Europese grootmachten, dit keer Duitsland en de Sovjet Unie, die in de geheime protocollen van het Molotov-Ribbentroppact het startsein voor de Tweede Wereldoorlog vastlegden. Ook nu weer weigerden de Polen zich over te geven. Het verzet tegen de bezetting was nergens zo fel en goed georganiseerd als in Polen, ondanks de gruwelijke represailles van zowel nazi's als sovjets. Eén op de vijf Polen liet het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Nederland was dat ongeveer één op de vijftig.

Sterker nog, de Poolse piloten die uitgeweken waren naar Groot-Brittannië speelden daar een cruciale rol in de Slag om Engeland. Geen squadron aan de kant van de geallieerden wist zoveel Duitse vliegtuigen neer te halen als het Poolse 303 Fighter Squadron. Vijf procent van de geallieerde vliegeniers was een Pool en zij waren verantwoordelijk voor twaalf procent van de 'kills'.



De Battle of Britain werd bijna, op een haar na, gewonnen door de Duitsers, die vervolgens graag het karwei hadden willen afmaken met Operatie Seelöwe, de invasie van Groot-Brittannië. Indien Hitler het machtige Albion had kunnen bezetten, dan was er geen springplank voor een operatie á la D-Day geweest en was de bevrijding van Europa een bijna onmogelijke klus geworden.

De Poolse bijdrage aan de luchtoorlog is essentieel geweest in het afwenden van die invasie. Hitler (hier met zijn typerende on-Poolse snor weergegeven op een Poolse Spitfire) wendde zich na het verlies teleurgesteld af van het front in het Westen en mikte zijn pijlen op het Oosten, waar hij militaire zelfmoord pleegde door de Sovjet Unie aan te vallen.

In het luchtruim boven Engeland werd de koers van de oorlog gewijzigd en de Polen zijn aannemelijk de steen in de rivier geweest die de stroom van de geschiedenis verlegd heeft.

Als 'dank' voor hun heldenmoed, zie ook de Slag om Monte Casino, werden de Polen na de oorlog uitgeleverd aan Jozef Stalin en zijn geheime dienst. Honderdduizenden Polen die gevochten hadden tegen de nazi's werden gedeporteerd naar de Goelag Archipel, de concentratiekampen van het totalitaire regime in Moskou, waar ze een anonieme dood stierven in de Siberische kou.

Solidarność
De vierde keer dat de Polen de vrijheid een ongekend grote dienst bewezen, was in de jaren zeventig en jaren tachtig van de vorige eeuw, toen één havenarbeider het opnam tegen een supermacht en een systeem van onderdrukking dat honderden miljoenen gevangen hield, van binnenuit uitholde en uiteindelijk kapot maakte. Uiteraard waren er meerdere factoren die de Sovjet Unie uiteen deden vallen, maar het geweldloze verzet van Lech Wałęsa (check die snor) was een kracht waar de machthebbers zich geen raad mee wisten.


Wałęsa wist in 1980 erkenning af te dwingen voor de eerste onafhankelijke vakbond in het Oostblok: Solidarność. In een systeem waar alles van de staat was en niets buiten de staat bestond, betekende een onafhankelijke vakbond een eerste barst in de muur, die vrij letterlijk in de vorm van de Berlijnse Muur enkele jaren later zou afbrokkelen.

De dreiging van een nucleaire holocaust werd zo mede door een dappere Poolse vakbondsman grotendeels weggenomen.

Vrijheid
De Polen mogen er dus met recht prat op gaan dat zij de vrijheidsstrijders pur sang van Europa zijn. Ze gaven tenslotte de Ottomanen, de nazi's en tot twee keer toe de communisten van jetje.

Hoe wrang is het dan, dat uitgerekend de Partij voor de Vrijheid een hetze is begonnen tegen deze Polen, aldus journalist Bas Paternotte.

Vrijheid voor de PVV betekent tenslotte vooral het inperken van de vrijheid van godsdienst voor moslims. Daarnaast hebben de 'vrijheidsstrijders' van Geert Wilders (hier afgebeeld met Poolse snor) in de Tweede Kamer gemiddeld meer op hun kerfstok dan de Poolse immigrant.

PVV'ers zouden juist elke Pool, crimineel of niet, dankbaar aan de borst moeten drukken en zachtjes 'dziękuję bardzo' in het oor moeten fluisteren voor hun bewezen diensten voor de vrijheid.

Dat er veel Midden- en Oost-Europese immigranten crimineel gedrag vertonen, zou PVV'ers aan het denken moeten zetten. Deze immigranten met hun joods-christelijke cultuur vertonen geen radicaal ander gedrag dan bijvoorbeeld immigranten met een niet-westerse, islamitische achtergrond.

Blijkbaar dicteert het culturele erfgoed niet het handelen van mensen, maar eerder hun sociaaleconomische omstandigheden. Investeren in onderwijs en het bieden van economische kansen levert zodoende veel meer op dan Korans verscheuren en bevolkingsgroepen discrimineren.

De PVV rest na het oprichten van dit meldpunt derhalve eigenlijk niets anders meer dan het opheffen van de eigen partij.

***

(Met dank aan Rutger Jan voor de Poolse snor op de tronie van Geert)

zaterdag 6 juni 2009

Knuffelen met het Beest van Omaha

Het onvoorstelbare inferno

Afgelopen zaterdag bezocht Barack Obama de Amerikaanse begraafplaats bij Omaha Beach voor de herdenking van de geallieerde invasie van Normandië vijfenzestig jaar geleden. Op een klif uitkijkend op het beruchte strand liggen daar 9.387 Amerikanen begraven. Tijdens D-Day was 'de koers van een hele eeuw verlegd', zo sprak de Amerikaanse president. Hij bedankte de gevallenen voor hun offer en herdacht het 'onvoorstelbare inferno' met de aanwezige veteranen.


Dat inferno kostte alleen al op Omaha Beach aan meer dan 2.000 Amerikanen het leven. Doordat de geallieerde luchtmacht niet in staat was geweest de Duitse Atlantikwall uit te schakelen, liepen de GI's op 6 juni 1944 regelrecht een spervuur van kogels en granaten in. De verliezen op Omaha Beach - door de Britse eerste minister Gordon Brown nog per abuis 'Obama beach' genoemd -waren zo hoog, dat het opperbevel serieus overwoog de invasie te staken. Die verliezen zouden opmerkelijk genoeg grotendeels veroorzaakt zijn door slechts één Duitse soldaat.

De 20-jarige korporaal Heinrich 'Heinz' Severloh wist niet wat hij zag, toen hij tijdens het ochtendgloren op D-Day over de oceaan tuurde. Een muur van geallieerde schepen vulde de horizon. 'Mijn God, hoe kom ik ooit weer weg uit deze rotzooi?' zo memoreerde Severloh in een interview dat vlak voor zijn dood in 2006 werd afgenomen door een journalist van The Scotsman. Severloh: 'Wat kon ik doen? Ik dacht dat ik nooit meer weg zou komen [...]Ik moest vechten voor mijn leven. Het was erop of eronder, dat is wat ik dacht.'

Negen uur lang haalde Severloh de trekker over van zijn MG42 machinegeweer. In totaal schoot hij 12.000 patronen af op de soldaten die Omaha Beach bestormden. Toen de loop van de MG42 oververhit raakte, pakte hij zijn geweer en vuurde nog eens 400 kogels af. Vanuit Widerstandsnest 62 had hij een vrij schootsveld; de Amerikanen konden zich nergens verschuilen.

Hoe dodelijk Heinz Severloh die dag precies geweest is, zal altijd wel een schatting blijven. Severloh: 'Het waren er minimaal duizend, maar waarschijnlijk meer dan tweeduizend. Ik weet niet hoeveel mannen ik heb neergeschoten. Het was verschrikkelijk. Als ik eraan denk moet ik overgeven. Ik maaide een heel landingsvaartuig met infanterie neer. De zee rondom het vaartuig kleurde rood van het bloed. Ik hoorde alleen het hysterische geschreeuw van een Amerikaanse officier door een luidspreker.'

Amerikaanse soldaten die de hel van Omaha Beach overleefd hebben, krijgen sigaretten en voedsel (bron).

Het beeld van die dag dat Severloh het meest bleef achtervolgen, was dat van een Amerikaanse soldaat die hij met zijn geweer door het voorhoofd had geschoten. De helm van de soldaat was door de inslag op de grond gevallen en rolde de zee in, daarna zakte zijn kin op zijn borst en zeeg hij dood ineen. Tijdens het interview barstte Severloh weer in huilen uit, toen hij aan de onbekende dode soldaat herinnerd werd. Severloh: 'Ik heb nooit willen meedoen aan een oorlog. Ik heb nooit in Frankrijk willen zijn. Ik heb nooit een machinegeweer vanuit die bunker willen afvuren'.

Ondanks het bloedbad wisten de Amerikanen Omaha Beach in te nemen en voet aan vaste wal te krijgen. Severloh ontsnapte aan de wraak van de Amerikanen, door uit de bunker weg te glippen. 's Avonds werd hij echter gevangen genomen en bracht hij de rest van de oorlog door in krijgsgevangenschap. Uit angst voor represailles vertelde hij niemand dat hij het machinegeweer bemand had, dat zoveel dood en verderf gezaaid had. 'Het Beest van Omaha' was de bijnaam die hij later van de Amerikaanse overlevenden kreeg.

Een onvoorstelbare verzoening

David Silva was pas 19 jaar oud toen hij voet op Franse bodem zette op 6 juni 1944. Doodsbang bad hij tot God om hem te beschermen. Mocht hij het er levend vanaf brengen, dan beloofde hij kapelaan te worden en andere soldaten te helpen. Silva werd vervolgens door drie kogels getroffen in zijn borst, mogelijk afgevuurd door Severloh, maar overleefde Omaha Beach ternauwernood. Hij hield zich aan zijn belofte en werd dominee bij het Amerikaanse leger.

Heinrich Severloh kwam David Silva in de jaren zestig op het spoor na het lezen van het boek The Longest Day. Severloh besloot contact te zoeken met Silva, in een poging in het reine te komen met zijn verleden, en schreef hem een brief. Silva beantwoordde de brief en tussen de veteranen kwam een briefwisseling op gang. Jaren later ontmoetten de mannen elkaar als Silva gelegerd wordt in Karlsruhe. Ze sloten een opmerkelijke vriendschap.

De Duitse televisie maakte bij de zestigste verjaring van D-Day een documentaire over Silva en Severloh. Voor de camera's ontmoetten ze elkaar weer op het strand dat hun hele leven zo getekend had. Silva en Severloh vielen elkaar in de armen, terwijl de tranen over hun wangen biggelden. Het is één van de indrukwekkendste televisiemomenten die ik me kan herinneren. In Nederland zond Netwerk de documentaire uit, maar die staat helaas niet meer online.

Een still uit de documentaire: David Silva (links) en Heinrich Severloh knuffelen elkaar op het strand van Normandië.

Niet alle veteranen waren zo vergevingsgezind als David Silva. Vele nabestaanden namen het Silva kwalijk dat hij zo openlijk knuffelde met het Beest van Omaha. Silva zag Severloh echter niet als een moordenaar, maar als iemand die, net als hij zelf, slachtoffer was geworden van de geschiedenis, van gebeurtenissen die buiten hun invloed lagen. Severloh deed gewoon zijn plicht, volgde de orders op die hij had gekregen en probeerde te overleven in het brandpunt van een wereldoorlog. Na de dood van Severloh bezocht Silva nog enkele malen het graf van het Beest van Omaha.

So it goes, zou Kurt Vonnegut geschreven hebben.

vrijdag 2 november 2007

Norman Davies: Europa in oorlog; 1939 - 1945

Met zijn Europa in Oorlog heeft de Britse historicus Norman Davies vooral het doel voor ogen gehad de lezer één belangrijke les mee te geven: de Tweede Wereldoorlog is gewonnen en verloren aan het oostfront. Daar was het menselijk offer het grootst. Daar heeft het Rode Leger tweederde van de Duitse Wehrmacht vernietigend verslagen. De inspanningen van de geallieerden in West- en Zuid-Europa waren, zo zegt Davies, hooguit 'ondersteunend' te noemen.

Hij onderbouwt zijn bewering met een overzicht van het ingezette aantal 'manmaanden' per front; aan het oostfront werden 406 miljoen manmaanden ingezet, tegenover 'maar' 16,5 miljoen manmaanden aan de westelijke fronten - een verhouding van (bijna) 25 : 1. Hoe groot de slachting was aan het oostfront laat het dodental aan Sovjetzijde zien: de meest recente schattingen gaan uit van 27 miljoen slachtoffers, waaronder 11 miljoen militaire oorlogsdoden. Van de tien bloedigste veldslagen in de Europese oorlog werden de eerste zeven aan het oostfront gevochten. Het zwaartepunt van de strijd tegen Nazi-Duitsland lag daarom niet op de stranden van Normandië of in de bossen bij Bastenaken, maar ergens op de grens tussen Oekraïne en Polen. Niet in Frankrijk of Duitsland vloeide het meeste bloed per vierkante kilometer, maar in Polen, waar één op de vijf inwoners gedood werd. De belangrijkste veldslag was niet D-Day, maar de Slag om Koersk, waarvan Davies zegt:
Dit is de enige naam die alle historici van de Tweede Wereldoorlog zouden moeten onthouden - ook al vergeten ze alle andere.

De Slag om Koersk was de grootste tankslag uit de geschiedenis. 6.300 tanks, meer dan 2 miljoen man infanterie en bijna 4.500 vliegtuigen vochten in de zomer van 1943 de beslissende veldslag aan het oostfront uit. Alhoewel de verliezen aan Sovjetzijde groter waren, werd de Wehrmacht in een bijna twee maanden durend inferno voor altijd ontdaan van zijn aanvallende capaciteiten.

Er zijn natuurlijk al bibliotheken volgeschreven over het grootste conflict in de menselijke geschiedenis, maar door de periode van Glasnost en het ineenstorten van de Sovjet-Unie in 1991 kwam er plotseling een nieuwe bron van informatie vrij; de tot dan toe gesloten Sovjetarchieven. Door de openheid, die inmiddels helaas al weer voorbij is, kon eindelijk het lot en de rol van de Sovjet-Unie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog beter bestudeerd worden. Norman Davies, die eerder een veelgeprezen geschiedenis van Europa en het standaardwerk over de Opstand van Warschau schreef, is één van de historici die gretig op het nieuwe bronnenmateriaal is gedoken.

Het beeld dat hij vervolgens presenteert is verhelderend en ontluisterend, maar jammer genoeg is de toonzetting van zijn verhaal vaak wat belerend. Davies wil de volgens hem heersende misvattingen zo graag onderuithalen, dat hij er wat klakkeloos vanuit gaat dat die misvattingen bij iedere lezer leven. Zo vertelt hij eigenlijk niets nieuws als hij wijst op het belang van het Oostfront. Dat het regime van Stalin net zo monsterlijk en nog dodelijker was dan dat van Hitler, is ook geen breaking news. Deze twee stokpaardjes worden door Davies wel om de zoveel pagina's van stal gehaald, om de lezer toch maar vooral te genezen van zijn door 'nationale mythen' en 'Sovjetpropaganda' vertroebelde beeld.

Zo lag het grootste concentratiekamp van de oorlog niet in Duitsland of Polen, maar in de Sovjet-Unie; Vorkoeta heette het kamp en in de winter daalde de temperatuur er tot 50 graden onder nul. Op de poorten van de werk- en strafkampen van de Goelag-archipel stonden teksten als 'Werken is eervol en glorieus' en 'Via werken terug naar huis', wat niet minder cynisch was dan het 'Arbeit macht Frei' dat de poort van Auschwitz tooide. De uitputtende dwangarbeid, het gebrek aan voedsel, water en hygiëne, de wrede bewakers, de kou en de hitte kostten aan miljoenen mensen het leven. Volgens Davies is het onmogelijk te zeggen wat er erger was; de goelags van de Sovjets, of de concentratiekampen van de nazi's. In essentie was de strijd in Europa een gevecht tussen twee op elkaar inbeukende totalitaire regimes, een totale oorlog waarin individuele levens geen enkele waarde hadden en waarbij de Sovjet-Unie zowel de agressor als het slachtoffer was.

Maarschalk Konstantin Rokossovski was één van de slachtoffers van de grote zuiveringen van Stalin in de jaren dertig, die in totaal aan 17 miljoen mensen het leven kostten. In een showproces werd hij veroordeeld op basis van 'bewijsmateriaal' verkregen van een getuige die op dat moment al twintig jaar dood was. Toen de Duitsers hun Blitz in de zomer van 1941 op de Sovjet-Unie richtten, werd Rokossovski halsoverkop uit de goelag gehaald, en leidde hij het Rode Leger naar belangriijke overwinningen bij onder andere Moskou en Stalingrad. Later werd hij minister van defensie in Polen. De beste generaals van de Tweede Wereldoorlog waren volgens Davies te vinden in de gelederen van de Sovjets en de Duitsers; alleen Patton kon aan het westelijke front enige indruk maken.

De kracht van dit boek zit hem voornamelijk in de rijke detaillering. Davies heeft zijn verhaal doorspekt met relevante anekdotes en opmerkelijke feiten. Vooral in de hoofstukken Soldaten en Burgers komt die rijkdom tot zijn recht. In korte paragrafen zoomt Davies steeds in op een ander facet van de oorlog. Zo was het lot van de Sovjet soldaten die door de Duitsers krijgsgevangen werden gemaakt bijzonder wreed. Davies:
Het waren er naar schatting 5,2 miljoen, van wie de overgrote meerderheid binnen enkele maanden na de gevangenname overleed...onder omstandigheden die erger waren dan Auschwitz, als zoiets voorstelbaar is. Op verscheidene locaties achter het oostfront werden de mannen bijeengedreven op ruimten omheind door prikkeldraad en zonder beschutting tegen de elementen. Ze kregen geen eten, geen drinken, geen onderdak en geen meubels; ze stonden in de sneeuw of op het doorweekte gras, totdat ze omvielen. En als ze stierven, werden ze door hun kameraden aan stukken gesneden en opgegeten.
De weinige overlevenden werden vaak na hun bevrijding door het Rode Leger gedood door de NKVD, een voorloper van de KGB; ze hadden zich tenslotte overgegeven, wat nadrukkelijk door Stalin verboden was, en zich niet doodgevochten, zoals bevolen was.

In de paragraaf Oorlogshelden gaat Davies toch wat de fout in. Als Duitse oorlogsheld haalt hij piloot Hans-Ulrich Rudel aan. Rudel is waarschijnlijk de grootste krijger, of massamoordenaar zo u wil, uit de geschiedenis:
Hij [Rudel] voltooide 2530 gevechtsmissies, overleefde 32 gedwongen landingen...Tot zijn bevestigde 'hits' behoorden 518 Sovjettanks, 700 vrachtwagens, 150 artilleriebatterijen, 9 vijandelijke vliegtuigen, 70 landingsvoertuigen, de Sovjetkruiser Marat, het slagschip Oktoberrevolutie en talloze bruggen, spoorwegen en bunkers...We mogen gerust aannemen dat Rudel een lieveling van Hollywood en de bekendste vlieger ter wereld zou zijn geweest als hij de Britse of de Amerikaanse nationaliteit had gehad.
Ondanks dat een deel van zijn rechterbeen geamputeerd moest worden tijdens de oorlog, bleef Rudel zijn missies vliegen (RAF-piloot Douglas Bader miste zelfs twee benen). Na de oorlog week hij uit naar Argentinië en ontwikkelde hij bergbeklimmerstechnieken voor gehandicapten. Hij is nooit verdacht van of aangeklaagd voor oorlogsmidaden. Maar een oorlogsheld? Davies vergeet te vermelden dat Rudel in 1960 lijsttrekker van de extreem-rechtse Deutschen Reichspartei was - Rudel was dus wel degelijk een nazi in hart en nieren, en niet zo maar een soldaat die gewoon erg goed was in wat hij deed. Kunnen nazi's helden zijn? In Duitsland wordt hij vereerd als een held, maar dan wel alleen in rechts-extremistische kringen. Davies zegt echter:
Hans-Ulrich Rudel...is wel de grootste oorlogsheld van Duitsland genoemd.
Maar door wie?

Afijn, Davies heeft dan ook wel veel hooi op de vork genomen. Als introductie voldoet Europa in Oorlog zeker en als naslagwerk heeft het ook zijn waarde door al die paragrafen gewijd aan bankiers, tolken, gevangenissen, concentratiekampen, journalisten, diplomaten, vluchtelingen en talloze andere onderwerpen, maar tot grote nieuwe inzichten leidde het bij mij niet. Wel heeft Davies mijn interesse weten te wekken voor de Tweede Wereldoorlog, met name wat er in Oost-Europa allemaal gebeurd is, en me aan het lezen gezet in een aantal door hem aanbevolen boeken. En die hebben toch wel indruk op me gemaakt, vooral de uitstekende studies van Antony Beevor over de Slag om Stalingrad en de Slag om Berlijn (daarover later wellicht meer). Het is raar om je te beseffen dat al die onbeschrijflijke ellende, het hersenloze fanatisme en de zinloze vernietiging nog maar een Mick Jagger geleden gebeurd zijn.