Even wat cijfers over de oorlog in Irak.
3.500
Het aantal Amerikaanse militairen dat is omgekomen in Irak is sinds vorige week opgelopen tot 3.500. Het nieuws haalde nauwelijks de media, of werd van de voorpagina's verdrongen door de perikelen rond Paris Hilton. Ook Amerika is blijkbaar erg Irakmoe. Het dodental zal de komende maanden hoogstwaarschijnlijk fors oplopen. De Amerikaanse troepenmacht wordt namelijk momenteel uitgebreid met 21.500 extra soldaten. Deze troepen moeten de gebieden waar de Soenitische opstandelingen en de terroristen van al Qaïda momenteel nog de dienst uitmaken gaan veiligstellen. Het lijkt een laatste alles of niets poging te zijn van de regering Bush om Irak voor de volgende verkiezingen te pacificeren. De gevechten hebben in mei al geleid tot het hoogste sterftecijfer onder Amerikanen sinds de inval in 2003.
Naast de 3.500 doden zijn er ook meer dan 25.000 gewonde Amerikaanse soldaten. Hiervan heeft 20% ernstig hersen- of ruggemergletsel. 30% van de teruggekeerde soldaten krijgt binnen drie tot vier maanden last van ernstige psychische problemen.
Het aantal aanvallen op coalitietroepen is gestegen van gemiddeld 14 per dag in februari 2004 naar gemiddeld 185 per dag in december 2006.
Soldaat eerste klas Katie M. Soenksen kwam op 2 mei 2007 om het leven toen een bermbom naast haar voertuig ontplofde. Ze was 19 jaar oud. (bron)
655.000?
Over de doden aan Irakese zijde zijn minder betrouwbare cijfers voorhanden. Het Witte Huis houdt het op ongeveer 30.000 burgerdoden. Waar ze dit getal vandaan halen is onduidelijk, aangezien het Pentagon zelf geen onderzoek doet naar het aantal burgerslachtoffers.
Het Iraq Body Count Project meldt op zijn website een maximum van 71.000 Irakese slachtoffers. Deze onafhankelijke, Britse onderzoeksgroep baseert zich op berichten in de internationale media. Als na een aanslag of een vuurgevecht de BBC 13 slachtoffers meldt, Al Jazeera 27 en Fox News 20, dan berekent het Iraq Body Count project hiervan het gemiddelde en telt dit op bij het totaal aantal doden. Het is natuurlijk de vraag hoe betrouwbaar deze methode van onderzoek is.
Het Britse medische tijdschrift The Lancet publiceerde in 2004 al een rapport waarin het aantal Irakese doden werd geschat op 100.000. De methodologie van het onderzoek was echter omstreden - iets wat The Lancet zelf erkende in een redactioneel commentaar - waardoor de cijfers makkelijk konden worden afgedaan als onbetrouwbaar.
Het onderzoek werd uitgevoerd door een groep Irakese artsen en stond onder supervisie van epidemiologen van de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health. Er werd gebruik gemaakt van cluster sampling, een wetenschappelijke methode waarbij onderzoek naar een kleine, zorgvuldig geselecteerde groep een beeld moet geven van de totale populatie. 998 Irakese gezinnen in 33 wijken verspreid over Irak werden gevraagd een ellelange vragenlijst in te vullen en onder meer aan te geven hoeveel familieleden, vrienden en kennissen ze verloren hadden sinds de invasie in 2003. De ondervraagden werd echter vrijwel nooit verzocht een overlijdensakte te overleggen, waardoor de uitkomsten nauwelijks geverifiëerd konden worden. De foutmarge van het onderzoek werd daardoor onacceptabel hoog: de 100.000 was een gemiddelde van minimaal 8.000 en maximaal 194.000 slachtoffers.
Het onderzoek werd bewust vier dagen voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2004 gepubliceerd, in de hoop dat de uitkomsten de politieke keuze van de Amerikanen zou kunnen beïnvloeden. Doordat de resultaten zo direct voor politieke doeleinden gebruikt werden, ontstond er alleen maar meer (terechte) twijfel over de kwaliteit van het gedane onderzoek.
Maar in oktober 2006 publiceerde The Lancet een nieuw onderzoek van dezelfde groep Irakese artsen, wederom opererend onder de supervisie van de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health. Dit onderzoek meldde een dodental van 655,000. Hiervan waren 601.000 het directe gevolg van geweld. Zo'n 31% was het gevolg van bombardementen en oorlogshandelingen door de coalitietroepen en de overige 69% het gevolg van het aanhoudende sektarische geweld in Irak. Het ging in ieder geval om slachtoffers die niet gevallen zouden zijn als de Amerikanen gewoon waren thuisgebleven.
De onderzoekers bevestigden de onderzoeksresultaten uit 2004 met een nieuwe cluster sample en claimden dat hun onderzoeksmethode wel degelijk betrouwbaar was. Nu werden 1.849 gezinnen ondervraagd in 44 wijken. Ook werd 87% van de ondervraagden verzocht een overlijdensakte te overleggen, wat in 90% van de gevallen daadwerkelijk gebeurde.
Desondanks noemde president Bush de resultaten 'ongeloofwaardig'. Hopelijk heeft hij hierin gelijk. Het laatste woord is er in ieder geval nog niet over gezegd. Of het precieze aantal slachtoffers ooit bekend zal worden is twijfelachtig.
In een moskee in Bagdad wordt het lichaam van de zes jaar oude Lamiamh Ali schoongemaakt voor haar begrafenis. Ze was aan het buitenspelen toen een Amerikaanse clusterbom een einde maakte aan haar leven en aan dat van twee van haar broertjes en zusjes. (bron)
Naast de doden zijn er ook de vluchtelingen; minimaal 1,3 miljoen Irakezen zijn uitgeweken naar Jordanië en Syrië. In Irak zelf hebben 1,9 miljoen mensen huis en haard verlaten om het geweld te ontvluchten. Een kwart van de Irakese kinderen lijdt aan chronische ondervoeding.
2.000.000.000.000
En dan de materiële kosten. Volgens een onderzoek van Nobelprijswinnaar Joseph E. Stiglitz en Linda Bilmes van de universiteit van Harvard zullen de totale kosten van de oorlog in Irak uitkomen op twee biljoen dollar. Dat is een twee met twaalf nullen. Voor de oorlog beweerde het Witte Huis dat de hele operatie maximaal 200 miljard dollar zou gaan kosten, maar het blijkt het tienvoudige te gaan worden. Stiglitz en Bilmes gingen er in hun onderzoek van uit dat de Amerikanen in 2010 Irak weer zouden verlaten, maar dit is zeer twijfelachtig. Onlangs vergeleek president Bush de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Irak nog met die in Zuid-Korea. In Zuid-Korea zitten de Amerikanen al vijftig jaar. De bouw van de grootste ambassade ter wereld in Bagdad en een aantal grote Amerikaanse legerbasissen doet vermoeden dat er geen plannen zijn om snel weer te vertrekken. De twee biljoen dollar mag dan ook gerust een voorzichtige schatting genoemd worden. Gelukkig blijken de olievoorraden in Irak misschien wel twee keer zo groot te zijn als voorheen gedacht werd.
10 miljard dollar is intussen verkwanseld in Irak door mismanagement, zo concludeerde een onderzoek van het Amerikaanse Congres in februari 2007. 9 miljard dollar is simpelweg foetsie; er zijn geen bonnetjes bewaard en niemand weet wat er met het geld gebeurd is. Daarnaast verweet het Pentagon Halliburton 1,5 miljard dollar teveel in rekening te hebben gebracht voor geleverde diensten.
De inflatie in Irak ligt rond de 40% (2005). De werkloosheid is enorm en variëert per gebied van 27% tot 60% van de beroepsbevolking; dat resulteert in allemaal jonge mannen die gefrustreerd thuiszitten. De olieproductie ligt nog steeds onder het niveau van voor de invasie, mede doordat opstandelingen en terroristen regelmatig de olieinfrastructuur aanvallen en de opbouwwerkzaamheden zo saboteren.
Inmiddels zal het Amerikaanse defensiebudget in 2008 een kleine 647 miljard dollar gaan bedragen. Hiermee spenderen de Amerikanen meer aan defensie dan de volgende vijftien landen samen. Maar die 647 miljard is slechts 4,4% van het BNP, dus voorlopig hoeft Washington zich nog geen zorgen te maken over Imperial Overstretch. Amerika besteedt nu bijvoorbeeld relatief minder aan defensie dan tijdens de Koude Oorlog.
(Klik op de foto voor de grote versie) Het nieuwste vliegdekschip van de Amerikaanse marine heet de USS George H.W. Bush en is vernoemd naar de 41ste president van de VS, de vader van de huidige president. Het schip werd in oktober 2006 gedoopt en zal vanaf 2008 in de vaart genomen worden. De USS George H.W. Bush kan twintig jaar lang zonder bijtanken rondvaren en zal 6.000 man personeel en rond de 80 straaljagers wereldwijd inzetbaar maken. Kosten: 6,35 miljard dollar.(bron)
6
Maar goed, al die doden en dollars, waar was het ook alweer voor? Iets met massavernietigingswapens toch? Na 11 september 2001 verkondigden de regering Bush en een buslading neoconservatieve denkers en commentatoren zonder te blikken of te blozen dat het absoluut noodzakelijk was om Irak te 'regime changen'. Saddam Hoessein had banden met al Qaïda, was waarschijnlijk zelfs op de hoogte geweest van de plannen voor de aanslagen, en hij was actief bezig massavernietigingswapens te ontwikkelen. Eén plus één is twee; Saddam zou zo maar een kernbom of een chemisch wapen aan het clubje van Osama bin Laden kunnen geven. Dit moest koste wat kost voorkomen worden.
Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell bungelt tijdens een speciale sessie van de VN Veiligheidsraad een buisje heen en weer. De inhoud van het buisje komt overeen met de hoeveelheid anthrax die in een envelop zat die in de herfst van 2001 naar de Amerikaanse Senaat gestuurd werd. Twee medewerkers van de post die met de substantie in aanraking kwamen, lieten daarbij het leven. Irak zou op het moment dat Powell zijn presentatie gaf nog 8.500 liter anthrax verborgen houden voor de inspecteurs van UNSCOM. De 8.500 liter anthrax is nooit gevonden. Ook is er nooit een verband tussen al Qaïda en de vestuurde envelop aangetoond. (bron )
De bewijzen die werden aangevoerd ter onderbouwing van deze beweringen waren op zijn zachtst gezegd nogal flinterdun. Binnen het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en het Energy Department waren er ook genoeg experts die de regering Bush daarop wezen. De bewijslast en de twijfels werden in een document aan het Amerikaanse Congres aangeboden. Het Congres moest tenslotte goedkeuring geven voor de oorlog. Dit document heette het National Intelligence Estimate (NIE). In het NIE stond duidelijk te lezen dat het allemaal niet zo zeker was als de Bush regering beweerde. De banden tussen al Qaïda en Saddam Hoessein waren nauwelijks aantoonbaar. Met de aluminium buizen die Saddam tot zijn beschikking had, kon hij hoogstwaarschijnlijk geen centrifuges bouwen om uranium te bewerken voor kernwapens. Ook was het helemaal niet zeker dat Irak wel over productiecapaciteiten voor chemische en biologische wapens beschikte, al sprak het NIE over een 'hoge waarschijnlijkheid'.
Helaas stonden deze twijfels niet vermeld in de 5 pagina's dunne samenvatting van het NIE, alleen in het 92 pagina's dikke NIE zelf. De samenvatting liet kortom een nogal vertekend beeld zien. Na al deze cijfers vind ik de volgende eigenlijk het meest schokkende cijfer; van de honderd senatoren in de Amerikaanse Senaat namen er maar welgeteld zes (6!) senatoren de moeite om het hele NIE te lezen. De rest baseerde zijn stem op de twijfelloze samenvatting. Als die 94 andere senatoren even de moeite hadden genomen het belangrijkste document van dit decennium te lezen, dan had dat misschien wel 3.500 Amerikaanse en tussen de 30.000 en 655.000 Irakese doden, talloze gewonden, en niet te vergeten 2 biljoen dollar kunnen schelen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten