Posts tonen met het label kernwapens. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kernwapens. Alle posts tonen

dinsdag 7 juli 2009

Wereldreddende Russen (II): Vasilij Archipov

Gisteren overleed de 93-jarige voormalige minister van buitenlandse zaken Robert McNamara in zijn slaap in Washington D.C.. McNamara zal vooral herinnerd worden als de architect van de Vietnamoorlog, wat bepaald geen benijdenswaardige nalatenschap genoemd mag worden. McNamara diende als Secretary of State onder de presidenten John F. Kennedy en Lyndon B. Johnson. In 1962 was hij één van de hoofdrolspelers tijdens de Cubacrisis.

Na de mislukte Invasie in de Varkensbaai van 1961 vreesden Moskou en Fidel Castro een hernieuwde poging van de Verenigde Staten het regime op het communistische eiland omver te werpen. Om een nieuwe invasie onmogelijk te maken begon de Sovjet Unie in september 1962 met het plaatsen van kernraketten op Cuba. Overvliegende Amerikaanse U2-spionagevliegtuigen ontdekten de voorbereidende werkzaamheden al snel.

In Washington werd vervolgens groot alarm geslagen; 180.000 soldaten werden gemobiliseerd, een grootschalige luchtaanval werd voorbereid en president Kennedy verordonneerde de Amerikaanse marine het eiland van de buitenwereld af te sluiten. De wereld hield haar adem in terwijl de vrachtschepen van de Sovjets met de kernraketten op de Amerikaanse blokkade afstevenden. Indien de Amerikaanse marine de vrachtschepen tot zinken zou brengen, zou het conflict ongetwijfeld zijn geëscaleerd tot een grootschalige oorlog tussen de beide supermachten. Nooit was de wereld dichterbij een kernoorlog geweest.

Het liep gelukkig met een sisser af. Achter de schermen vond koortsachtig overleg plaats. Uiteindelijk werd na lang getouwtrek een akkoord bereikt tussen Moskou en Washington; de Sovjet Unie zou de kernwapens op Cuba ontmantelen, in ruil voor een Amerikaanse belofte de Cubaanse soevereiniteit ongemoeid te laten en kernraketten in Turkije, Italië en Groot Brittannië terug te trekken. De vrachtschepen maakten rechtsomkeert en zowel Kennedy als Chroetsjov claimden een overwinning behaald te hebben. Het gezonde verstand had gezegevierd over angst en agressie, althans, zo leek het.

Over Robert McNamara werd in 2003 een uitstekende documentaire gemaakt getiteld The Fog of War (zie video). Hierin wijt McNamara het uitblijven van een kernoorlog niet aan gezond verstand, maar aan puur geluk. McNamara op 14:50: 'We lucked out. It was luck that prevented a nuclear war'. De inlichtingen waar Kennedy zijn beleid op baseerde, waren onvolledig geweest. Pas in 1992 vernam een geschokte McNamara van Fidel Castro dat er ten tijde van de crisis al meer dan honderd kernwapens op het eiland gestationeerd waren geweest. Castro had zelfs aan Chroetsjov gevraagd de wapens in te zetten, mochten de Amerikanen hebben besloten tot een bombardement of een invasie. Maar hoeveel geluk Washington, Moskou en eigenlijk het hele noordelijke halfrond hebben gehad, werd pas in 2002 duidelijk.



Op 13 oktober 2002 werd op Cuba een conferentie gehouden om de Cubacrisis te herdenken. Beleidsmakers uit zowel Washington als Moskou kwamen bijeen om hun herinneringen op te halen. De Amerikaanse aanwezigen, waaronder McNamara en ook Arthur Schlesinger, schrokken zich een ongeluk toen een hoge Russische functionaris vertelde dat de wereld slechts 'één woord' van een kernoorlog verwijderd was geweest. Thomas S. Blanton, de toenmalige directeur van het National Security Archive en medeorganisator van de conferentie, verwoordde het als volgt: 'A guy called Vasiliy Arkhipov saved the world.'

Vier Sovjetonderzeeërs van de Foxtrotklasse waren op 27 oktober 1962 in Cubaanse wateren verwikkeld in een kat en muisspel met de Amerikaanse marine. De B-59 duikboot waarop Vasilij Archipov als officier dienst deed, werd opgejaagd door het Amerikaanse vliegdekschip USS Randolph en tien destroyers. De Amerikanen wierpen granaten en dieptebommen in de buurt van de duikboot af om de onderzeeër te dwingen aan de oppervlakte te komen. 'Het was alsof je in een metalen ton zat, terwijl iemand met een sloophamer op de buitenkant sloeg,' aldus Vadim Orlov, de radiotechnicus aan boord van de onderzeeër, 'De hele bemanning verkeerde in een staat van shock.'

Door het urenlange bombardement, het helse kabaal, het toenemende zuurstofgebrek en de oplopende temperaturen - het werd warmer dan vijftig graden in de duikboot - vielen verscheidene bemanningsleden flauw. Een bijkomend probleem voor de commandant van de onderzeeër, kapitein Valentin Savitsky, was dat hij geen radiocontact kon maken met Moskou. Het had er alle schijn van dat er buiten zijn weten om een oorlog was uitgebarsten. Nadat een dieptebom vlakbij de duikboot ontploft was en het hele schip had doen schudden, sloegen bij Savitsky de stoppen door. Hij gaf het bevel een torpedo te laden met een kernkop. 'We slaan zo hard mogelijk terug. We zullen zelf sterven, maar we zullen ze allemaal laten zinken en onze marine niet in diskrediet laten brengen!'

Om een kernwapen te kunnen inzetten, moesten de officieren aan boord van de duikboot alle drie hun akkoord geven. In de meest dramatische versie van het verhaal waren Savitsky en politieke officier Ivan Semonovich Maslennikov voor de inzet van het kernwapen. Alleen Vasilij Archipov twijfelde nog. Archipov wist de andere twee officieren uiteindelijk te overtuigen het kernwapen niet in te zetten. Savitsky bracht nadat zijn woede bedaard was de duikboot naar de oppervlakte, waar ze opgewacht werden door Amerikaanse destroyers en laag overvliegende helikopters. Het was nacht, maar de zoeklichten van de schepen deden de duikboot baden in het licht. 'Het was angstig en mooi tegelijk,' zo herinnerde Orlov zich.

Indien de duikboot de torpedo met kernlading wel afgevuurd had en Savitsky wel 'vuur' - dat ene woord waar de hoge Russische functionaris aan refereerde - had geroepen, dan zouden de gevolgen niet te overzien zijn geweest. De Amerikanen zouden hebben teruggeslagen met een kernwapen en er is eigenlijk geen scenario denkbaar waarin het eindresultaat niet de vernietiging van het noordelijke halfrond was geweest. Het gezonde verstand en de redenaarskunsten van Vasilij Archipov voorkwamen een kernoorlog en redden het leven van miljoenen, zo niet miljarden mensen. Net als Stanislav Petrov verdient Archipov eigenlijk een standbeeld. Archipov stierf echter in 1999 een anonieme dood, drie jaar voordat zijn heldenrol geopenbaard werd aan Robert McNamara en de wereld.
***

Lees ook: Wereldreddende Russen (I): Stanislav Petrov

zondag 28 juni 2009

Wereldreddende Russen (I): Stanislav Petrov

In 1983 bracht Michael Jackson het album Thriller uit, werd Freddy Heineken ontvoerd, schoten de Sovjets per ongeluk een Zuid-Koreaans passagiersvliegtuig uit de lucht, werd de CD op de Nederlandse markt geïntroduceerd en blies een voorloper van Hezbollah 241 Amerikaanse mariniers op in Beiroet. En...o ja, een Rus genaamd Stanislav Petrov redde de mensheid van een nucleaire holocaust.


Luitenant-kolonel Petrov had op 26 september 1983 dienst in een geheime bunker vlak buiten Moskou. Vanuit Serpukhov-15 werd het luchtruim van de Sovjet Unie in de gaten gehouden en de gegevens van de satellieten verwerkt, die een aanval met kernraketten van de Verenigde Staten moesten waarnemen. Vlak na middernacht begonnen plotseling de alarmbellen te rinkelen en de zwaailichten te branden; één van de Sovjetsatellieten had een lancering van een Amerikaanse LGM-30 Minuteman intercontinentale ballistische kernraket waargenomen. Binnen enkele minuten zou de raket het luchtruim van de Sovjet Unie bereiken en een stad of een legerbasis wegvagen.

Het bleef niet bij die ene raket; al spoedig meldde het systeem vijf inkomende ICBM's. Het had er alle schijn van dat Amerika de aanval had ingezet. Op de schouders van Stanislav Petrov lag de enorme druk om vervolgens een cruciale beslissing te nemen; indien hij de aanval zou bevestigen tegenover de generale staf, zou de USSR ongetwijfeld een tegenaanval hebben ingezet en zou de menselijke beschaving, zoals we die nu kennen, opgehouden zijn te bestaan.

'Vijftien seconden lang verkeerden we in een staat van shock,' zo vertelde hij aan de Washington Post. De stress is moeilijk voorstelbaar; zijn controlepaneel lichtte op als een kerstboom en een andere officier tetterde door de telefoon in zijn oor dat Petrov vooral rustig moest blijven. 120 officieren en ingenieurs staarden hem vragend aan. Petrov bleef rustig en dacht na. Hij kon zich moeilijk indenken dat de Amerikanen maar met vijf raketten het dodelijke bal zouden openen. 'Ik had een raar gevoel in mijn onderbuik. Ik wilde geen fouten maken. Ik nam een besluit en dat was het dan.'

Petrov besloot dat de aanval een vals alarm was en lichtte de generale staf tegen alle regels in niet in. Hij had te weinig fiducie in het waarschuwingssysteem uit de jaren zeventig, dat hij later omschreef als 'rauw' en 'overhaast ingevoerd'. Dat Petrov serieus rekening hield met een Amerikaanse first strike, was in 1983 allesbehalve raar. De Koude Oorlog was net wat warmer geworden na de invasie van Afghanistan door het Rode Leger in 1980 en het incident met het Zuid-Koreaanse passagiersvliegtuig. In het Witte Huis zetelde de 'cowboy' Ronald Reagan die in juni van dat jaar de USSR nog een 'evil empire' had genoemd. Sovjetleider en havik Joeri Andropov was persoonlijk zelfs geobsedeerd door een mogelijke Amerikaanse aanval.

Bruce Blair, een expert op het gebied van nucleaire oorlogsvoering ten tijde van de Koude Oorlog, verwoordde het in een documentaire die over Petrov gemaakt werd als volgt: 'Het valse alarm dat plaatsvond onder het bevel van Petrov had niet kunnen gebeuren tijdens een meer intense en gevaarlijkere fase in de relatie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie. Het hele Sovjetsysteem - niet alleen het Kremlin, niet alleen Andropov en niet alleen de KGB - was ingesteld op een [Amerikaanse] aanval en op een snelle tegenaanval. [...] Iedereen was buitengewoon nerveus en het hele systeem was gevoelig voor fouten en ongelukken.'

Stanislav Petrov hield gelukkig het hoofd koel en maakte geen fouten. Hij nam zijn verantwoordelijkheid en besloot niets te doen, ondanks dat het door hem zelf geschreven protocol dicteerde, dat hij zijn superieuren direct had moeten inlichten. Petrov week van de regels af en redde daarmee de wereld. Zijn rol in de kwestie kwam pas in 1998 aan het licht, toen een collega officier, Joeri Votintsjev, zijn memoires publiceerde.

Petrov geniet momenteel van zijn pensioen van €180,- per maand in het stadje Fryazino. Na de onthulling over zijn daadkracht in de nacht van 26 september 1983 gingen er stemmen op hem te nomineren voor de Nobelprijs voor de Vrede. Die heeft hij vooralsnog niet gekregen. Wel kreeg hij van de Association of World Citizens uit San Francisco een bedrag van $1000,- uitgekeerd voor zijn rol in het afwenden van een catastrofe. Petrov kocht er een stofzuiger voor, die wat later weer kapot ging. Petrov verdient eigenlijk meer dan een kapotte stofzuiger; hij verdient een standbeeld.