
Gisteren overleed de 93-jarige voormalige minister van buitenlandse zaken
Robert McNamara in zijn slaap in Washington D.C.. McNamara zal vooral herinnerd worden als de architect van de Vietnamoorlog, wat bepaald geen benijdenswaardige nalatenschap genoemd mag worden. McNamara diende als
Secretary of State onder de presidenten John F. Kennedy en Lyndon B. Johnson. In 1962 was hij één van de hoofdrolspelers tijdens de
Cubacrisis.
Na de mislukte
Invasie in de Varkensbaai van 1961 vreesden Moskou en Fidel Castro een hernieuwde poging van de Verenigde Staten het regime op het communistische eiland omver te werpen. Om een nieuwe invasie onmogelijk te maken begon de Sovjet Unie in september 1962 met het plaatsen van kernraketten op Cuba. Overvliegende Amerikaanse U2-spionagevliegtuigen ontdekten de voorbereidende werkzaamheden al snel.
In Washington werd vervolgens groot alarm geslagen; 180.000 soldaten werden gemobiliseerd, een grootschalige luchtaanval werd voorbereid en president Kennedy verordonneerde de Amerikaanse marine het eiland van de buitenwereld af te sluiten. De wereld hield haar adem in terwijl de vrachtschepen van de Sovjets met de kernraketten op de Amerikaanse blokkade afstevenden. Indien de Amerikaanse marine de vrachtschepen tot zinken zou brengen, zou het conflict ongetwijfeld zijn geëscaleerd tot een grootschalige oorlog tussen de beide supermachten. Nooit was de wereld dichterbij een kernoorlog geweest.
Het liep gelukkig met een sisser af. Achter de schermen vond koortsachtig overleg plaats. Uiteindelijk werd na lang getouwtrek een akkoord bereikt tussen Moskou en Washington; de Sovjet Unie zou de kernwapens op Cuba ontmantelen, in ruil voor een Amerikaanse belofte de Cubaanse soevereiniteit ongemoeid te laten en kernraketten in Turkije, Italië en Groot Brittannië terug te trekken. De vrachtschepen maakten rechtsomkeert en zowel Kennedy als
Chroetsjov claimden een overwinning behaald te hebben. Het gezonde verstand had gezegevierd over angst en agressie, althans, zo leek het.
Over Robert McNamara werd in 2003 een uitstekende documentaire gemaakt getiteld
The Fog of War (zie video). Hierin wijt McNamara het uitblijven van een kernoorlog niet aan gezond verstand, maar aan puur geluk. McNamara op 14:50: '
We lucked out. It was luck that prevented a nuclear war'. De inlichtingen waar Kennedy zijn beleid op baseerde, waren onvolledig geweest. Pas in 1992 vernam een geschokte McNamara van Fidel Castro dat er ten tijde van de crisis al meer dan honderd kernwapens op het eiland gestationeerd waren geweest. Castro had zelfs aan Chroetsjov gevraagd de wapens in te zetten, mochten de Amerikanen hebben besloten tot een bombardement of een invasie. Maar hoeveel geluk Washington, Moskou en eigenlijk het hele noordelijke halfrond hebben gehad, werd pas in 2002 duidelijk.
2 opmerkingen:
Mooi stukje! Heb ik veel aan gehad voor mijn profiel werkstuk.
Alleen er staat:
Vier Sovjetonderzeeërs van de Foxtrotklasse waren op 17 oktober 1962 in Cubaanse
Moet dat niet 27 oktober zijn?
Je hebt gelijk, ik zal het aanpassen. En sorry voor de late reactie. Ik heb een tijdje niets met dit weblog gedaan. Leuk dat je er wat aan had voor je profielwerkstuk!
Een reactie posten