Het overlijden van Willy DeVille haalde gisteren zowaar het NOS-journaal. Tussen het komkommernieuws en het weer werd er een kort retrospectief geperst. DeVille had met zijn band Mink DeVille ooit welgeteld één hitje, had zeker een goede stage presence, raakte verslaafd aan de drugs, poepte nog wat kwakkelplaten uit, wordt door menigeen gezien als één van de grondleggers van de punk en voldeed zo aan een hele trits rock 'n roll-clichés. Hoge cultuur dus, zal de redactie gedacht hebben. Het overlijden van de Koning van de Tienerfilm, John Hughes, werd blijkbaar van minder betekenis geacht; geen seconde zendtijd werd er ingeruimd voor één van de meest invloedrijke regisseurs van de jaren tachtig. Schande!
John Hughes won nooit Oscars en zal nooit in één adem worden genoemd met Stanley Kubrick, Francis Ford Coppola of Steven Soderbergh, maar voor iemand uit het bouwjaar 1974, zoals ik, was zijn werk van grote waarde. Een warme golf jeugdnostalgie overspoelde me dan ook toen ik las dat hij op 59-jarige leeftijd aan (vermoedelijk) een hartaanval was komen te overlijden. Hughes maakte met Sixteen Candles, Ferris Bueller's Day Off en vooral The Breakfast Club drie films die wellicht beeldbepalender voor de jaren tachtig waren dan ET, Rain Man, Indiana Jones of Stars Wars. Nou ja, oké, Star Wars wint het natuurlijk nog wel.
De tienertrilogie van Hughes is grotendeels gesitueerd in de blanke, groene en ruim opgezette buitenwijken van Chicago. De middelbare school vormt het kloppend hart van elk verhaal en alle personages worstelen met archetypische teenage angst; verliefdheid, populariteit en identiteitsproblemen. Vooral in The Breakfast Club, de ultieme Brat Pack-film, duikt Hughes de diepte in. Vijf scholieren moeten op zaterdag op school nablijven en worden geconfronteerd met niet alleen een conrector in een midlifecrisis, maar vooral met elkaar. Een populaire prom queen, een populaire sportheld, een wietrokende rebel, een sociaal gehandicapte, maar intelligente nerd en een muizig buitenbeentje leren dat ze allemaal worstelen met hun ouders, hun status en hun gierende hormonen en worden vrienden. Overgoten met een muzikale jaren tachtigsaus bestaande uit onder andere The Simple Minds is The Breakfast Club een bijna diepzinnige feelgoodfilm.
In Ferris Bueller's Day Off worden de tienerpijntjes wat minder uitvoerig belicht. Ferris Bueller is de populairste jongen van de middelbare school, met het mooiste meisje als zijn vriendin en een wat sullige sidekick als beste vriend. Aan het begin van de film opent hij de gordijnen en besluit de dag vrij te nemen. Hij veinst voor de negende keer in één semester een ziekte en de film laat vooral zien hoe Ferris op briljante wijze zijn ouders, de conrector en vrijwel iedere volwassen personage op het verkeerde been zet. Ferris is cooler dan Fonzie, tot grote frustratie van vooral zijn oudere zus. De film eindigt met een memorabele scene, waarin Ferris een praalwagen in hartje Chicago beklimt en duizenden toeschouwers aan het dansen krijgt met Twist and Shout van The Beatles! Leukere films zijn er nauwelijks gemaakt.
Ook de kaskraker Weird Science werd geschreven en geregisseerd door John Hughes, maar de film werd onterecht verketterd door het voltallige corps van verzuurde filmrecensenten. Ik daag een ieder die dit leest uit een andere film te noemen die de psyche van de mannelijke puber beter weet bloot te leggen dan deze komedie! Hughes haalde later nog ongekende successen met Home Alone en Beethoven, twee concepten eigenlijk die beide volledig uitgemolken werden en waarvan de resulterende melk nogmaals werd uitgemolken. Hughes kreeg er in ieder geval zijn schaapjes ruimschoots mee op het droge. In 1994 trok hij zich terug uit het openbare leven en sleet de rest van zijn jaren in afzondering op een ranch in Wisconsin.
Het wachten is nog even op de eerste echt druilerige zondag van september. Dan kruip ik op de bank met een flinke voorraad Coca Cola en chips en kijk ik de tienertrilogie voor de tigste keer, lekker zwelgend in jeugdnostalgie en jaren tachtigkitsch. Of was het toch kunst? Ach, wat boeit het eigenlijk, het was gewoon goed.
"Can I borrow your underpants for ten minutes?"
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
M. en ik zijn beiden van het bouwjaar 1973. Op mij heeft "The Breakfast Club" indertijd een enorme indruk gemaakt.
Ik heb nog niet zo lang geleden "The Breakfast Club" gekocht voor M., omdat hij die film natuurlijk niet had gezien in zijn jeugd achter het IJzeren Gordijn. 't Was grappig om te zien dat hij er toch, ondanks die totaal andere leefwereld, veel in herkende.
En volgens mij hoef je met het opnieuw bekijken van die films niet tot september te wachten, dat kan vanmiddag net zo goed! ;-)
Ik realiseer me net dat John Hughes ook "Pretty in Pink" heeft geschreven. Nog zo'n film die indertijd een enorme indruk op me heeft gemaakt.
Ik maakte mijn zus altijd een beetje belachelijk omdat ze Pretty in Pink een leuke film vond. Ze heeft eigenlijk gewoon gelijk gehad. (Dus als je dit leest Annemarie - sorry!)
Ik vermoed dat Molly Ringwald in deze tijd minder snel hoofdrollen in tienerfilms had gekregen. Ze gaan nu alleen nog voor de poppenkoppies.
De eerste Home Alone was eigenlijk ook een goede film; superieure slapstick als je het mij vraagt, waarin Joe Pesci op tientallen verschillende manieren pijn wordt gedaan!
Een reactie posten