woensdag 12 augustus 2009

Anus Mundi

Clinton in de Congo

Het meest dodelijke conflict van na de Tweede Wereldoorlog vond niet plaats in Korea, Vietnam, het Midden-Oosten, Joegoslavië, Rwanda of Afghanistan, maar in de Democratische Republiek Congo (DRC). In de afgelopen tien jaar vielen daar naar schatting bijna vijfenhalf miljoen doden - alsof Denemarken binnen een decennium van de kaart geveegd werd. De oorlog lijkt een beetje onder de radar plaatsgevonden te hebben, want ik kan me geen grote internationale verontwaardiging of demonstraties voor vrede in de Congo in de hoofdsteden van de wereld herinneren, nog een overvloed aan media-aandacht.

Die aandacht kwam er wel, toen de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken vorige week voor het eerst in dertien jaar de DRC met een bezoek vereerde. De plotselinge belangstelling werd echter niet veroorzaakt door de deplorabele situatie in het Centraal-Afrikaanse land, maar door een bitse reactie van Hillary Clinton, toen haar abusievelijk de mening van haar man gevraagd werd. En in diens schaduw wenst Hillary al lang niet meer te leven. Het leverde het volgende intrigerende televisiemoment op, dat zich als een viral video over het internet verspreidde.



De vijfenveertig duizend doden die in de periode 1998 tot 2008 maandelijks in de DRC vielen zijn niet het enige trieste nieuws dat maar geen nieuws wilde worden. Nergens worden er zoveel vrouwen verkracht als in de Congo. De stad Goma werd door diverse Amerikaanse media omgedoopt tot rape capital of the world. Vrouwen en meisjes sluiten zich na zes uur 's avonds op in hun huizen en hutten. Ze vrezen zowel de rebellen als het regeringsleger, dat geacht wordt orde op zaken te stellen, maar meer jacht maakt op vrouwen dan opstandelingen. De vrouwen durven zelfs niet naar het toilet te gaan in het donker en doen hun behoeften binnenskamers.

Hillary Clinton bezocht Goma een dag na haar uitbarsting en sprak daar met slachtoffers van de verkrachtingen en zegde vervolgens negentien miljoen dollar aan hulp toe. 'Ik was overdonderd door wat ik gezien heb,' zei een duidelijk aangeslagen Clinton. Het meest afschuwelijke verhaal had een jonge vrouw haar verteld. Ze was acht maanden zwanger geweest, toen ze werd aangevallen. Het ongeboren kind overleefde de groepsverkrachting niet. Aangezien er in de wijde omtrek geen ziekenhuis of medische voorzieningen voorhanden waren, moesten dorpelingen de dode foetus uit de buik van de moeder snijden...

De regeringssoldaten op hun beurt klaagden over de gebrekkige soldij, ongeveer vijftig dollar per maand, en de achterstallige uitbetaling daarvan. Een rantsoen waar drie soldaten vijftien dagen mee moesten doen, bestond soms uit niet meer dan één blik sardientjes. 'Dus ik heb honger, ik wil een vrouw, maar heb geen geld om een prostituee te betalen,'zo verdedigde een officier zijn daden,'en ik zie een vrouw over straat lopen die ik leuk vind, dan neem ik haar. Dan help ik mezelf.'

Een dag later reisde Hillary Clinton verder naar Angola en verdween de Congo weer uit het nieuws en uit ons bewustzijn. Het ziet er naar uit dat deze slachting een onderbelicht hoofdstuk uit de wereldgeschiedenis zal blijven, net zoals die eerdere periode van dood en verderf in de Congo; ook onder het bewind van de Belgische koning Leopold II lieten miljoenen Congolezen het leven. Tussen 1885 en 1909 was een gebied dat zesenzeventig keer zo groot was als België het persoonlijke speeltje van Leopold II, die de Congo als een rijpe sinaasappel uitperste en schatrijk werd.

'Het was geen genocide'


De Amerikaanse journalist en historicus Adam Hochschild wierp in 1998 een forse steen in de rustige Belgische vijver met de publicatie van De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, waarin hij nauwgezet het terreurbewind van de Belgische vorst onder de loep legde. Volgens Hochschild vielen er terwijl Leopold in de Congo met de scepter zwaaide door geweld, uitputting, honger en ziekte meer dan tien miljoen doden. Hochschild concludeerde dat koning Leopold II in hetzelfde rijtje thuishoort als Stalin, Hitler en Pol Pot en noemde de wantoestanden in de Congo 'een vergeten holocaust'. Het boek werd een onverwachte bestseller.

De Congolezen werden doodgeslagen of met een chicotte, een zweep van nijlpaardenleer, gestraft als ze de rigide productiequota's voor rubber of de levering van ivoor niet haalden. Velen werkten zich dood als slaven in de mijnen, of bezweken als ze werden gebruikt als pakezels. Het was gebruikelijk om bij Congolezen, - mannen, vrouwen en kinderen -, die onvoldoende rubber wisten te leveren een hand af te hakken, wat soms manden vol met ledematen opleverde. Vrouwen, die systematisch verkracht werden, en kinderen werden gegijzeld om de productie op te schroeven. Landbouwgronden en dorpen werden platgebrand als er weerstand ontstond tegen de overheersers. Hongersnoden en ziektes vergden talloze slachtoffers. Volgens Hochschild (zie video) werd de bevolking van de Congo binnen grofweg twee decennia gehalveerd.

Koning Leopold II wendde zijn door terreur verkregen rijkdommen aan om Brussel vol te bouwen met protserige paleizen, musea en triomfbogen en schonk dure villa's aan zijn maîtresse; het tienermeisje Caroline, dat al een leven als prostituee achter de rug had voordat de koning zich over haar ontfermde. Wrang genoeg werd het Brusselse Paleis van Justitie, bij de oplevering het grootste gebouw ter wereld, gefinancierd met het grootste onrecht dat een bevolking in de negentiende eeuw is aangedaan. De Parijse allure van Brussel is bekostigd met het bloed van miljoenen Congolezen.

Hochschild was niet de eerste historicus die de verschrikkingen in de laatnegentiende eeuwse Congo blootlegde, maar doordat zijn werk in het Engels verscheen, kon hij de aandacht van een veel breder publiek pakken. Jules Marchal, een Belgische historicus die vuistdikke studies over het Belgische verleden in de Congo publiceerde, noemde het werk van Hochschild 'foutloos' en onderschreef de schatting van het aantal slachtoffers. Van de Congolese historica Isidore Ndaywel è Nziem verscheen in 1998 ook een studie over de geschiedenis van de Congo; zij schatte het aantal doden zelfs in op dertien miljoen.

Het werk van Adam Hochschild bracht een golf van verontwaardiging teweeg bij onze zuiderburen, waarbij Hochschild zowel werd verketterd als geprezen. Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, gezeteld in een door Leopold II bekostigd paleis, besloot de beweringen van Hochschild te onderzoeken. Wetenschappelijk directeur Jean-Luc Vellut bestreed uiteindelijk de conclusies van Hochschild en Marchal; er was geen sprake geweest van genocide en al helemaal geen holocaust. Wel gaf hij toe dat in periode 1880 tot 1920 de bevolking van de Congo met twintig procent was afgenomen. Ter vergelijking; in Polen, het land dat relatief het zwaarst getroffen werd door de Tweede Wereldoorlog, lieten ook één op de vijf mensen het leven. Voor de opening van een begeleidende tentoonstelling over het Belgische koloniale verleden was Hochschild niet uitgenodigd.

Koning Leopold II verkocht de Congo in 1909 na een stortvloed van kritiek op de misstanden aan de Belgische staat. Volgens Jules Marchal werd het terreurbewind na de overdracht niet ten einde gebracht, maar gehandhaaft. Het minste wat je kunt doen als ongenode gast is bij je vertrek de boel netjes achterlaten. Toen de Belgen echter in 1960 het bewind van hun kolonie overdroegen aan de Congolezen namen ze de volledige bestuurlijke infrastructuur met zich mee, tot op de typemachines en pennen aan toe. Sindsdien regeert de willekeur in de Congo. Eigenlijk waart tot op de dag van vandaag de geest van koning Leopold II er nog steeds rond.

***

Randy Newman zong op zijn laatste plaat Harps and Angels over koning Leopold II in het liedje A Few Words in Defense of Our Country. Ook Newman vergelijkt de Belgische koning met Hitler en Stalin (zie video).

Geen opmerkingen: