Die eigen wereld is het geheugenpaleis dat Isidoor van jongs af aan opbouwt en inricht door boeken woord voor woord te onthouden. De dagelijkse ommegang door zijn fenomenale geheugen vormt de basis van de roman, waarin Isidoor als verteller terugblikt op zijn leven. Vanuit een kerker weliswaar, waardoor je vanaf het begin kunt vermoeden hoe de afloop zal zijn.
Jan van Aken | foto: Vysotsky / WikiCommons |
Het leven van Isidoor is een soort wonderlijke roadtrip door de late middeleeuwen. Hij groeit op in een klooster in North Yorkshire en wil het liefst architect worden om zo met grootse bouwwerken zijn sporen na te laten in de wereldgeschiedenis.
Het najagen van zijn droom brengt Isidoor van Oxford, via Parijs, Bologna, de noordkust van Turkije en Samarkand in het huidige Oezbekistan, naar China, om te stranden in Konstanz, een stad op de (huidige) Duits-Zwitserse grens. Daar moet zijn levenswerk verrijzen: een nieuwe kathedraal die zijn weerga niet kent.
Naar mate Isidoor verder oostwaarts reist, worden zijn ontmoetingen alleen maar meer en meer bizar (Long Gum Pa!) en zijn ontberingen extremer - opgerold in een tapijt of dansend met de bukht van de Turkmeense Aq Qoyunlu. Jammer genoeg wordt deze verhaallijn wat abrupt afgebroken en strompelt het verhaal in Konstanz wat minder uitbundig verder naar zijn ontknoping.
Van Aken lardeert deze halve wereldreis met inzichten uit tal van klassieke boekwerken, vaak met een aankondiging van de moderne tijd, die Isidoor desgevraagd kan opdreunen. Het vormt een indrukwekkend intellectueel vernis, waaronder een middeleeuwse schildering vol geweld, martelingen, bloed én seks schuilgaat. Het aantal keren dat Isidoor zijn 'roede' tevoorschijn moet toveren voor weer een vrijpartij, een serafijnse kus of een orgie zou Jan Wolkers doen blozen. Nou ja, bijna dan.
En die god die zijn eigen wereld heeft geschapen, dat is eigenlijk de schrijver zelf, die ons op een ommegang trakteert door zijn kennis, dromen en nachtmerries. Van Aken licht vooral doorlopend de sluier een stukje op die over de middeleeuwen hangt; van studentenfeesten in Oxford en het door de pest geteisterde Bologna tot de grootheidswaanzin van de Mongoolse krijgsheer Timoer Lenk. Nergens krijg je daarbij het gevoel in de collegebanken te zitten.
De Ommegang is zo, net al zijn voorganger De Afvallige, een rijk en heerlijk leesboek.
***
(Mijn goede voornemen: ik wil elke dag minimaal 25 bladzijden lezen, dus 9125 bladzijden in 2019. Dat zijn ongeveer 25 boeken. Het volgende boek is De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten