Toegegeven, het maatpak der acquisitie
heeft mij nooit als gegoten gezeten, het knelde of flodderde juist,
maar ooit dacht ik een paar zalige dagen dat ik de kers op de
verkooptaart was, God’s gift to sales zeg maar, een verkoper in
hart en nieren.
Vers uit de verkooptraining bij wat
destijds nog ‘s lands grootste vacaturebank was, nam ik tot op het
bot gemotiveerd plaats op de plek waar het allemaal moest gaan
gebeuren. Hier, aan dit bureau, in deze hoek van dit kantoor aan de
rafelrand van deze stad, zou ik laten zien dat ik de belofte die ik
had gedaan tijdens mijn sollicitatiegesprek ging waarmaken.
Namelijk dat ik een salestijger was.
Dat verkopen mijn tweede natuur was. Dat geld ging rollen zodra ik met mijn zoetgevooisde stemgeluid het trommelvlies van
beslissingsbevoegden deed rillen van genot. Dat ik een glas water kon
verkopen aan een drenkeling. Dat werk.
Het was een goed sollicitatiegesprek
geweest. Mijn beste ooit. Alles ging crescendo.
Porno
De verkooptraining werd gegeven door
een sympathiek en ietwat hyperactief mannetje dat elk relaas afsloot
met verbeten uitgeroepen ‘porno!’. Verkopen bleek seks te zijn,
de nobele kunst van het neuken, ketsen, een paringsritueel dat
ontaardt in een dans van dampende lichamen, die krioelend in hebzucht
elkaar tot ongekende hoogtepunten drijven. Zoiets. Alleen de daad
zelve kwam in de buurt van een binnengehaalde order. Porno!
Ik geloofde zoals Mozes geloofde dat
hij de Rode Zee kon splijten en haalde diep adem. Ik zou gaan
verkopen!
Mijn allereerste verkoopgesprek betrof
een groothandel in Apeldoorn. Ik belde de contactpersoon op zijn 06.
Hij zat in de auto, maar stond me te woord. Ja hoor, ik belde
gelegen. Ja, hij wilde best even praten over personeelswerving
ondanks mijn haperende start. Nee, hij had niet eerder via een online
vacaturebank personeel geworven. Nou inderdaad, hij was al een tijd
op zoek naar nieuw personeel. Gôh, toevallig dat ik net belde. Ha,
ha, nou, in de krant adverteren deed hij nooit meer. Porno!
Het vraag- en antwoordspel dat hoort
bij het consultive selling was in volle gang. Ik klampte mij vast aan
de structuur die mij tijdens de training geleerd was. Het bleek te
werken. Ik dreef de man steeds verder in een hoek. Hij zou zich
weldra beseffen dat wat ik hem bood, de enige oplossing in het
universum was voor zijn personeelstekort. Ik bood hem verlossing. En
wie kan dat weigeren? Zelfs de meest verstokte atheïst niet.
De man hapte toe en niet zo’n beetje ook. Op het laatst zei hij overal ja op. We hingen op als vrienden, broeders. Hij had me zijn linkernier gegeven als ik erom had gevraagd. Het ‘zal ik het dan maar in orde maken?’’ was zo soepel in het gesprek gegleden, als ware het…Porno! Porno! Porno!!
De man hapte toe en niet zo’n beetje ook. Op het laatst zei hij overal ja op. We hingen op als vrienden, broeders. Hij had me zijn linkernier gegeven als ik erom had gevraagd. Het ‘zal ik het dan maar in orde maken?’’ was zo soepel in het gesprek gegleden, als ware het…Porno! Porno! Porno!!
Met mijn eerste gesprek haalde ik 90
procent van mijn maandtarget binnen. Ik loste binnen een kwartier
mijn belofte in. “Je mag al bijna aan de bel hangen”, zei mijn
buurvrouw, Marieke, de bijzonder kundige en charmante collega, die
mijn eerste gesprek met groeiende verbazing had gadegeslagen.
De bel.
Op een centrale plaats op de
kantoorvloer hing een grote zilveren bel. Alleen de verkopers die hun
maandtarget hadden binnengehaald, mochten de bel luiden. Na het
geklingel volgde een luid applaus van alle collega’s, gejoel soms,
ook al zaten ze zelf middenin een verkoopgesprek. High fives en
gebalde vuisten; het behalen van de target werd gevierd als het
winnen van een sportwedstrijd.
Ik had besloten de bel maar een
kinderachtig gedoe te vinden. Het ging toch om het geld? Targets
halen? Bonussen binnenslepen? Wat interesseerde het mij nou dat mijn
collega’s van mijn succes zouden weten? Of ik van hun succes?
Applaus was toch slechts geluid? Zo’n bel ophangen, dat is toch een
verzonnen ritueel? Een psychologisch trucje. Een niet serieus te
nemen managementfoefje.
Applaus
Twee dagen later was het zover. Ik had
sinds dat eerste gesprek de grond niet meer geraakt, maar zweefde
over de vloer en leefde in een roes. Als dit het leven van een
verkoper was dan kon ik daar prima aan wennen. Ik haalde mijn target.
“Je moet bellen!” zei Marieke.
De wandeling naar de bel was al
bijzonder. Collega’s om mij heen begonnen te joelen. “Oeh, oeh,
oeh!” Ik gaf harde ruk aan het touw. Het geklingel klonk kort,
schel en hard. Het applaus daalde op me neer, euforie als na het
scoren van een doelpunt. Bij welk ander werk klappen je collega’s
voor je?
Daarna was het helaas afgelopen met
mijn opmars als verkoper. Het raderwerk haperde. Ik verkocht nog wel,
maar niet genoeg om opnieuw naar de bel te mogen. Met lede ogen
staarde ik collega’s na die wel mochten klingelen. Ik snakte naar
een nieuwe samenzijn met de bel, naar het schelle geklingel en het
applaus. Fuck die bonus, ik wilde de bel, dat was de enige incentive
waar ik om gaf.
Het mocht niet baten. Ik probeerde
alles; van slijmen en glijden tot schelden en dwingen. Het werkte
niet. Ik had de klok wel horen luiden, maar wist niet waar de klepel
hing. Ik was geen salestijger, hooguit een sales-je-weet-wel-kater.
Ik had te vroeg gepiekt; een voortijdige ejaculatie. Maar ook dat is
porno…
***
(Dit artikel verscheen eerder op
Acquisitie.org)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten